Menu

Premium

Preekschets 1 Petrus 1:13

1 Petrus 1:13

Laat uw geest daarom voortdurend paraat zijn, wees waakzaam en vestig al uw hoop op de genade die u ontvangen zult wanneer Jezus Christus zich openbaart.

Schriftlezing: 1 Petrus 1:13-25

Het eigene van de zondag

Na de viering van Pasen staan we in drie preekschetsen stil bij de bijbelse hoop. In de vorige preekschets stonden we stil bij het eigene van de bijbelse hoop. In deze preekschets gaat het over de daad van het hopen en in de derde gaat het over de vraag hoelang we nog moeten blijven hopen.

De nieuwtestamentische lezingen in deze serie kunnen gecombineerd worden met lezingen uit het boek Ester. In het boek Ester ontdekken we de kracht van het leven vanuit de hoop, zoals de schrift ons dat wil leren.

Uitleg

Petrus begint zijn brief met een lofzang op de gaven die God heeft gegeven (hoop, geloof en liefde, vers 3-12). Hierna gaat hij direct in op de concrete uitwerking hiervan in het leven van de gemeente. Dit doet hij door te beginnen met een oproep actief te hopen (gebiedende wijs van het werkwoord elpizō).

De levende hoop (1:3) die God geeft, is geen lege dop. Deze heeft een rijke inhoud en vraagt concrete doorvertaling in de levenshouding van de gemeente. De inhoud van de hoop omschrijft Petrus hier als: ‘de genade die u ontvangen zult wanneer Jezus Christus zich openbaart’. Petrus doelt hier op de dag van Jezus’ wederkomst op de jongste dag (1:7). Hij omschrijft met dat ene woord ‘genade’ al het goede wat de gelovige op die dag mag ontvangen. Later vinden we dit ook zo in de Didachè, in 10:6: ‘Laat genade komen, en laat deze wereld voorbijgaan.’ Het is de ‘onvergankelijke, ongerepte erfenis die nooit verwelkt’ (vers 4). Hierbij mogen we denken aan het einde van alle moeite en zorg, al het lijden en alle nood en pijn. Uit de rest van de brief blijkt dat de christenen aan wie Petrus schrijft te maken hadden met een vijandelijke houding van hun stadsgenoten. Het lijden is een belangrijk thema in de brief.

Het hopen op deze genade mag volgens Petrus leiden tot een actieve houding van paraatheid en waakzaamheid. Wat de NBV vertaalt met ‘paraatheid’ (laat uw geest daarom voortdurend paraat zijn), omschrijft Petrus met een bekend gebruik uit die tijd (nog herkenbaar in de HSV: ‘Omgord daarom de lendenen van uw verstand’). In het Oosten draagt men lange gewaden. Als iemand stilzit of uitrust, dan laat hij zijn gewaad loshangen. Maar wie op weg gaat, en klaar wil zijn om te gaan, die doet een riem om zijn gewaad heen; anders zou je zomaar kunnen struikelen. Zo, zegt Petrus, moet ook je geest paraat zijn. Laat de wederkomst van Jezus je niet overvallen en laat al je gedachten die de verwachting in de weg staan los. Mogelijk dacht Petrus hierbij ook concreet aan de zondige verlangens waar de gemeente voordat ze Christus leerden kennen door beheerst werd (vers 14).

De oproept tot waakzaamheid (‘nuchterheid’ in de HSV) ligt in het verlengde hiervan. Met een tweede beeld wil Petrus duidelijk maken welke houding helpt om te leven vanuit de hoop. Wanneer je onder invloed bent van drank of drugs, verlies je het juiste zicht op de werkelijkheid. In bepaalde situaties kan dit leiden tot wanhoop, omdat je geen uitkomst meer ziet. Petrus roept op tot het tegenovergestelde: nuchterheid. Bijbelse nuchterheid is geen wereldmijding, maar het juiste zicht op deze wereld en haar geschiedenis. Petrus herhaalt de oproep tot nuchterheid in 1 Petrus 4:7 en 5:8. We leven in de laatste periode van de wereldgeschiedenis (4:7) en de duivel zwerft nog rond (5:8). Dit vraagt alertheid van de gelovigen, waarbij ze hun hoop blijven vestigen op de genade die komt. Meer informatie over het bijbelse spreken over nuchterheid.

Op de achtergrond van deze woorden van Petrus beluisteren we het onderwijs van Jezus zelf. In Lucas 12 vanaf vers 35 horen we Jezus zeggen: ‘Sta klaar, doe je gordel om en houd de lampen brandend’ (HSV: ‘Laten uw lendenen omgord zijn en de lampen brandend’). Het was Petrus die op deze gelijkenis doorvroeg. Het verhaal dat Jezus vertelt, gaat over een rentmeester die aangesteld wordt tot goed beheer. Hoe zal de heer zijn rentmeester aantreffen als hij terugkomt? Zal hij iemand terugvinden die het personeel slaat, alleen maar eet en drinkt en dronken is? Of zal hij hem vinden terwijl hij goed voor zijn personeel zorgt? Leven in het licht van Jezus’ wederkomst geeft extra verantwoordelijkheid voor het leven van hier en nu.

Ook Petrus wil in zijn brief benadrukken dat hopen niet leidt tot een passieve houding, maar tot een leven waarin je actief rekening houdt met de gaven van God (geloof, hoop en liefde) hier en nu. Hopen op toekomstige genade betekent niet achteroverzitten, maar je leven laten bepalen door Gods woorden. In de verzen 14-25 en 2:1-10 werkt Petrus dit verder uit met vijf andere werkwoorden in de gebiedende wijs (wees heilig (1:14-16), leef in ontzag voor God (1:17-21), heb lief (1:22-25), verlang naar geestelijke groei (2:1-3), laat u als levende stenen gebruiken (2:4-10)).

Aanwijzingen voor de prediking

Hoop kan actief en passief zijn. Bij passiviteit komt hopen niet verder dan vrome gedachten of wensen. Hoop wordt actief als je je dagelijks leven erdoor laat beïnvloeden. Denk aan hoe hoop kan functioneren in het leven van een gedetineerde. Een gedineerde kan hopen dat hij ooit vrijkomt, maar er verder niets mee doen. Hij zit doelloos op zijn cel zijn tijd uit. Hij kan ook voortdurend bezig zijn met zijn vrijlating. Zo iemand zal zijn dagelijks leven daardoor laten bepalen en voorbereid willen zijn voor de dag waarop hij vrijkomt. De apostel Petrus wil ons aansporen zó de bijbelse hoop te laten functioneren in ons leven. De genade die de gelovige mag ontvangen op de dag van Jezus’ wederkomst, mag dan ook nu al het leven van elke dag bepalen.

Petrus reikt ons zelf twee beelden aan, die ook wij kunnen gebruiken om de gemeente duidelijk te maken wat nodig is om de hoop zo te laten functioneren. Het eerste beeld (het omgorden van de lendenen) heeft wel meer woorden nodig, omdat het stamt uit een andere cultuur. Toch zal het heel herkenbaar kunnen zijn. Je gedachten kunnen zo in beslag genomen worden door alles van het hier en nu dat het leven met God en zijn toekomst nauwelijks meer een plek heeft. Als de jongste dag er plotseling is, zal die je overvallen en de vraag is hoe je Christus dan onder ogen kunt komen.

Het tweede beeld (nuchter zijn) is universeel herkenbaar. Verschillende vormen van bedwelming worden juist gebruikt om even niet meer aan de toekomst te hoeven denken. Ze worden aangegrepen als een escape uit het hier en nu. Iedereen weet alleen dat dit van korte duur is. Het helpt niet echt. De situatie op lange termijn verandert er niet wezenlijk door. Petrus biedt ons hier een alternatief, met meer toekomstperspectief.

Ter illustratie kunnen situaties uit het concrete leven geschetst worden om te laten zien hoe deze hoop functioneert. Hierbij kunnen we denken aan het leven van Modechai. Mordechai bleef hopen op de redding (Ester 4:14). Dit bracht hem tot een actief optreden. Ester had weinig hoop en was daarom in eerste instantie niet bereid te handelen (vers 11), maar aangespoord door Mordechai en gesteund door haar volksgenoten gaat zij op weg. Hier zien we hoe één persoon levend vanuit de hoop het verschil kan maken voor de toekomst van een heel volk.

Ook hedendaagse voorbeelden zijn aansprekend. Ik moet denken aan pater Frans van der Lugt, die bereid was in de stad Homs op zijn post te blijven. Menselijkerwijs was er geen toekomst, toch was hij bereid het gevaar te trotseren, levend vanuit geloof, hoop en liefde. Het getuigenis van zijn volharding is heel de wereld over gegaan. Ook kan wellicht uit de eigen kerkelijke gemeente een voorbeeld genoemd worden van iemand die midden in moeilijke omstandigheden bleef hopen, met daarbij aandacht voor de zegen die daarvan uitging.

Gevraagd kan worden in hoeverre deze hoop actief functioneert in het leven van de hoorder. Gewezen mag worden op de kracht die ligt in deze levenshouding. God geeft ons hoop. Wij mogen ons leven daardoor laten bepalen. Als we dit laten liggen, doen we niet alleen God, maar ook onszelf erg tekort.

Liturgische aanwijzingen

Als bij gebruik van de schets van 12 april Ester 3 gelezen is, kan op deze zondag Ester 4 gelezen worden. Bij het kiezen van de psalmen en liederen kan gezocht worden naar de actieve kant van het hopen: Psalm 26, 33:7, 56:1, Gezang 314, NLB 607:3, Opw. 337, 717. Over de jongste dag: Gezang 300, 476:5, Opw. 585.

Geraadpleegd

S. Janse, Nuchterheid, bezonnenheid: http://www.preekwijzer.nl/preek/1%7C682
P.H.R. Van Houwelingen, 1 Petrus, Commentaar op het Nieuwe Testament, 2e druk, Kampen 1997
K.H. Schelkle, Die Petrusbriefe, Freiburg 1976
J. Ramsey Michaels, 1 Peter, WBC, Carlisle 1988

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken