Menu

None

Paasgetuigen

Het dubbele gevoel van Pasen

Pierro della Francesca, De verrijzenis, ca. 1463
Pierro della Francesca, De verrijzenis, ca. 1463

Op zoek naar een gedicht dat van opstanding getuigt, kwam Bas van der Graaf uit bij Guillaume van der Graft. Deze dichter negeert niet de ervaring van leegte en dood in onze wereld.

Paasmorgen

Met een van uw beide benen
staat gij nog in het graf.
Gij neemt uw nimbus af,
alweer bijna verdwenen.

Hoe lang laat gij u zien?
Een ogenblik, niet langer.
Moeder aarde ging zwanger
Van u, maar heeft sindsdien

niets dan een leegte over:
de heugenis aan uw
verschijning, een schaduw
over het licht geschoven.

Schaduw vertaalt het licht
en stilte zwijgt steen en been,
maar het zaad breekt de steen,
graan kiemt. De dood komt biechten.

Uit: Guillaume van der Graft, Mythologisch, 2003

Pasen is het feest van de overwinning op de dood. Een overwinning waar we, in tijden dat oorlog in Europa dichterbij voelt dan we lange tijd voor mogelijk hielden, intens naar kunnen verlangen. Maar dan verschijnt weer een nieuwsbericht op je telefoon en besef je: nee, de dood is nog niet verslagen. Het gedicht ‘Paasmorgen’ van Guillaume van der Graft geeft woorden aan dat dubbele gevoel van Pasen in een wereld waar de dood nog volop heerst.

Het gedicht is duidelijk een meditatie bij een schilderij van de opstanding. Welk schilderij het was, heb ik niet kunnen achterhalen maar wellicht was dat het beroemde werk van Piero della Francesca (1412–1492). We zien daar Christus met een koninklijk vaandel uit het graf stappen en treffen hem op het moment dat hij er nog met één been in staat.

Op de rand van dood en leven

Met die observatie begint het gedicht: ‘Met een van uw beide benen / staat gij nog in het graf.’ De dichter begrijpt van de schilder dat precies dit moment, op de rand van dood en leven, ons helpt verstaan wat Pasen ons doet geloven. De levende heeft de dood een dodelijke slag toegebracht, maar de eindstrijd moet nog beginnen.

Met de woorden ‘Gij neemt uw nimbus af, / alweer bijna verdwenen’ (wat bij Piero della Francesca niet te zien is) wordt de verwachting van een stralend Pasen nog wat verder gedempt. Een nimbus is een stralenkrans, een wolk van hemels licht, die het hoofd van Christus volgens de schilders omstraalt. Maar deze dichter leest het paasevangelie anders: meteen na de opstanding slaat de Opgestane niet de weg in van de glorieuze openbaring maar van de verborgenheid.

De Opgestane slaat de weg in van de verborgenheid.

Een ogenblik

Dat blijkt ook uit de eerste regels van het tweede couplet: ‘Hoe lang laat gij u zien? / Een ogenblik, niet langer.’ Dit zou kunnen wijzen op de hemelvaart die niet lang na de opstanding zal plaatsvinden en de opgestane aan het zicht onttrekt. In veel schilderijen worden de hemelvaart en de opstanding dan ook in één beeld gevangen. Want inderdaad, de Opgestane zal maar even zichtbaar blijven.

Het ‘hoe lang laat gij u zien’ kan echter ook op de ervaringen van de gelovigen slaan. De heerlijkheid en de vreugde van Pasen duurt meestal maar een moment, om dan weer overschaduwd te worden door de realiteit van de aarde. Hoe dan ook: Van der Graft geeft met zijn gedicht geen voeding aan een theologie van de glorie die de ervaring van leegte en dood te veel negeert.

Leegte

Dat wordt ook voelbaar in de regels waarin het over het lege graf gaat. Dit lege graf is voor de evangelisten een bewijs van de opstanding maar de dichter ziet er ook iets anders in. Het lege graf is als een baarmoeder nadat het kind is geboren. ‘Moeder aarde ging zwanger / van u, maar heeft sindsdien / niets dan een leegte over: / de heugenis aan uw / verschijning, een schaduw / over het licht geschoven.’

Het is een bijzonder beeld, dat raakt aan de ervaring van Pasen. Er heeft een nieuwe geboorte plaatsgevonden, zeker, maar er is ook de leegte van het gemis. De aarde kon ten diepste niet meer zijn dan drager, baarmoeder, grond. Maar vernieuwd is de aarde nog niet, na de opstanding. De schepping zucht nog, zegt Paulus en verkeert in barensweeën van de wedergeboorte van alle dingen.

Zo wordt in het gedicht het lege graf ook een herinnering aan de leegte die we zelfs na Pasen kunnen ervaren. De leegte van een zinloze oorlog en van alles wat in deze wereld nog zo haaks staat op Gods nieuwe wereld. Het lege graf herinnert ons aan alle graven die in Oekraïne zijn gegraven, naamloos soms, vaak in haast omdat er geen tijd was te verliezen.

Er is nog steeds een ‘schaduw / over het licht geschoven’, het licht van Pasen wordt nog steeds gedempt door de aardse werkelijkheid. De stilte van godverlatenheid kan er ook na Pasen nog zijn: ‘Schaduw vertaalt het licht / en stilte zwijgt steen en been.’

De kwetsbare kiem breekt door de steen heen.

Ontkiemend

Maar dan verschuift het beeld, van de baarmoeder naar de graankorrel in de aarde. Dit beeld, van het zaad dat sterft in de aarde om zo vrucht te kunnen dragen, komt uit Johannes 12:24. Van der Graft grijpt er graag op terug in zijn liederen en gedichten. ‘Maar het zaad breekt de steen, / graan kiemt.’

Er is met Pasen dus ook iets anders gebeurd. De aarde was niet alleen baarmoeder maar ook akker. Pasen komt niet alleen aan het licht in de Opgestane die koninklijk verrijst, maar ook in het ontkiemen van het zaad van het koninkrijk van God. Door de steen van het zwijgen breekt het ontkiemende zaad zich een weg uit de aarde naar buiten.

Er is iets nieuws doorgebroken, onherroepelijk. In de doodsheid van de wereld ontkiemde het nieuwe leven, waarin ook wij nu al mogen opstaan. Wonderlijke combinatie: de kwetsbare kiem breekt zich met kracht door de steen heen. Zo is Gods nieuwe wereld onder ons, kwetsbaar en krachtig tegelijk.

En de dood?

En de dood? ‘De dood komt biechten.’ Waar de Opgestane verrijst, moet de dood zijn ongelijk erkennen. Met hangende pootjes komt hij zijn tekorten en schuld belijden. Een prachtig beeld is het, van de laatste vijand die verslagen wordt. Hij komt er niet mee weg, hij zal zich moeten verantwoorden.

Dat is de uiteindelijke hoop van Pasen, dat de dood niet het laatste woord zal hebben. Dat laatste woord is aan de Levende, die eens met beide benen in Gods vernieuwde wereld zal staan.

Bas van der Graaf is predikant van de Nieuwe Kerk in Huizen, coach en geestelijk begeleider.


Woord & dienst 2022, nr. 4: Getuigen van Pasen

‘Als de zon schijnt, lijkt de wereld stukken beter’, zong Robert Long jaren geleden. Deze lente lijkt dat weer bevestigd te worden. Hoe kan de aarde die er zo mooi uitziet, zo’n ‘rotte plek in het heelal’ zijn? Hoe kan een kerk in deze wereld getuigen van Pasen? Het leed dat schuilgaat achter deze vragen, heeft dit keer niet alleen het themagedeelte beïnvloed.

De redactie heeft paasgetuigen gezocht bij schrijvers, dichters en componisten. Schoonheid bij hen, schoonheid die de ziel raakt, heeft weet van het donker. Toch kan dat een heel cynisch antwoord worden, alsof het lijden nodig is om kunst te doen ontstaan.

Wat is dan Pasen? Niet als het slot van Robert Long: ‘dat blijft zo tot de laatste mensen dood zijn’. Het heeft met keuze te maken, maar ook met een leeg graf dat ons tot die keuze roept. Een keuze voor hoop, een keuze voor de vogel Leven. Pasen is, schrijft Peter-Ben Smit, het ‘anders te proberen en te protesteren tegen alles wat Gods normaliteit weerspreekt’. Om vol te houden …

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken