Menu

Premium

Preekschets Deuteronomium 30:19 – Bediening van de heilige doop

Deuteronomium 30:19

Kies voor het leven, voor uw eigen toekomst en die van uw nakomelingen…

Schriftlezing: Deuteronomium 30:15-20

Het eigene van een doopdienst

Wanneer in de gemeente gemiddeld vijf keer per jaar een doopdienst wordt gehouden, is het niet nodig om de tekstkeuze te laten bepalen door de doop. Ook als in doopdiensten een rooster wordt gevolgd, is het interessant en belangrijk om in de voorbereiding van de dienst samen met de doopouders de teksten te lezen en te zoeken naar een ‘link’ met de doop van hun kind. Vaak is het verrassend wat daar uitkomt. Dan blijkt dat je als prediker je niet in bochten hoeft te wringen om in de doopdienst de boel bij elkaar te houden. De link ligt voor de hand, zoals wordt gezegd van de Thora: ‘ (…) die geboden zijn heel dichtbij’ (Deut. 30:14). De woorden uit Deuteronomium 30:19 – ‘Kies voor het leven’ – werden door de ouders direct betrokken op hun keuze voor de doop van hun kind.

Uitleg

Uiteraard mag het exegetische geweten niet worden verloochend. De context is altijd van invloed op de interpretatie van een tekst. Maar vóór een betekenis in de tekst wordt gelegd, moet deze eerst in de eigen context worden begrepen.

In het verband van het bijbelboek Deuteronomium is de tekst een onderdeel van een toespraak van Mozes. Het boek Deuteronomium heeft de vorm van een drietal toespraken (1:6-4:43; 4:44-28:68; 28:69-32:52) die zijn ingebed in een raamvertelling (1:1-5; 34:1-12). Het verhaal wordt gesitueerd ‘aan de overkant van de Jordaan’ (1:1), op het moment dat het volk Israël op het punt staat het beloofde land binnen te trekken. Ze zijn nog niet de Jordaan overgestoken, maar het beloofde land ligt binnen handbereik. Mozes mag het land zien, maar zal het niet bereiken. Het hele boek kan worden gelezen als een afscheidstoespraak van Mozes, waarin het volk herinnerd wordt aan de weg die de Heer met hen is gegaan en de geboden die Hij heeft gegeven. De laatste toespraak wordt als een tweede verbondssluiting beschreven, een vernieuwing van het verbond dat de Heer bij de Horeb met Israël had gesloten (28:69). De toespraak loopt uit in een oproep om te kiezen, ‘tussen voorspoed en tegenspoed, tussen leven en dood’ (30:15).

De historische context van het boek Deuteronomium is de periode na de val van het koninkrijk Juda, de verwoesting van Jeruzalem en de tempel en de ballingschap van het volk in Babylon (587 v. C.). In hoofdstuk 30:1-10 worden de ballingen bijna rechtstreeks aangesproken. ‘Zelfs al zijn sommigen verbannen naar het eind van de wereld, de Heer, uw God, zal u terughalen en weer bij elkaar brengen’ (vs. 4). De auteur(s) geeft een theologische verklaring voor de ondergang van het volk Israël en geeft antwoord op de vraag hoe het volk van God zich ooit kan herstellen. Het herstel van het verbond is mogelijk als het volk terug keert tot de Heer en Hem weer met hart en ziel gaat gehoorzamen (vs. 2-5). Impliciet wordt de ondergang van het volk verklaard uit de ongehoorzaamheid en het niet navolgen van de geboden van de Heer (vgl. 29:2627). Als in het boek Deuteronomium een voor moderne lezers nogal vreemd verband wordt gelegd tussen het onderhouden van de geboden en voorspoed en welvaart, dan speelt deze theologische verklaring van de geschiedenis daarin mee. Overigens is het gebod van de Heer niet te zwaar en het ligt niet buiten het bereik van de gemeente in ballingschap (vs. 11-14). ‘Het woord van liefde, vrede en recht / is in uw eigen mond gelegd, / (…) vlak vóór u ligt de weg ten leven’ (Gez. 7).

In Deuteronomium 30:15-20 komt alles samen ‘in die keuze, die niet “simpel” is, maar wel “eenvoudig”: het leven en het goede óf de dood en het kwade’ (Schuman, 123). Heel het betoog is afgestemd op dit moment van beslissing. Als men ooit in het beloofde land wil komen, dan moeten de hoorders de Heer hun God volgen door zijn geboden te onderhouden. Als ze de weg gaan die God hun wijst, dan zullen ze leven en groeien in het land dat de Heer hun geeft. Maar als ze hun eigen weg gaan en God de rug toekeren, dan kunnen ze het beloofde land wel vergeten. Dan zal het verblijf in het beloofde land van korte duur zijn. Dan zullen ze te gronde gaan. Dus: ‘Kies voor het leven!’ Dat is in één zin wat Mozes wil zeggen en in één zin de boodschap van het boek Deuteronomium.

Wat is ‘leven’? Is dat iets waar je voor kunt kiezen? Kiest een mens ervoor om geboren te worden? Heeft de dopeling gekozen voor dit leven? Mozes bedoelt met ‘leven’ waarschijnlijk iets anders dan waar moderne hoorders aan zullen denken. Je kiest voor het leven door ‘de Heer je God lief te hebben, Hem te gehoorzamen en Hem toegedaan te blijven’ (vs. 20). Je kiest voor het leven door op weg te gaan achter de Heer je God aan. Leven is God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf. In de Bergrede, waarin Jezus als een nieuwe Mozes optreedt, wordt de gemeente voor dezelfde keuze gesteld: voor de weg die naar het leven leidt, of voor de weg naar de ondergang (Mat. 7:13-14; 24-27). Zo worden ook de hoorders van vandaag aangesproken door de oproep van Mozes om te leven naar het gebod van de liefde. Je leeft pas echt als je ook voor een ander leeft. Je kiest voor het leven, zegt Mozes, ‘met het oog op uw toekomst en die van uw nakomelingen’. Je doet het altijd ook voor een ander, op zijn minst ook voor je kinderen. Het laten dopen van een kind kan een uitdrukking zijn van de keuze voor het leven. Ouders kiezen ervoor om hun kinderen mee te nemen op de weg achter de Heer hun God aan.

Het lijkt alsof Mozes twee keuzemogelijkheden voorhoudt. Leven en dood, zegen en vloek. ‘Jullie staan voor de keuze…’ Het lijkt een tweesprong: links of rechts? Maar uiteindelijk biedt Mozes één keuzemogelijkheid: ‘Kies voor het leven’. De andere optie is geen mogelijkheid. Dat is de onmogelijkheid, de dood, de vloek. Het volk staat niet op een tweesprong, men kan alleen maar vooruit of achteruit. Achteruit, dat is richting dood en vloek. Dat is wat het volk Israël achter zich heeft: de slavernij in Egypte, die cultuur van de dood. Daar zijn ze van verlost. Het hier gebruikte werkwoord bachar is in het boek Deuteronomium een belangrijk trefwoord, de ‘terminus technicus’ voor de verkiezingsgedachte (Vriezen, 25). Een sleutelpassage is Deuteronomium 7:6-7. Het volk is door God uitgekozen ‘om, anders dan alle andere volken op aarde, zijn kostbare bezit te zijn’. Niet omdat het volk iets heeft wat andere volken niet hebben, maar alleen omdat de Heer hen liefhad, heeft Hij dit slavenvolk uitgekozen (bachar). De keuze van God voor de mensen gaat vooraf aan de keuze van de mensen voor God. Wij kunnen kiezen voor het leven, voor God, omdat Hij heeft gekozen voor ons.

Aanwijzingen voor de prediking

Los van de context kunnen de woorden ‘Kies voor het leven’ doen denken aan het oerlied van het Nederlandse cabaret: ‘Mens, durf te leven’. Een ijzersterk lied. Het raakt aan een fundamentele angst. Angst om te leven uit angst voor de dood. En dat lied roept op om niet bang te zijn. Laat je leven niet bepalen door angst voor de dood.

Maar de grote vraag is: hoe doe ik dat? Hoe kan ik niet bang zijn? Waar haal ik het lef vandaan om te leven? Moet ik me suf consumeren? Of moet ik de dood omarmen? Als de dood je vriend is, hoef je niet bang voor hem te zijn. Maar dan kies ik voor de dood in plaats van voor het leven.

Niemand weet wat leven is. Mozes geeft geen definitie van ‘leven’. Hij wijst de weg ten leven. Het gaat om de weg die wij gaan, om datgene wat wij doen en wat wij nalaten. De keuze voor het leven en tegen de dood wordt zichtbaar in de liefde voor de ander. Wie alleen leeft voor zichzelf kiest voor de dood.

Het wordt spannend als gekozen wordt om ook Lucas 14:25-33 te lezen. Jezus roept daarin op om te kiezen: ‘Wie mij volgt, maar niet breekt met zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters, ja zelfs met zijn eigen leven, kan niet mijn leerling zijn’. Kiezen betekent ook loslaten. Maar breken met je kinderen gaat toch wat ver. Hier moet voldoende ruimte voor worden genomen in de preek. Kiezen voor het leven is ook bevrijdend voor jouw kind. Natuurlijk mag je van je kind houden. Maar het is funest wanneer een kind voor jou de plaats inneemt van God. De liefde voor je kinderen en voor je medemensen wordt alleen maar groter wanneer je God gaat liefhebben boven alles.

Liturgische aanwijzingen

In het gemeenschappelijk leesrooster staat Deuteronomium 30:15-20 op de twaalfde zondag van de zomer in het C-jaar. De lezing uit het Evangelie is Lucas 14:25-33. Wie dat te ingewikkeld vindt in een doopdienst kan kiezen voor het lezen van fragmenten uit de Bergrede (Mat. 7). Psalm 1 wordt vermeld als antwoordpsalm. Gezang 333 is heel toepasselijk.

Geraadpleegde literatuur

Beknopt en zeer verhelderend is N.A. Schuman, Deuteronomium, Kampen, 1983. Over de betekenis van het woord bachar in het boek Deuteronomium, zie: T. Vriezen, De verkiezing van Israël volgens het Oude Testament, Amsterdam, 1974.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken