Menu

Premium

Preekschets 1 Korintiërs 15:31 – Beloken Pasen

1e zondag na Pasen (Beloken Pasen)

Elke dag sterf ik opnieuw, broeders en zusters, zo waar als ik dankzij Christus Jezus, onze Heer, trots op u kan zijn.

1 Korintiërs 15:31b

Schriftlezing: 1 Korintiërs 15:12-19; 29-34 en 4:9-17
Thema: Elke dag sterf ik opnieuw

Zie ook

  • Het eigene van de zondag

    In de diensten van Pasen en Goede Vrijdag heeft meestal een tekst uit de evangeliën centraal gestaan. In de zondagen na Pasen is het goed om aan de hand van een tekst uit Paulus stil te staan bij de consequenties van deze heilsfeiten voor het leven van alledag. De eerste werkweek na het Paasweekend zit er weer op. Hoe werkt die boodschap van Jezus’ sterven en opstanding door tot in dat ‘gewone’ leven? Hoe kan ik blijven staan in de overwinning van Christus over de dood?

    Uitleg

    Paulus is lang niet altijd eenvoudig te begrijpen, als hij zich in lange volzinnen uitdrukt. Nu echter een korte, krachtige, prikkelende uitspraak: ‘Elke dag sterf ik opnieuw’. Wat bedoelt Paulus daarmee? Uit de directe context wordt duidelijk dat Paulus’ leven geregeld gevaar loopt. Het vers ervoor spreekt over een zich ‘voortdurend aan gevaren blootstellen’ en het vers erna over ‘In Efeze heb ik op leven en dood gevochten’. Dat Paulus’ leven steeds gevaar loopt hangt samen met zijn gehoorzaamheid aan zijn roeping tot apostel. Dat blijkt uit 4:9: ‘Maar volgens mij heeft God ons, apostelen, de laagste plaats toegewezen, alsof we ter dood veroordeeld zijn. We zijn voor heel de wereld, zowel voor engelen als mensen, een schouwspel geworden’. Dat Paulus elke dag opnieuw sterft betekent dat hij zich er dagelijks van bewust is dat zijn apostelschap hem zijn leven kan kosten. Zoals Christus leed, zo is ook het leven van een apostel: de overwinning preken gaat intrinsiek gepaard met lijden (zie Handelingen 9:16 en Kolossenzen 1:24). Lijden om Christus geldt in het bijzonder voor apostelen, maar ook voor ‘gewone’ gemeenteleden. Als Paulus in hoofdstuk 4 deze lijdensweg voor apostelen heeft beschreven, spoort hij in vers 16 aan: ‘Ik roep u dus op mij na te volgen’. Paulus bedoelt dan niet dat we bewust het lijden moeten opzoeken, maar dat we ons moeten verbinden aan Christus. Dat blijkt uit het volgende vers, als Paulus daar schrijft over een verbonden zijn met Christus, als iets dat Paulus in iedere gemeente leert. Door de Heilige Geest moet ik verbonden worden aan dat leven van Christus, met die dynamiek van Goede Vrijdag naar Pasen, van lijden tot heerlijkheid (zie ook Jezus’ onderwijs: Lucas 9:23-24).


    Maar waarom betekent een jezelf verbinden aan Christus dat je moet lijden? Dat blijkt het meest duidelijk uit de eerste hoofdstukken van 1 Korintiërs. In de bekende passage over de ware wijsheid, 1:18-2:16, legt Paulus uit dat de boodschap van het evangelie voor de wereld een dwaasheid is omdat juist het zwakke door God uitgekozen is, om zo het sterke te beschamen (1:26-31). In die boodschap staat ook een zwakke, schandelijke figuur centraal: een gekruisigde Christus (2:2). Doordat zwakke predikers aan zwakke mensen een zwakke Verlosser preken is christen-zijn een aanstoot voor de wereld, en volgt er dus onherroepelijk lijden. Je komt apart te staan in de maatschappij als je roemt in een zwakke Jezus, en niet in een trots eigen ik. Je komt apart te staan als je zelf daardoor ook oog voor het zwakke krijgt. En zo hoort lijden bij het christen-zijn, zoals Paulus ook in zijn overwinningslied in Romeinen 8 zegt, Psalm 44 aanhalend: ‘Om u worden wij dag na dag gedood en afgevoerd als schapen voor de slacht’ (8:36). Vanuit dat lijden gaat voor de gelovige de hoop op de opstanding steeds meer leven (Filippenzen 3:10-11:20).

    Het probleem in de gemeente van Korinte is nu, dat deze boodschap van Goede Vrijdag door hen niet tot in het leven van alle dag is verwerkt. Want als ik moet leren mijn grote ego, mijn ‘dikke ik’ te kruisigen, en oog te hebben voor het zwakke, waarom zijn er in Korinte dan toch nog ruzies en is er leiderschapsconcurrentie (3:3v)? En waarom streven ze naar de hoge dingen als het gaat om de Geestesgaven, en niet naar de nederige, dienstbare gaven (hoofdstukken 12-14)? En waarom leven zij in een overwinningssfeer, waarin zij zichzelf nog zo ontzettend belangrijk vinden (4:6-8)? Is het geen Goede Vrijdag geweest dan, waarin ik geleerd heb mijn eigen wijsheid te laten kruisigen, en alleen in Jezus, door de Geest verbonden, sterk te staan? Dat de boodschap van Goede Vrijdag niet is doorgedrongen, blijkt dan ook daar uit, negatief, dat zij het lijden om Christus’ wil niet kennen. Zij leven in een overwinningssfeer, alsof Goede Vrijdag niet bestaat. En zo is ook de betekenis van Pasen voor hen verbleekt. Er is geen behoefte aan leven na dit leven, want hier en nu is het leven al zo prachtig (contra bijv. Calvijn, voor wie de overdenking van het toekomstige leven zo belangrijk was; zie Institutie, III.9 en III.25.2). En zo werd de opstanding van Christus en de gelovigen niet meer van belang geacht, en niet meer geleerd (15:12v.).


    De gemeente zegt wel christen te zijn, maar Paulus confronteert hen er nu mee dat in het leven van alledag dat een totaal andere uitwerking heeft dan in Paulus’ eigen leven. En Paulus werpt het hen nu scherp voor de voeten: ‘hoe kan het, dat ik elke dag opnieuw sterf, terwijl jullie een leven hebben als God in Frankrijk? Ben ik dan zo dom dat ik mijn leven voor niks vergooi, of hebben jullie toch niet ergens een afslag gemist… wordt het niet hoog tijd om de betekenis van Goede Vrijdag en Pasen beter te doordenken en doorleven, als raster, grondpatroon van je eigen leven?’.

    Aanwijzingen voor de prediking

    Je hoort nog wel eens dat je als prijs een aantal minuten gratis winkelen kan winnen. De winnaar probeert in record-tempo te graaien wat er te graaien valt, in een race tegen de klok. Is dit niet een beeld van onze maatschappij, en hebben wij als kerk of gemeentelid daar ook geen last van (Van den Berg, 147)? Ik leef nu, en moet er uit halen wat er in zit, nu het nog kan; mijn bucketlist afwerken; keuzestress. Maar Paulus trapt nu vol op de rem, en vraagt ons: het is toch net Goede Vrijdag en Pasen geweest? Dan ben je toch van deze supermarktrace bevrijd? Het gaat mij niet om steeds meer en hoger, en dat snel. In tegendeel: ik kies er voor om elke dag te sterven. Het schokeffect van die laatste opmerking is te verklaren uit twee dingen: Paulus heeft Goede Vrijdag verwerkt, en hij heeft Pasen verwerkt. 


    Op Goede Vrijdag zien we de liefde van Jezus, doordat hij zijn leven gaf voor ons. Nu we door de doop aan Jezus verbonden zijn is dat voor ons een opdracht geworden: ‘heb lief tot het pijn doet, en heb daarna nog meer lief’ (Shane Claiborne). Waar onze maatschappij oproept tot zelfontplooiing wijst Jezus een weg van zelfverloochening. Heb je die weg gekozen, afgelopen week? In het de minste zijn in een discussie met je collega’s of familie, in het kopen van een straatkrant? Je hobby op een laag pitje gezet om je als vrijwilliger te kunnen aanmelden voor buurtpreventie of schuldhulpmaatje? Kortom: de wond in je omgeving en de samenleving zien, en je gezicht niet wegdraaien. In dat doen van het goede er ook eerlijk voor uitkomen waarom je dat doet: omdat je Jezus als je Leider volgt, die eerst zelf die weg ging voor mij. En mocht dat niet in dank worden afgenomen: ‘Worden we bespot, dan zegenen we; worden we vervolgd, dan verdragen we het; worden we beledigd, dan antwoorden we vriendelijk’ (4:12-13). Zo leven betekent leren sterven. Want dit radicaal uitleven doet echt pijn. Het is elke dag weer een omkeren (de ‘dagelijkse bekering’). Goede Vrijdag aanvaarden betekent een bewuste keuze voor: ‘Elke dag sterf ik opnieuw’ in plaats van ‘laten we eten en drinken, want morgen sterven we’ (15:32). Dat gaat diep. 


    Wie houdt dat vol? En ben je zo niet een beklagenswaardig figuur (15:19)? Zonder hoop op de opstanding van de doden wel. Maar door dagelijks te sterven is er de hoop op de opstanding. Door nu te sterven ‘bereik’ je straks de opstanding met Christus (vs. 32; het ‘nut’ van het nu sterven, HSV). Je moet het wagen om te geloven: nu loslaten zodat je straks ontvangen zult (Lucas 9:23-24). Geloven dat de waarde van het leven niet opgesloten zit in het hier-en-nu. Wanneer je er komende week bewust voor kiest om dagelijks te sterven, bemoedig jezelf dan met de hoop en verwachting op het toekomstige leven met Jezus als prijs (9:27). Zoiets is moeilijk voor te stellen omdat het nog toekomstmuziek is. Daarom is het goed om jezelf bewust in die Paas-consequentie te oefenen, bijvoorbeeld door het volgende briefje op je prikbord te hangen of komende week in je broekzak te doen: ‘a life soon be past, only what’s done for Christ will last’.

    Ideeën voor kinderen en tieners

    Voor kinderen en tieners is het idee van een dagelijks sterven abstract en dus moeilijk. Ter verheldering kan het beeld gebruikt worden dat Jezus hier ook zelf voor gebruikt: de graankorrel die eerst moet sterven voordat hij zich vermenigvuldigen kan, Johannes 10:24-25 (zie ook: Kindermoment: Zaadjes). Ook voor hen kan duidelijk gemaakt worden dat dat sterven niet per se in grote dingen zit, maar ook in zoiets als helpen inruimen van de vaatwasser of het niet mee doen aan pesten op school. Tieners kan gewezen worden op de stress rond de Cito-toets. Is het nou echt zo belangrijk dat je zo hoog mogelijk uitkomt? God meet niet in cito-scores maar in hoe verre je hebt liefgehad. Je hoeft niet in dit leven per se zo hoog mogelijk uit te komen en te presteren, alsof je leven hier op aarde het enige is. Dat kan hen ontspanning geven omdat er op hen en hun ontwikkeling zo’n grote druk ligt vanuit de maatschappij.

    Liturgische aanwijzingen


    Qua Schriftlezing kan als tweede lezing naast de gedeelten uit 1 Korinte 15 ook gedacht worden aan Filippenzen 2:1-11 in plaats van 1 Korinte 4.


    Qua psalmen is in ieder geval aan 44 vers 3 te denken (zie uitleg), met omliggende coupletten om een bredere context te creëren (bijv. 4 en 7). Door lijden tot heerlijkheid komt ook mooi uit in 126:3.

    Qua liederen: ‘Het zaad zal vruchten dragen’ (Gereformeerd Kerkboek 2006 lied 66; Weerklank lied 67), vooral couplet 3. ‘God dank! Laat iedereen het horen’ (Zingende Gezegend, lied 155; Weerklank, lied 172). ‘Wees gegroet, gij eersteling der dagen’ (LB 221): zie het ‘Leer ons dagelijks, leer ons duizendwerven, in uw kruisdood meegekruisigd sterven’ in couplet 2, en het ‘na deez’ aardse lijdensweek’ in couplet 3.

    Geraadpleegd



    • Voor grondige exegese en theologische lijnen kan je terecht bij W. Schrage, Der Erste Brief an die Korinther, Evangelisch-Katholischer Kommentar VII/3, Neukirchen-Vluyn 1999.

    • Een goed commentaar met oog voor de prediking is R.B. Hays, First Corinthians, Interpretation, Louisville 1997.

    • Calvijn, Institutie, III.9 (meditatief), z.p., z.j.

    • M.R. van den Berg, De eerste Brief aan de Korintiërs, hoofdstuk 8-16, Amsterdam 1986 (meditatief)

    • A.A. van Ruler, De Dood wordt overwonnen. 1 Korinthen 15 in morgenwijdingen, Nijkerk, z.j. (meditatief)

    Wellicht ook interessant

    Nieuwe boeken