Menu

Basis

Ontwaken in de nacht

Als je geen woorden hebt en niet stil wilt zijn, kun je dan zingen? Als je boos of blij bent, bijvoorbeeld, dan kun je je emoties uitzingen. Maar kun je de tekst van een lied ook ‘naar binnen’ zingen?

In de him ten vlucht regenwulpen zmgt de hoofdpersoon luidop psalmen, in zijn eentje slingerend op het fietspad naar huis. Dat een meisje hem vriendelijk gezind is, moet hij laten horen en de enige melodieen die hij uit zijn hoofd kent, zijn kerkelijk. lets heel anders zijn de slaapliedjes voor je kind. Als het’s nachts wakker wordt of niet lean slapen omdat het bijvoorbeeld ziek is, stellen wiegeliedjes kind en ouders gerust. Het is Hjn iets te kunnen doen, ziekte maakt soms zo machteloos. Bij een sterfbed in een ziekenhuis heb ik ooit zachtjes ‘De Heer is mijn herder’ gezongen. A1 zijn er ook veel mensen bij wie ik dat niet durf te doen.

Ook de woestijnmonniken zongen psalmen. Uit het verhaal over David die harp speelde als Saul somber was, concludeerden zij dat een depressie door psalmzingen wordt verjaagd. Door te zingen kom je in een andere gemoedstoestand. Zingen kan je helpen om de nacht door te komen, je kunt zingen om te troosten en je kunt je emoties uitzingen. Maar kun je de tekst van een lied ook ‘naar binnen’ zingen? Terwijl je zingt luisteren naar de melodie en de woorden, stil worden, beamen.

Hieronder kijk ik zo naar een lied over waken van theologe, dichteres en schrijfster Maria de Groot. Zij heeft geloof en mystiek altijd verbonden met haar maatschappelijke betrokkenheid, bij de vrouwenbeweging bijvoorbeeld. Ze was lid van de Werkgroep Feministische Theologen en ze schreef liederen voor de bundels Eva’s Lied. Het lied hieronder heet De dwaze wijs en komt uit de bundel Eva’s Lied 2. Het is een lied bij Matteüs 25, over de vijf wijze en vijf dwaze maagden. De zeven coupletten worden op drie verschillende melodie-en (A, B en C) gezongen, gecomponeerd door Herma Bulder. Vers 1 t/m 3 horen bij elkaar evenals vers 4 t/m 6. Couplet 7 sluit het lied af.

Als de avond valt

Melodie A heeft geen enkele rust en de woorden van de twee eerste regels lopen over de vierkwartsmaat heen. Het is een snelle melodie en past bij de tekst die een ambitie uitspreekt. Ik wil iets doen, zichtbaar worden, helder zijn. Het verlangen van een mens om iets te worden, iets te zijn en dan liefst iets groots.

1 Ik dacht: ik heb een lamp, ik zal haar aandoen als de avond valt. Ik zwerf naar hier, ik zwerf naar daar en ieder wordt mijn licht gewaar.

Als je dit hardop zingt, voel je dan de onrust en het verlangen in het lied? Herken je dat? Hoe ervaar je dan jezelf: vol goede wil, moedig, sterk? Of zit onder het verlangen en de onrust ook iets van angst? Melodie B is veel rustiger en het ritme is langzamer. De tekst spreekt van frustratie. Wat ik wilde doen, lukt niet.

2 Maar toen de avond viel was ik onhandig als mijn linkerhand, vergat het lichtend ogenblik door slaap en droefheid overmand.

Dit uitzingen is anderen laten weten hoe moeilijk het was toen de avond viel, hoe droevig je kunt zijn. Als je het naar binnen zingt … is dat confronterend? Herinner ik me de keren dat ik mezelf zo tegenviel? Hoe moet ik daarmee omgaan?

Ook melodie C kent een rust en een tempoverandering. Tekst en melodie zijn een antwoord op de eerste twee coupletten. Als ik dit laat klinken, roep ik mezelf ook op tot berusting en misschien nog meer tot nadenken.

3 Ontwaken is een duister lot, ontwaken midden in de nacht voor wie zich dacht haar eigen god en niemand met haar licht verwacht.

Als je tekortschiet, kun je je heel alleen voelen. Maar als je luistert naar het lied, kun je je afvragen of je dat misschien al eerder was. Verlies je wanneer je je verlangen naloopt? En wat is dat dan? Kan het anders?

Lamp die in het donker brandt

Couplet 4 wordt weer gezongen op melodie A, met precies dezelfde woorden.

4 Ik dacht: ik heb een lamp, ik zal haar aandoen als de avond valt. Ik zwerf naar hier, ik zwerf naar daar en ieder wordt mijn licht gewaar.

Veel liederen hebben een refrein. Dat maakt het makkelijker om mee te zingen en het geeft vaak ook de kern aan van de tekst. Bij dit couplet is het anders. Misschien komt het omdat de melodie weer versnelt.

Haal dus diep adem en zing opnieuw. Hoe voelt het als je dezelfde woorden zingt na de frustratie en de teleurstelling, na de berusting en het nadenken? Wat neem je mee? Waarin neemt het lied jou mee?

Het volgende couplet wordt weer gezongen op de rustiger melodie. Ik ben opnieuw begonnen, ik heb de ervaring van de avond en van de nacht meegenomen en ben erop voorbereid.

5 En toen de avond viel was ik behendig als mijn rechterhand, ontstak ik in een ogenblik de lamp die in het donker brandt.

Voel je de verandering nu je dit lied zingt? Is er iets gebeurd met je verlangen en misschien ook met die onrust en angst eronder? Ze hoeven niet weg te zijn, integendeel. Ze mogen gekend worden.

Couplet 3 heeft het al aangekondigd: iemand verwachten. Het waken heeft een doel. Ik ontsteek de lamp niet om zelf een licht te zijn. Ik kan het licht maken voor een ander.

6 Ontwaken is een heerlijk lot, ontwaken midden in de nacht wanneer het roepen luider wordt: sta op voor wie je hebt verwacht.

Laat de blijheid van dit lied maar binnenstromen terwijl je zingt. In het donker ben je niet alleen. Er is iemand die bevrijdt van angst ons niet alleen laat in het duister. En weet je nog die momenten dat je handen iets hebben kunnen doen, ook toen het moeilijk was? Want je zingt het, maar de woorden worden ook jou toegezongen.

Eén mens

Ook het laatste couplet wordt gezongen op melodie A en – niet onbelangrijk – het wordt door ‘allen’ gezongen. De vijf dwaze en vijf wijze meiden worden vaak tegen elkaar uitgespeeld. Maar in Matteüs 25:1 vergelijkt Jezus het koninkrijk van de hemel niet met de vijf wijze maagden maar met het hele gezelschap: de tien meisjes ‘die hun olielampen hadden gepakt en erop uittrokken, de bruidegom tegemoet’. De vijf dwaze meisjes zouden dan ook bij het koninkrijk horen? Wanneer Maria de Groot dit verhaal toepast op ons mensenleven, sluit ze aan bij die vraag. Ja, we zijn vijf van dageraad: de vingers die in de nacht het licht kunnen ontsteken. En we zijn de vijf gevangen in de nacht: wanneer we onze olie vergeten zijn.

7 Wij waren vijf van dageraad en vijf gevangen in de nacht, twee handen tot hun uur gebracht, één mens die door de wereld gaat.

Ook als je dit alleen zingt, kun je het laten klinken vanuit de volheid van je hele mens-zijn. Op dit uur, misschien zelfs in de nacht dat je niet kunt slapen, verenig je de kanten van het mens-zijn. Verlangen en angst, frustratie en verdriet, aanvaarding en hoop zijn gekend. Jij bent als mens gekend en dus niet alleen. Niet alleen voor God en niet alleen voor de mensen. Wil je zo de nacht in en de nieuwe dag, wil je zo de wereld in?

Literatuur: Eva’s Lied 2, lied 18, Kok, Kampen 1988

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken