Menu

Premium

Preekschets Exodus 20:9

Exodus 20:9

Zevende zondag na Pinksteren

… al uw arbeid verrichten …

Schriftlezing: Exodus 20:1-17

Het eigene van de zondag

In de zomertijd moeten we het doen met de Tien Woorden die Mozes op Pinksteren ontvangen heeft. Laten we nu eens aannemen dat de Tien Woorden gaan over de economie, over de misdaden tegen de mensheid en over de politieke staatsvorm. Biedt dat geen bouwstenen voor een Europese grondwet?

Uitleg

De uitleg van de Tien Woorden geef ik impliciet, door middel van een bewerking van Exodus 20:1-17. De eerste vijf Woorden gaan over de economie:

  • Ik haal je uit het land, waar een huiswet voor arbeiders geldt: de economie.

  • Kijk me aan! Kom me niet aan met argumenten dat de economie draait zoals ze moet draaien. Er is geen enkel motief te bedenken, waarom je je zou overgeven aan de zogenaamde wetten van die economie. Beroep je niet op een hogere macht of op natuurlijke verhoudingen of op de moordende drift van de concurrentie. Stel je er niets van voor. Dat zijn geen goden, maar slavendrijvers. Dat buigen voor die machten raakt mij diep. Het verziekt niet alleen je eigen bestaan, maar je zadelt er ook je kinderen en kleinkinderen mee op. Als je niets verandert, dan stel ik de kwestie aan de orde bij de volgende generatie, net zolang tot ze me horen. Ik ga voor een samenleving van liefde en recht, die duizenden geslachten zal duren.

  • Neem dus liever mijn Naam aan en laat dat niet voor niets zijn. Ik houd je eraan. Als je iets wilt doen aan de verbetering van de arbeidsverhoudingen, let dan vooral op de volgende twee dingen:

  • Denk aan de vrije dag, dat je die van kracht maakt. Zes dagen kan je werken, genoeg om al je werk te doen. Maar neem dan in Gods Naam een dag vrij. Ik bedoel dat dat voor iedereen geldt, niet alleen voor jezelf, ook voor je werknemers en je buitenlanders die hier werken. Je kan je op Mij beroepen. Ik weet wat het is om te werken en ik weet dus ook hoe nodig het is om te rusten.

  • Denk aan de oude dag. Wanneer de vaders en de moeders niet meer kunnen werken, zorg er dan voor dat ze een menswaardig bestaan kunnen leiden. Als jij voor de ouderen zorgt, zal de volgende generatie voor jou zorgen. Het is immers niet de bedoeling dat je je doodwerkt, maar dat je lang kan leven in het land dat God je geeft.

De volgende drie Woorden gaan over de misdaden tegen de mensheid:

  • Neem niemand het leven af – dat doe je niet!

  • Neem niemand de liefde af – dat doe je niet!

  • Neem niemand de vrijheid af – dat doe je niet!

De laatste twee Woorden gaan over de politieke staatsvorm:

  • Eerlijke rechtspraak is de hoeksteen van de rechtsstaat. Wees dus een betrouwbare getuige voor je medemensen. Kom voor hun rechten op.

  • Behoed de veiligheid en de vrijheid van het bestaan van je medemensen. Dat geldt hun relaties, hun werk en hun bezit. Gun ieder het zijne. Als je je wilt verrijken ten koste van je medemensen, ondermijn je de rechtsstaat.

Aanwijzingen voor de prediking

Geef de hoorders in de gemeente het lef om op een Europarlementariër af te stappen en de Tien Woorden aan te bieden, zo niet voor een grondwet, dan wel voor een grondhouding in de nieuw te vormen samenleving. Om te zorgen dat hun argumenten goed aankomen en niet meteen als religieuze luchtfietserij worden afgedaan, is het verstandig om de Tien Woorden van achteren af te lezen.

  • Begin bij de laatste twee Woorden. De basis van de Tien Woorden ligt in de handhaving van de rechtsstaat. Betrouwbare rechtspraak en de bescherming van ieders recht op een zelfstandig, veilig en vrij bestaan zijn de fundamenten waarop een politieke staat behoort te worden gebouwd. De wetten en de rechtspleging zijn er om de rechten van de mens te beschermen. Wie de volgorde omkeert en de rechten van de mens ondergeschikt maakt aan de wetten, is op weg naar een staat waar de menselijkheid niet meer gegarandeerd wordt. De politieke grondhouding is de handhaving van de rechtsstaat.

  • Als dat fundament er eenmaal ligt, is het zaak om te letten op de drie middelste en kortste Woorden. Het gaat om drie kapitale misdaden tegen de mensheid: beroving van leven, liefde en vrijheid. De gemeenschap is diep geschokt als een meisje wordt ontvoerd, verkracht en vermoord. Maar in oorlogssituaties worden ontvoering, verkrachting en moord als militair middel ingezet om de hele bevolking te intimideren. En na de oorlog blijkt het heel moeilijk te zijn om de waarheid aan het licht te brengen. De drie verboden zijn in ieder geval bedoeld om het vergeten tegen te gaan. De gedachtenis aan deze misdaden stoppen we niet weg. De ontkenning van de misdaden tegen de mensheid maakt elke politieke staat ongeloofwaardig. We hebben in ieder geval een tribunaal om de misdaden tegen de mensheid te vervolgen. Dat is niet alles, maar het is iets. En het kan altijd nog beter.

  • Richt vervolgens de aandacht op de twee geboden die positief geformuleerd zijn: Denk aan de vrije dag! Zorg voor de oude dag! Die beide Woorden brengen ons bij kernvragen van het dagelijks werk. Het gaat om de hot items in het sociale en politieke debat: arbeidsorganisatie en ouderdomsvoorziening. Wat de arbeidsorganisatie betreft, is het van belang dat werkgevers en werknemers van wanten weten, maar ook van ophouden weten. Hoe hoog de druk ook is die op de productie staat, de grenzen van het werk en van de werktijden moeten worden bewaakt. De zin van de arbeid ligt immers niet in de arbeid en in het product en in de winst zelf, maar ligt daarin dat ieder in veiligheid en rust kan genieten van het product van de eigen handen. Wat de ouderdomsvoorziening betreft: wie niet meer in staat zijn om zelf in hun onderhoud te voorzien, moeten kunnen rekenen op de zorg van het werkende deel van de samenleving. Er breekt een tijd aan dat ouderen, zoals de Belgen zo prachtig zeggen ‘op rust gesteld zijn’. Dat moet dan wel kunnen. Daar is geld en daar zijn voorzieningen voor nodig. En datzelfde geldt uiteraard voor zieken en werklozen. Hoe zwaar die last ook wordt, er is geen excuus om dit gebod te negeren. Het sterkste argument is wel, dat de huidige generatie daarmee uiteindelijk de basis legt voor hun eigen ouderdomsvoorziening. Willen zijzelf lang leven, dan moeten ze dat nu aan de ouderen gunnen.

  • Ten slotte komen we toe aan het begin van de Tien Woorden. Daar houdt het argumenteren op. We zijn daar aan het eind van ons Latijn. We voelen wel de kracht van die argumenten, maar tegelijk voelen we dat zulke argumenten onderhevig zijn aan de conjunctuur. Maar nu verschijnt iemand met ongehoord gezag. Iemand noemt zijn naam. Er wordt een stem gehoord, waarin oneindig mededogen klinkt. De stem zegt: Kijk me aan, ik heb je lief, ik heb je vrij gemaakt van de dwang die deze maatschappij op je schouders legt. Ik neem het niet dat je van lieverlee toch weer onder dat juk doorgaat. Ik blijf je confronteren met mijn gebod van de vrijheid. Die vrijheid krijg je niet voor niets. Je zult moeten investeren. Zie toch, hoe Ik mijn liefde investeer in jullie samenleving. Waar jullie de samenleving generatie na generatie corrumperen, daar investeer Ik mijn liefde tot in de duizendste generatie. Zo laat Ik zien, dat de wereld van de arbeid, van de menselijkheid en van de politiek niet zonder de liefde kan. Juist in die wereld maakt een beker mededogen, een geur van barmhartigheid, een verzoenend gebaar een wereld van verschil. Die stem gaat bijna verloren in het tumult van de samenleving. De hoorders in de gemeente van Jezus Christus zijn erop getraind om die stem te vernemen: Ik ben de Heer, je God.

Liturgische aanwijzingen

Met kracht zinge men Psalm 19: ‘Volmaakt is ’s Heren wet.’ Psalm 119 is meer geschikt voor meditatie. Dienstboek I geeft een aantal voorbeelden van liturgisch gebruik van de Tien Woorden, met name een parafrase als geloofsbelijdenis of als heenzending (844-846).

Geraadpleegde literatuur

Voor een verantwoording van de bewerking van de Tien Woorden, zie: M. den Dulk, Vijf Kansen. Een theologie die begint bij Mozes, Zoetermeer 1998.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken