Menu

Premium

Preekschets 1 Korintiërs 1:25

1 Korintiërs 1:25

Vijfde zondag na Pinksteren

Want het dwaze van God is wijzer dan mensen, en het zwakke van God is sterker dan mensen.

Schriftlezing: 1 Korintiërs 1:18-31

Het eigene van de zondag

Ook op deze zondag na Pinksteren zou ik het beeld van de berghelling – zie vorige zondag – nog eens willen oproepen. De gemeente is op ontdekkingstocht naar haar eigen aard van bestaan. Is die gelegen in de Joodse traditie. Ja en nee. Is die gelegen in de Griekse traditie van de wijsheid? Ja en nee. De gemeente heeft als opdracht te leren zichzelf steeds weer te positioneren tussen stromingen en visies in die haar niet onberoerd laten, maar haar ook niet bepalen.

Uitleg

Korinte is een multiculturele stad. Dat levert vragen op. Paulus gaat in deze brief in op vragen over de gehuwde en de ongehuwde staat, het eten van offervlees, het omgaan met de nieuwe ervaring van vrijheid, de hoofdbedekking van de vrouw, een passende wijze van het vieren van de Maaltijd van de Heer. Het is praktische theologie vanuit het centrale thema van zijn theologie: het kruis. Paulus schrijft aan een gemeente die niet bestaat uit de bovenlaag van de samenleving. In vers 26 is sprake van mensen die naar de menselijke maatstaf niet wijs waren, niet vele machtigen of mensen die een voorname afkomst hebben. Het evangelie vindt bij deze groepen eerder ingang, al schept het ook verwarring en verdeeldheid (vs. 1017).

Paulus wil zonder welsprekendheid, die veel Griekse redenaars beroemd maakte, de boodschap van het kruis (logos tou staurou) verkondigen. ‘So the creating Wisdom of God can be most clearly recognized now through identification with the crucified Christ’ (Dunn, 274). Jezus is de spiegel waarin twee wijsheidsstromingen weerkaatsen en ook tegenspraak ondervinden. De pre-existentie van de Wijsheid is voor Joden niet vreemd. Het probleem is de ideële pre-existentie en de realisering van de pre-existentie in Jezus van Nazaret. Jezus Sirach over de wijsheid: ‘De eerste mens leerde hem niet volledig kennen, de laatste mens zal hem evenmin doorgronden’ (Sirach 24:28). Hoe zou Jezus dan, in Paulus’ visie, de wijsheid in persoon kunnen zijn? ‘Wijsheid werd in het vroege Jodendom begrepen als Gods wijsheid, als de immanente God op zijn manier betrokken bij zijn schepping en zijn volk’ (Dunn, 272). Kan deze wijsheid in een andere persoon verschijnen? Paulus zegt ‘ja’; daarmee is het een aanstoot (skandalon) voor de Joden. Zoals de ‘valstrik’ van de vogelvanger in Psalm 91:3.

Het volgende Joodse bezwaar is gelegen in de wijsheid die zich laat kruisigen. Dat is geheel ondenkbaar in de Joodse perceptie van wijsheid: ‘Want een gehangene is door God vervloekt’ (Deut. 21:22).

Voor de Grieken is de wijsheid (sofia) een menselijk vermogen god of de goden te leren kennen. Het algemene begrip wijsheid heeft ook de connotatie van praktisch wijs. (ThWNT, 469). Paulus polemiseert hier waarschijnlijk niet tegen het praktische of filosofische begrip van de Grieken. Veeleer verzet hij zich tegen een stroming die aan te duiden is als een ‘eschatologischen Schwarmertum’ (ThWNT, 523). Deze in het Griekse filosofische denken gedrenkte christologie haalt Paulus’ kruistheologie onderuit. Het zijn de aanhangers van die christologie die Paulus’ denken over het kruis een dwaasheid (moria) achten. Het citaat in vers 19 komt uit Jesaja 29:14 in de vertaling van de Septuaginta. Behalve dan dat Paulus spreekt over wijsheid die vernietigd wordt en de Septuaginta over wijsheid die verborgen wordt (Barrett, 52). Heeft Paulus dit nodig om goed duidelijk te maken dat menselijke wijsheid niet tot Godskennis voert?

Wijsheid is geopenbaarde wijsheid in de persoon van Christus. Die wijsheid is voor de Joden ook onaanvaardbaar omdat ze gewend zijn wondertekenen te zien. Denk aan de vraag van de Farizeeën aan Jezus, die hen daarin terechtwijst (Mat. 12:38). Grieken willen de wijsheid aflezen aan gedrag. Paulus toont de gemeente, hun die geroepen zijn (autois de tois klètois), dat God kracht is en wijsheid (vs. 24). De redding ligt voor mensen in de dwaasheid van het kruis. Voor het Joodse en het Griekse denksysteem moet dit een horrorscenario zijn geweest. Voor wie onbeduidend (agenès, ‘van lage komaf’) is voor de wereld en veracht (eksoutheneoo) is deze goddelijke wijsheid van het kruis een (h)erkenning van hun staat en stand. Identificatie van hun situatie? Wijsheid, rechtvaardigheid en heiligheid zijn voortaan niet (meer) los van Christus verkrijgbaar. In 1 Korintiërs 2:1-5 bevestigt Paulus nog eens zijn centrale boodschap over het kruis.

Aanwijzingen voor de prediking

Wie goed zijn kranten leest, ziet hoezeer filosofen in onze samenleving voor het spraakmakende discours zorgen. De maand van de filosofie scoort hoog. Een maand van de theologie bestaat niet eens. Samenlevingsvragen en zinvragen worden meer en meer binnen filosofische kaders behandeld. Niet iets om negatief over te doen. Wél iets om alert op te reageren. Verdwijnt met al deze filosofische benaderingen, rijp en groen, de gedachte aan de ergernis en de dwaasheid van het kruis? Polderharmonisatie in alles? Wordt in sommige theologische kringen anderzijds het kruis niet zo verheerlijkt dat ook daar de ergernis en de dwaasheid worden geharmoniseerd? De woorden van Oepke Noordmans vind ik verhelderend in het kader van aanstoot en dwaasheid: ‘De waarheid der schepping is geen toon in een harmonie, geen cijfer in een rekenkunstige reeks, geen secunde in een oneindige tijd. Door het geloof verstaan wij dat de wereld door het Woord Gods is toebereid (Hebr. 11:3). De Schepping licht rondom het Kruis. Hoe verlaten dit ook schijnt’ (Noordmans, 209).

Is deze dogmatische uitspraak ook niet een uitspraak die troost impliceert voor de niet vele wijzen en niet vele machtigen die Paulus noemt? Zou het niet nog altijd zo zijn dat het die groepen mensen zijn die de nabijheid van God in Christus ervaren, juist als hun eigen situatie uitzichtloos lijkt? In een township in de buurt van Kaapstad las ik op een spandoek: ‘Don’t suffer, praise the Lord.’ Wie waagt het buiten die context om te zeggen: dit zijn goedkope dogmatische adviezen?

Liturgische aanwijzingen

Andere lezingen: Prediker 10:12-15 (wijsheid niet in tel); Lucas 5: 1-11 (praktische wijsheid versus geloof). Liederen: Psalm 14; Gezang 176; 177:1, 3, 5, 6; 326:1, 2, 3; 461:1-4, 7 (Lvdk).

Geraadpleegde literatuur

C.K. Barrett, A Commentary on the First Epistle to the Corinthians, London 1968; James D.G. Dunn, The Theology of Paul the Apostle, Grand Rapids Michigan 1998; ThWNT Band VII; O. Noordmans, Verzamelde Werken, deel 2, Kampen 1979.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken