Menu

Premium

Preekschets Exodus 12:12

Exodus 12:12

Palmarum

Ik zal die nacht rondgaan door Egypte, en ik zal daar alle eerstgeborenen doden, zowel van de mensen als van het vee, en ik zal alle Egyptische goden van hun voetstuk stoten, want ik ben de Heer.

Schriftlezing: Exodus 12:1-14

Het eigene van de zondag

Deze zondag, de laatste van de Veertigdagentijd, is genoemd naar de evangelielezing van Jezus’ intocht in Jeruzalem. Het thema is ontleend aan Zacharia 9:9-10.

Het is een verwarrend beeld: de glorieuze intocht in Jeruzalem waar Jezus Christus binnengehaald wordt door mensen die hem met (palm)takken toejuichen en daarnaast de wetenschap dat de week hierna de donkerste is in de Veertigdagentijd. De introïtus is Psalm 22 die een beeld geeft van wat mensen overkomt: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ Ook wordt Psalm 122 genoemd:

‘Verheugd was ik toen ik hoorde: “wij gaan naar het huis van de Heer.” Verheugd ben ik, nu onze voeten staan binnen je poorten, Jeruzalem.’ Deze psalm verbindt palmzondag met zondag Laetare. In de traditie van de kerk werd op palmzondag het hele lijdensverhaal gelezen.

Uitleg

We lezen in dit Schriftgedeelte de voorbereiding op de uittocht. Na de negen plagen maakt het volk zich op om te gaan. De tiende plaag moet nog komen als definitieve afrekening met de godenwereld en de tirannie van Egypte en haar farao.

De uittocht staat onder strakke regie van God zelf. Hij is de Heer (Ex. 20:2, het eerste gebod, Deut. 4:32vv.).

Er moet aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. Allereerst: duidelijk moet zijn dat er een nieuwe tijd aanbreekt. Daarom: vertrek bij nieuwe maan! Niets mag bij het oude blijven. Niets van het oude mag meegenomen worden. Dus er mag ook geen gist of zuurdesem, dat van oud brood gemaakt is, meer gebruikt worden deze dag. De mensen zijn vanaf nu vrij en zelfstandig. De afhankelijkheid is verleden tijd. De Israëlieten moeten nu ook zelf handelen. In het openbaar moeten zij aangeven dat de farao niet meer gediend wordt. Vandaar het openlijk verzamelen, bewaren en offeren van de dieren. In Exodus 8:22 is sprake van niet in het openbaar offeren door de Israëlieten in Egypte omdat daarmee het Egyptische volk geschoffeerd wordt. Nu is daar geen sprake meer van. Ook dit is bevrijding.

Dit houdt verband met de ontmanteling van de godenwereld in de plagen (zie zondag Judica). Volgens Ezechiël 20:6-10 hadden de Israëlieten gewoonten en cultische gebruiken van de Egyptenaren overgenomen. Hiervan nemen ze nu definitief afstand. Voor dit afstand nemen van Egyptische gewoonten en cultische gebruiken pleit Exodus 12:13: ‘Het bloed op de deurposten zal voor jullie (zelf) eenteken zijn (van mij, God).’ In de nbv komt dit niet naar voren. Hier staat: ‘Maar jullie zal ik voorbijgaan. Aan het bloed zal ik jullie huizen herkennen.’ De Hebreeuwse tekst luidt: ‘En het bloed zal voor jullie tot een teken zijn.’

Het kan ook uitgelegd worden in de zin van een teken van afschudden van de slavernij door openlijk afstand te nemen van de afhankelijkheid. Het woordpasach ‘al betekent: ‘voorbijgaan’, ‘voorbij hinken’, ‘ongemoeid laten’. In Jesaja 31:5 wordt het nog eenmaal gebruikt. De nbv vertaalt het daar als ‘beschermen’, ‘hij beschermt en bevrijdt’. Letterlijk staat er: ‘doorgaande’ zal hij haar bevrijden (SV: ‘uithelpen’).

Een belangrijke opdracht is het eten van bittere kruiden. Nooit mag het volk vergeten dat het zelf onderdeel is geweest van bittere tijden. In de wetgeving en in de ethiek van het volk zal altijd bij het tegemoettreden van mensen en situaties bedacht moeten worden wat het is om vreemdeling, slaaf en bevrijde te zijn. Dit moet het handelen sturen. Dit is een terugkerend motief in Deuteronomium (4:32vv.; 6:10-24; 16:3; 26:7-8).

Aanwijzingen voor de prediking

De inleiding tot het paasfeest gaat gepaard met strakke regels die voorwaarden zijn voor de komende bevrijding. Bevrijding kan en mag niet ontstaan uit een vlucht, uit een moment, uit opportunisme. Alles moet goed doordacht en weloverwogen gebeuren. Alleen dan kunnen de gevolgen van wat er gebeurt overzien en gehanteerd worden.

Want: bij de dag van de bevrijding ben je er niet! Dat heeft de geschiedenis ons in honderden jaren geleerd. Pas daarna begint het. Bevrijding is een proces dat vordert naarmate men zich in de beweging begeeft en zijn verantwoordelijkheden kent. Het enthousiasme van het begin geeft moed en inspiratie om de stap te zetten, maar daarna blijkt hoe recht de ruggen zijn en hoe groot het incasseringsvermogen is.

Het belangrijkste gegeven uit onze tekst is de bevrijding van de afgoderij en de afhankelijkheid daarvan. Of men die nu zelf gewild of ongewild aangehangen heeft, of dat men er het willoze slachtoffer van was, feit is: dit moet men achter zich laten, hoe moeilijk dat ook zal zijn. Krachten die aantrekkelijk waren, verslavende krachten, laat je niet zomaar achter je. Dat kan voor de rest van je leven een dagelijkse strijd zijn. Het kan gaan om personen die je niet kunt afschudden, maar ook om middelen, structuren of een bepaalde manier van leven. Als men zich hiervan weet te bevrijden, begint het gevecht om het uithoudingsvermogen. Er zal nog heel wat passeren voordat men is waar men wezen wil: nieuwe verleidingen, verdriet, verlies, afscheid, kou en hitte tijdens de dagelijkse tocht door het leven. Het verhaal van de uittocht laat dat ons in al zijn hardheid en grootsheid zien. Daarom is de voorbereiding van levensbelang naast de kennis van de, jouw, eigen geschiedenis. Naast je kennis van normen en waarden die je gevormd hebben. Die zuiver houden is de grote opdracht van mensen. Als we weet hebben van het leven van vluchtelingen zien we waardoor mensen in hun ballingschap op de been gehouden worden: het is de gezamenlijke geschiedenis, het zijn de rituelen en gebruiken van ‘thuis’, het strak vasthouden daaraan en de taal die men deelt.

De opdracht aan de Israëlieten is nooit te vergeten wat er gebeurd is, de verhalen te blijven vertellen en altijd te beseffen slaaf en vreemdeling geweest te zijn (Lev. 19:33). Dat geeft het heden inhoud en relativering. De opdracht aan ons allen is altijd te beseffen dat God er is, was en zal zijn (Ex. 3:14). God die meegaat in het leven, die aanwezig is in ballingschap en bevrijding.

Deze laatste zondag voor Pasen staan we aan het begin van de Stille of Goede Week. Pasen is het feest van het nieuwe leven, leven uit de dood, leven na de chaos van het water, leven, gereinigd van de tarra van ‘onze’ afgoden. Deze week gebeuren rond Jezus van Nazaret de ergste dingen die een mens zich kan voorstellen: verraad, onrecht, veroordeling en executie. Daar zullen we doorheen moeten om bevrijding te kunnen vieren, alles een plaats en betekenis te geven. We zullen deze verhalen vertalen naar het heden en onze eigen geschiedenis en die van anderen er in kunnen herkennen. We zullen daarbij voor ogen houden dat we, wat onze eigen bevrijding betreft, gebonden zullen zijn aan regels van beperking, overzicht en bezinning op onze levenshouding.

Liturgische aanwijzingen

Duidelijk zal zijn dat als nieuwtestamentische lezing in aanmerking komt: Johannes 12:1219 (de intocht in Jeruzalem). Daarbij kan ook gelezen worden: Zacharia 9:9-10. Uittocht en intocht als voorbode van de naderende bevrijding. De koning op de ezel. Vergelijk de intocht van koning Salomo (1 Kon. 1:32vv.). Hij, de koning van de vrede, moet volgens traditie bij zijn inwijding op een ezel vervoerd worden. De combinatie met de lezing uit Exodus wordt gevonden in wat men zich moet realiseren, willen vrede en recht toegang kunnen hebben: bezinning en betrokkenheid op het doel en niet op de eigen winst.

Liederen: LvdK.: Psalm 22 of Psalm 122 als Introïtus; Gezang 173, 178 (LvdK); Gezang 148, 153 (Tt).

Geraadpleegde literatuur

Tenachon, De Tora, no. 11, B. Folkertsma Stichting voor Talmudica; Tenachon, Over de Joodse feesten, nr. 2, Pesach, bitter en zoet; B. Folkertsma Stichting voor Talmudica; P.A.H. de Boer e.a., Zoals er gezegd is over De Uittocht, Zeist/Antwerpen 1962; M. Noth, Das 2. Buch Mose Exodus (ATD 5), Göttingen/Zürich 1984; G. von Rad, Theologie des Alten Testaments,München 1969.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken