Menu

Premium

Preekschets 1 Johannes 1:3a

Pasen

1 Johannes 1 vers 1-4, Johannes 20:1-10, 19-23

‘Wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen we ook aan u, opdat ook u met ons verbonden bent.’

Thema: Verbonden in volkomen vreugde

Liturgisch kader

Pasen is het feest van de volkomen vreugde. In een wereld waar de machten van het kwaad en de dood op allerlei manieren tastbaar is, viert en bezingt de kerk het geheimenis dat Jezus Christus de dood heeft overwonnen en dat God de wereld met zichzelf verzoend heeft. In de woorden van Johannes: ‘Het leven is verschenen, wij hebben het gezien en getuigen ervan (..), het eeuwige leven dat bij de Vader was en aan ons verschenen is’ (1 Johannes 1:2). Dat is geen vrome fantasie, geen religieuze inbeelding, maar – hoe onvoorstelbaar ook – het getuigenis van een werkelijke ontmoeting met de opgestane Heer, hoorbaar, zichtbaar, tastbaar. Daarover is meer te lezen in het evangelie, bijv. Johannes 20. Johannes schrijft deze brief om de gemeente, ook ons dus, erin te betrekken: ‘We schrijven u deze brief om onze vreugde volkomen te maken.’ Maar de vreugde van Pasen is meer dan de verbondenheid met de kerk van alle eeuwen. Het is de verbondenheid met de Vader en de Zoon (vers 3) Zelf! Veel bekende paasliederen bezingen deze vreugde. Te denken valt ook aan Psalmen 30, Psalmen 68:7,9, Lied 642 (Liedboek 2013 – Zingen en bidden in huis en kerk). De eerste brief van Johannes biedt stof genoeg om tussen Pasen en Pinksteren in meerdere diensten te behandelen.

Uitleg

De drie brieven van Johannes vertegenwoordigen een eigen stem in het geheel van het Nieuwe Testament. Het eigene daarvan komt in de proloog van 1 Johannes al meteen naar voren. Anders dan de brieven van Paulus ontbreekt hier een formele markering van afzender en aangeschrevene. Deze beginverzen hebben iets van een proclamatie, die het gevoel geeft dat jij, de lezer, ook over de boog van de eeuwen heen, direct wordt aangesproken. Het is ‘wij’ en ‘u/jullie’ die met elkaar verbonden zijn. ‘Wij’ markeert een zeker gezag en de lezers worden uitgenodigd zich daardoor te laten leiden. Het ‘wij’ is de generatie, die met hun eigen ogen hebben gezien en met hun handen hebben aangeraakt. Toch ligt het accent niet op de ervaring met de opgestane Heer, ook niet op het getuigen ervan, maar op de daden van God die aan deze ervaring vooraf gaan. ‘Wat er van den beginne was’ (vers 1) is een toespeling op de proloog van het evangelie van Johannes en op Genesis 1: In den beginne was het Woord. Het scheppend spreken van God gaat aan al het andere vooraf: het Woord dat leven is (vers 1). Dit levende en levenwekkende Woord is geopenbaard en wordt ons verkondigd. In correlatie daarmee noemt Johannes in vers 1 het horen als eerste, vóór het zien, aanschouwen en aanraken (vgl. ook 1 Johannes 2:24).

Wat het zien en aanraken betreft: daarover is te lezen in Johannes 20 (Thomas), maar ook in Johannes 19:35 (Johannes zelf). Voorop staat: Pasen komt tot ons als boodschap en deze boodschap sticht verbondenheid (koinonia), vers 3. Deze verbondenheid heeft echter niet alleen een horizontale (tussen de apostelen en de gemeente), maar ook verticale (met de Vader en de Zoon) dimensie. De koinonia heeft ook een ethische strekking, die tot uiting komt in de naastenliefde (vgl. 1 Johannes 1:6,7). Over de volkomen vreugde (vers 4): deze twee woorden hebben in het evangelie van Johannes een sterk eschatologische klank (zie Lieu, 47/48). In deze brief is dat minder evident, de woorden komen slechts een enkele keer voor, maar dat maakt hun betekenis niet minder geladen.

Aanwijzingen voor de prediking

Pasen is het feest van de vreugde. Niet van de vreugde die weer voorbijgaat, maar van de vreugde die blijft, die alles omvat, de volkomen vreugde. Volmaakt is de vreugde die van God komt. En wij mogen daarin delen. Dat is het doel, waarmee Johannes zijn brief schrijft. ‘We schrijven jou of jullie deze brief om onze vreugde volkomen te maken.’ Volkomen vreugde die ons ten deel valt, daarover gaat het in deze brief, op dit Paasfeest. Het kan zijn, dat je al volop deelt in de vreugde van Pasen en dat je daarom naar de kerk gekomen bent. Dan is Pasen het feest van de herkenning. Maar het kan ook zijn dat je moeite hebt met de vreugde en het volkomene ervan. Vaak zijn andere emoties als verdriet en angst zoveel sterker dan de vreugde. In het leven en in de wereld zijn er zoveel dingen, die juist schrijnend onvolkomen en pijnlijk onvolmaakt zijn.

Om te delen in de volkomen vreugde van Pasen, moeten we radicaal zijn en beginnen bij het begin: ‘Wat er was vanaf het begin, wat wij gehoord hebben, wat wij met eigen ogen gezien hebben, wat onze handen hebben aangeraakt, dát verkondigen wij: het Woord dat leven is.’ Als Johannes aan het begin denkt, dan denkt hij aan God. Dat is beslissend. Als we niet bij God beginnen, komen we ook niet bij Hem uit. Dat geldt helemaal rondom het geheimenis van Pasen. Want ‘wat geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen’, dát heeft God gedaan. (1 Korintiërs 2:9)

Pasen is, dat God teruggrijpt op wat Hij begonnen is. God die zelf zonder begin en einde is, heeft voor ons een nieuw begin gemaakt. Pasen is dat het licht van den beginne (Genesis 1:3) opnieuw binnenvalt, nu in het donker van deze wereld, in de duisternis van de zonde en de dood. Pasen is dat Jezus, de gekruisigde en opgestane Heer, verschijnt bij zijn leerlingen, met een liefde die sterker is dan de angst (Johannes 20:19-23). Dat is Pasen: ‘God heeft gesproken. God heeft geleden. Nu gaat Hij geven’ (Noordmans): Vrede en vreugde. Volkomen vreugde.

Wij hebben hem ‘gehoord’, wij hebben hem ‘gezien met eigen ogen’, wij hebben hem ‘aanschouwd’, ja zelfs ‘betast met onze eigen handen.’ Johannes herhaalt het zelfs nog een keer, alsof hij denkt aan de Thomassen die er in de gemeente zijn. Lijfelijker, zintuiglijker kan het niet. Oren, ogen en handen zijn erin betrokken. ‘Wij’, zegt Johannes. Daarmee sluit hij zich aan bij het getuigenis van de andere apostelen, zoals bijvoorbeeld Petrus (2 Petrus 1:16).

Wij zijn geen ooggetuigen zoals de apostelen. De gemeente leeft van hun getuigenis. Toch is ons geloven ook zintuiglijk. Pasen komt tot ons als een boodschap. Het wordt ons verkondigd. Geloven is uit het gehoor (Romeinen 10:17), en gebeurt wanneer Christus tot ons komt in het gewaad van zijn woord (Calvijn). Soms krijgen we het ook te proeven, in brood en wijn, het zichtbare Woord. Maar het zien van aangezicht tot aangezicht staat voor ons nog uit. Nu zien wij als in een wazige spiegel (1 Korintiërs 13). Toch gaat dat niet ten koste van de volkomen vreugde. Die is er nu al, wanneer we het getuigenis van de apostelen horen, beamen en ervan zingen. Dat is de diepe verbondenheid met de kerk van alle eeuwen. Deze verbondenheid is veel dieper dan de ‘verbinding’ waar de samenleving (vaak zo geforceerd en kunstmatig) naar zoekt en verlangt in deze individualistische tijd. Wat is het geheim van de verbondenheid van de kerk? Dat is dat we in de verbondenheid met de kerk tegelijk ‘verbonden zijn met de Vader en zijn Zoon Jezus Christus.’ Het is de verbondenheid in onvoorwaardelijke liefde.

Ideeën voor kinderen en jongeren

Bible Basics biedt rondom Pasen veel materiaal dat ook voor een kindermoment gebruikt kan worden. Ook Sue Relf, 100 instant praatjes voor kinderen reikt allerlei ideeën aan. Omdat het in dit tekstgedeelte gaat over horen en zien, zou je met het eenvoudige kinderspel ‘ik zie, ik zie wat jij niet ziet’ een verdiepingsslag kunnen maken: als je goed luistert, ga je het zien: we leven in verbondenheid met elkaar en met de opgestane Heer. Of een goed nieuws-krant maken (tegenhanger van het nieuws rond Oekraïne) met alleen maar berichten over reddingsacties, over tóch leven, over glimpen van het paradijselijk begin van de aarde. Passend kinderlied zou kunnen zijn Hemelhoog 691, ‘Vertel het aan de mensen’.

Geraadpleegd

•  J.M. Lieu, I,II & III John, A Commentary, TNTL, Louisville 2008

• J. Nieuwenhuis, Johannes de Ziener, Het evangelie, de brieven, de openbaring, Nijmegen 2010, 519-530.

• Th. J. M. Naastepad, Om de langste adem, Baarn 2003, 11-17.

• H.J. Iwand, Predigtmeditationen, Göttingen 1964, 328-333.

Deze preekschets is geschreven door Krijn Hage, predikant van de Protestantse Gemeente ‘s-Gravenzande.



Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken