Menu

Basis

Oog krijgen voor het kwade

– profetische prediking (voor ouderlingen)

Profeten kennen we uit het Oude Testament. Maar zien en horen we ze ook vandaag? Wat stellen we ons bij profetische prediking voor? En, vooral ook, kan zulke prediking voor ons als gemeente in deze samenleving een nuttige, goddelijke stem zijn?

Dr. C.M.A. van Ekris is predikant van de wijkgemeente ‘Bethel’ in Zeist en studiesecretaris van Areopagus, een centrum voor contextuele en missionaire prediking binnen de IZB

Introductie

Wat gebeurt er eigenlijk in een profetische preek? Waarom hebben de preken van voorgangers als Dietrich Bonhoeffer en Martin Luther King Jr. zoveel mensen geraakt en beïnvloed? Is profetische prediking een uniek talent van begaafde enkelingen? Is het een charisma, door God gegeven aan de gemeente (misschien wel aan iedere gemeente), en kan het profetische op elke plek gebeuren waar de gemeente samenkomt?

Als de openbaring ontbreekt, verwildert het volk…

Dat zijn belangrijke vragen ook voor ouderlingen. Hoe kun je bijvoorbeeld als ouderling het profetische in de prediking herkennen en versterken? En, kun je als gemeente of als ambtsdragers, het profetische ook verhinderen? Dat je als gemeente het liever niet hebt dat een profetisch woord gebeurt, omdat het ongemakkelijk is?

In mijn proefschrift over profetische prediking – Making See. A Grounded Theory of the prophetic dimension in preaching, 2018 – heb ik me beziggehouden met deze vragen. Met name met die kernvraag: Wat gebeurt er theologisch wanneer een preek profetisch wordt? In dit artikel probeer ik het profetische inzichtelijk te maken voor gemeenteleden en ambtsdragers.

Een vraag vooraf is: Waarom zou dat profetische belangrijk zijn? Is pastorale prediking niet belangrijker, of goede exegese en onderwijs? Laten we die aspecten niet tegen elkaar uitspelen. Ieder woord heeft zijn eigen tijd, plaats en kracht. In het profetische staat iets anders op het spel dan in het pastorale.

Wat staat er in het profetische op het spel? In het Spreukenboek lezen we dat ‘als de openbaring ontbreekt, het volk verwildert’ (Spr. 29,18). Je kunt ook vertalen: zonder visioen of profetie verliest het volk z’n oriëntatie. Als de bezieling verdwijnt, verdwijnt ook vaak de disciplinering van het leven. Profetie houdt een samenleving en een kerk bij de kern van de zaak. Valse profeten in de Bijbel dekken problemen toe. Ze spreken over vrede wanneer er gesproken moet worden over bekering. De kritiek in de Bijbel gebeurt wanneer er pastoraal gesproken wordt, terwijl een profetisch woord nodig is. Als het kwaad zich breed maakt in kerk of samenleving, maar er wordt gezwegen, dan verliest een kerk geloofwaardigheid.

Okee, maar hoe krijgen we grip op dat profetische? In mijn boek beschrijf ik het profetische als een beweging in vijf momenten die met elkaar samenhangen. Er zit een theologische logica in die beweging.

1. Zichtbaar maken

Het eerste kenmerkende van het profetische is dat ‘kwaad’ zichtbaar wordt gemaakt. Ik definieer ‘kwaad’ als datgene wat het menszijn vanuit christelijk perspectief schade berokkent. En het gaat om datgene wat het geloof van de gemeente beschadigt. Profetische stemmen maken dat schadelijke zichtbaar. Daar heb je inzicht voor nodig. Het venijnige van het kwade is dat het bij voorkeur in de verborgenheid opereert. Er is iets in het kwaad dat zich verzet tegen de openbaarheid. In het profetische moment wordt die verborgenheid doorbroken. Profeten zijn daarin vaak alert op taal. Welk wereldbeeld en welke verborgen duistere motieven gaan schuil in taal? Je kunt apartheid, bijvoorbeeld, ‘separate ontwikkeling van bevolkingsgroepen’ noemen. Dan is het kwaad van de apartheid in taal verhuld. Taal kan tegelijkertijd het kwade triggeren. Voordat de genocide in Rwanda ontvlamde, werden Tutsi’s ‘kakkerlakken’ genoemd. De geweldsexplosie werd in taal voorbereid. Profeten ontmaskeren dit. Juist daarom speelt ‘roeping’ een belangrijke rol. Het vraagt moed en een besef van roeping om te durven zeggen wat verzwegen wordt. Dit eerste kenmerk kan functioneren in het gesprek in de kerkenraad en in het gesprek over prediking.

Er is iets in het kwaad dat zich verzet tegen de openbaarheid

Ambtsdragers zouden samen kunnen spreken over welke aspecten in het gemeenteleven het geloof en de gemeenschap beschadigen. Het is mijn ervaring dat als je daar serieus met elkaar over spreekt, we eigenlijk heel goed weten welke conflicten, welke gedragingen, welke denkbeelden en welke atmosferen in de gemeente het geloofsleven hinderen. Is dat oppervlakkigheid, het effect van de welvaart, geen commitment meer aangaan, amper nog bidden of de weigering in een conflict de vrede te zoeken?

We voelen aan: dan wordt het spannend. En het is ook riskant. Het vraagt wijsheid, geloof en gebed. Maar anderzijds: Is het niet de taak van ambtsdragers om het geweten te zijn van de gemeente en om te waken over integriteit, zuiverheid en geloof? Het is ook een vraag om preken mee te analyseren. Op welk kwaad wordt gewezen in de prediking en op welke manier? Durven we in prediking dingen te benoemen die strijdig zijn met het geloof en het gemeentezijn? Krijgt een predikant de geestelijke ruimte en de ambtelijke ondersteuning om te zeggen wat vanuit de Schriften op ons toekomt? Wordt prediking gedragen door het gebed om de Geest die tot de gemeente spreekt, en de gemeente soms ook vermaant? Denk bijvoorbeeld aan de zeven brieven in het boek Openbaring, waarin gemeentes bemoedigd worden én tegengesproken, getroost én gewaarschuwd.

Wat is wijs, wat kun je zeggen, wat is effectief, zonder dat het nietszeggend wordt?

2. Interventie

Het tweede kenmerkende is de interventie. Het kwade wordt niet alleen benoemd, er wordt ook een alternatief gewezen. Voordat ik aan mijn onderzoek begon, dacht ik dat profeten vooral critici waren. Ze zeggen wat strijdig is met het geloof en daarmee basta. Mijn analyse laat iets anders zien. Profeten onderbreken op een hele intelligente en zorgvuldige manier. In de interventie zoeken zij, bewust of onbewust, een balans tussen wat gezegd moet worden, wat gezegd kan worden, wat wijs is om te zeggen en wat strategisch of effectief is om te zeggen.

Desmond Tutu, bijvoorbeeld, preekte op de begrafenis van Steve Biko. Een politiek actieve, rechtschapen jonge man werd op een gruwelijke manier vermoord in een politiecel. En hij was niet de eerste. Op de begrafenis, in de geboorteplaats van Steve Biko, verzamelden zich duizenden bedroefde, bange en diep boze mensen. Hoe benoem je in zo’n preek het kwaad, zonder dat de situatie escaleert en vele onschuldige mensen schade zullen oplopen door die escalatie? Wat is wijs, wat kun je zeggen, wat is effectief, zonder dat het nietszeggend wordt?

Ook dat zijn behulpzame handvatten voor het profetische in de lokale gemeente. Hoe kun je het schadelijke zo benoemen in de gemeente, zonder dat er een verdere escalatie gebeurt? Hoe verenig je wijsheid, waarheid, effectiviteit en deemoed? Het is duidelijk dat die aspecten zelden verenigd worden in één enkele persoon. Je hebt elkaar nodig om tot rijpe en waarachtige interventies te komen. Ook de interventies in de prediking moeten gedragen worden door een gezamenlijk gesprek.

3. Verlichting (door Woord en Geest)

Het derde kenmerkende van het profetische is dat een bijbelwoord aandringt. Een passage uit de Bijbel is overdacht en voorbereid met het oog op een concrete gemeente, en in dat proces en terwijl de Bijbel gelezen wordt in de gemeente, gebeurt een actualisering. Plotseling gaat het over ‘ons’, en over een aspect in ons gemeenteleven waarin het hapert. Een profetische preek participeert in de kracht van een bijbelpassage. Het is van het grootste belang dat we zulke momenten niet neutraliseren, maar dat we overwegen of de Geest van God daardoorheen tot ons spreekt. In dit proces neemt de predikant het voortouw, maar heel de gemeente en zeker ook de ambtsdragers luisteren met een soort alertheid. Het gesprek over prediking is bij voorkeur niet een gesprek over de prediker, maar over de Geest. In de preken die ik geanalyseerd heb, zie je steeds een bepaald bijbelwoord oplichten.

4. Bevrijding

Het fascinerende is: profetische prediking is gericht op bevrijding. Het gaat in deze prediking niet om grimmigheid of gelijkhebberij, maar het gaat om genezing en vernieuwing. Het kwade, dat benoemd en onderbroken wordt, heeft mensen (en soms gemeenschappen of samenlevingen) in de greep. Profetische prediking is een poging om hoorders daarvan vrij te maken. Er zit in profetische prediking iets van exorcisme: het kwade wordt benoemd en door een evangelisch tegenwoord ‘uitgedreven’. Hoorders beleven dat ze opgetild worden uit het beknellende van het kwaad, en dat ze in de omgang met Christus en de Geest een ander leven proeven. In mijn boek heb ik niet alleen preken van ‘grote predikers’ bestudeerd (Bonhoeffer, King en Tutu), maar ook recente lokale preken, zomaar ergens in ons eigen land. Ook in die preken gebeurt het dat bijvoorbeeld het beknellende van angst benoemd en doorbroken wordt. Of dat een situatie waaraan de gemeente te gronde gaat, benoemd wordt en dat de gemeente gaat verlangen naar een ander leven met elkaar en met God.

Er zit in profetische prediking iets van exorcisme: het kwade wordt benoemd en uitgedreven

5. Inwijding

Het vijfde moment ontspringt aan de voorgaande momenten. Door deze prediking wordt de gemeente weerbaar gemaakt. Zij krijgt zelf oog voor het kwaad, en ze wordt gestimuleerd om, individueel en gezamenlijk, zo te leven dat dit kwaad weersproken wordt en dat een alternatief leven zichtbaar wordt. Naar mijn idee is dit een vergeten aspect van het missionaire: de kerk is solidair met de samenleving doordat ze alternatief leeft. Inwijding, concentratie op de betekenis van het evangelie voor vandaag, gaat hand in hand met participatie, dat is deelname aan datgene wat gaande is in een samenleving. Voor de landelijke kerk, maar ook voor de plaatselijke gemeente is een profetisch beraad een middel om je zowel te concentreren op de kern van het evangelie als op de nood van de tijd. In de turbulentie en in het gevaarlijke van onze tijd hebben we grote behoefte aan het herleven van het profetisch getuigenis in onze kerk. Zonder de bezieling van visioen en profetie zullen we als kerk weinig te zeggen hebben wanneer de tijd verwildert.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken