Menu

Premium

Preekschets Filippenzen 2:5 – 3e zondag van de zomer

Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had.

Filippenzen 2:5

Schriftlezing: Filippenzen 2: 1-11

Het eigene van de zondag

De zondagen in de zomer hebben geen tijdeigen kenmerk. De kleur is groen. Gelegenheid om stil te staan bij bijvoorbeeld een aantal thema’s die de gemeente aanbelangen.

Uitleg

Zoals elke brief van Paulus begint ook die aan de christenen van Filippi met een aanspreking en een inleiding. Daarna schrijft Paulus over zijn eigen situatie, over zijn gevangenschap. Vanaf het einde van het eerste hoofdstuk begint Paulus zijn adressanten aan te spreken. Hij geeft de gemeente raad. Naar prediking toe zal het goed zijn de gemeenteleden op hun geloofspraktijk aan te spreken.

Onze passus bevindt zich aan het begin van hoofdstuk 2. Dit tekstgedeelte van vers 1 tot en met 11 kan in twee delen opgedeeld worden: Vers 1 tot en met 5 bestaat uit een aanmoediging, gericht aan de gemeente. Vers vijf is een kantelmoment. “Laat onder u de gezindheid heersen die Jezus Christus had.” Na dat vers wordt de gezindheid van Christus beschreven. Dit loopt uit in lofprijs en verheerlijking.

Het gaat goed in de gemeente te Filippi, geestelijk goed. Zij zijn bemoedigd door Christus, ze voelen zich getroost. Er is verbondenheid in de Heilige Geest, er is ontferming en medelijden. Paulus is daar erg blij mee. Hij schrijft een blijmoedige brief.

Maak mij gelukkig, schrijft hij, door eensgezind te zijn. Hij refereert aan de wens van Jezus die in Johannes 17:21 verwoord staat: “Laat allen één zijn, zoals U in mij bent en ik in U”. Paulus noemt drie gebieden waarin hij verwacht dat de gemeenteleden één zijn, namelijk de liefde, het streven en de geest.

Het is daarbij belangrijk om de ander hoger te achten dan jezelf en het belang van de ander voor ogen te hebben. Dit thema vinden we eerder in Romeinen 12:10. Ook daar komt het voor in combinatie met de eensgezindheid. De betekenis van dit woord is tweeërlei. Enerzijds zijn we wezenlijk met elkaar verbonden in Christus en in Zijn Geest. Anderzijds heeft de eensgezindheid ook te maken met het streven, dat wil zeggen met de praktijk van het dagelijks leven, in het willen en in het handelen. De gemeenteleden moeten ernaar streven de eenheid te behouden. Geldingsdrang of eigenwaan of andere eigenschappen die jezelf in het middelpunt zetten, zorgen voor tweedracht en dragen niet bij aan het behoud van de eenheid. Die zaken gebeuren ten koste van anderen. Het gaat er juist om de ander te dienen en allen als kind van God te zien, evenwaardig. Prestatie en competitie zijn uit den boze. Het gaat er juist om elkaar lief te hebben en bereid te zijn tot nederigheid en offer.

Paulus verwijst naar de gezindheid van Jezus. Hij had het belang voor ogen van zijn Vader. Hij was eensgezind met zijn Vader, zozeer, dat Hij niet vasthield aan zijn gelijkheid aan God, maar mens werd, slaaf zelfs, vernederd en gehoorzaam in de dood aan het kruis. De Vader die met Hem eensgezind was en Hem hoog achtte, heeft Hem daarom hoog verheven en Hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat.

Dit tweede gedeelte is literair mooi opgebouwd. Het begint met Christus die de gestalte van God had en het eindigt met de grootheid van God. In het midden staat de dood aan het kruis als nederigste gebeuren in de hele godsgeschiedenis. Van begin tot midden dalen we af tot dodelijke diepte, tot de diepste vernedering in de Romeinse samenleving. Van midden tot einde klimmen we op tot ongekende hoogten.

De nederigheid van Jezus Christus dient als voorbeeld voor de gemeente. De nederigheid van de gemeente heeft als doel de eenheid te dienen, tot eer van God.

Het einde van hoofdstuk 1 geeft de context aan van die eensgezindheid. Paulus wil dat de broeders en zusters in Filippi strijden voor het geloof. Hij spreekt daarbij ook uitdrukkelijk over het lijden omwille van het evangelie – dat maakt hij zelf ook mee, nu hij gevangen zit.

Aanwijzingen voor de prediking

Een (eerste) thema kan zijn: eensgezindheid. Vanuit deze tekst zijn een aantal praktische vragen te stellen aan de gemeente. Is er eensgezindheid (waarmee we niet zozeer een theologische visie bedoelen, als wel het functioneren als één lichaam met aandacht voor alle leden)? Hoe verloopt de koffie na de dienst? Zijn er verschillende of ontoegankelijke groepjes? Heeft men werkelijk een luisterend oor voor elkaar? Durft men zijn vriendengroep te verlaten om er werkelijk te zijn voor iemand die een nood kent?

Hoe staan de gemeenteleden zelf in de gemeente? Zien ze iedereen als evenwaardig of vindt men de één toch waardiger dan de ander? Hoe gaan de mensen die bepaalde talenten en gaven hebben, daarmee om? Krijgen ze graag een vermelding in het kerknieuws of slagen ze erin hun taak nederig en dienend te vervullen?

Hoe proberen we als gemeente de eenheid te bewaren? Is daar een visie rond?

Hierbij is het aangewezen om concreet te werken en niet veroordelend te spreken, misschien zelfs eerder met een vleugje humor, vooral om het gesprek in gang te zetten.

Een ander (tweede) thema zou de gezindheid van Christus kunnen zijn, gebruik makend van de prachtige hymne, het prachtige beeld ook dat van boven naar beneden en van beneden naar boven gaat. Zijn mensen er zich van bewust, dat hoe meer je je nederig opstelt, hoe meer je dient, des te hoger je bij God aangeschreven staat? Jezus is een onbereikbaar voorbeeld, maar toch kan Hij ons leren om van onze troon te stappen. Iedereen heeft zichzelf wel ergens op een verhoogje gezet. De één in zijn hobbyclub, de ander door elk contact met bepaalde mensen te vermijden, nog een ander doordat hij op het vlak van de liefde goed in de markt ligt, noem het maar. We kunnen daar alleen vanaf als we ons de waarheid toe-eigenen, dat wij allen kinderen van God zijn, de één niet meer dan de ander. Het is aan ons om de ander hoog te achten. Dit is een uitdaging voor elk gemeentelid om te kijken wie hij minder acht dan zichzelf en vervolgens de moeite te doen die persoon hoog te achten, te leren kijken met de ogen van God.

Ideeën voor kinderen en tieners

Toon beelden van een voetbalwedstrijd, actueel in deze periode. Wat maakt dat een voetbalploeg kan winnen? De kinderen zullen allerlei antwoorden geven. Belangrijk is in te gaan op het punt dat voetbal een teamsport is. Als jij alleen per se wilt scoren, zonder samen te werken, zal het niet lukken. In de kerk is het net zo. Als iedereen de beste wil zijn en wil dat hij of zij het meest op foto’s staat, dan is er iets gebroken. Dan is er geen gemeenschap. Het is juist goed om de ander belangrijk te vinden. Dan zijn we een team en dan komen we het verst!
(Bijbel in beeld voor kinderen, 18 juni 2014.)

Liturgische aanwijzingen

Een passend gebed:

Heer God,

Vanuit verschillende richtingen zijn wij vandaag tot U gekomen,

Om U te ontmoeten, om kracht op te doen,

Om te leren en om te groeien.

We zijn hier niet alleen samen als individuen,

Maar ook als gemeente met Jezus Christus aan het hoofd.

Geef dat wij ernaar mogen streven Hem na te volgen,

In alles wat we doen, in alles wat we denken.

Geef dat wij elkaar mogen aanvoelen en begrijpen,

Mogen troosten en bemoedigen.

Geef dat wij één mogen zijn in Jezus’ naam.

Tot Uw eer!

Amen.

Enkele liedsuggesties:
Mogen allen één zijn, ZJ 373,
Heerlijk is uw naam EvLB 364,
Come, Now is The Time To Worship van Brian Doerksen.

Geraadpleegd

Bijbel in beeld voor kinderen, 18 juni 2014.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken