Menu

Premium

Preekschets Genesis 12:1 – Israelzondag

Derde zondag van de herfst, Israëlzondag

De Heer zei tegen Abram: ‘Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten en ga naar het land dat ik je zal wijzen.’

Genesis 12:1

Schriftlezing: Genesis 12:1-8

Het eigene van de zondag

Sinds 1949 is de eerste zondag van oktober ‘Israëlzondag’. Voor dit moment in het jaar is gekozen, omdat dit in de nabijheid is van drie grote Joodse feesten: Nieuwjaar (dit jaar 30 september1 oktober); Grote Verzoendag (9 oktober) en het Loofhuttenfeest (14-20 oktober).

In de Christelijke traditie valt deze zondag in een feestloze, groene tijd.

Uitleg

Om de wereld van het vertrouwde, de grond die je identiteit geeft, te kunnen verlaten is een grote sprong in het diepe nodig.

Het is niet de droogte, de hang naar avontuur of het verloren gevecht om de schaarse weidegrond die Abram in het kielzog van zijn vader Terach heeft doen vertrekken. Het is een roep, roeping naar een nieuw bestaan dat hem nu nogmaals (na de dood van Terach) heeft doen vertrekken.

De grond waarop zijn vrouw ‘Sarai’ wordt genoemd laat hij achter zich. In tegenstelling tot de vrouwen van Abrams broers wordt zij onvruchtbaar genoemd. Sara betekent ‘vorstin’, maar ‘Sarai’ is een genetivus possesivus; derhalve te vertalen met ‘mijn vorstin’.

Hoewel kinderloos is zij nadrukkelijk verbonden aan Abram en nog niet aan het volk dat uit hen voort zal komen.

Bij het verbond dat God met Abram sluit zal niet alleen Abrams naam veranderen in Abraham, maar ook haar naam, met de belofte dat zij ‘vrucht zal dragen’.

Abram krijgt de opdracht op te breken onder het ontvangen van een zegen, een belofte. Hem wordt een toekomst voorgehouden die groots zal zijn. Vader van een groot volk zijn (Abram = de vader is verheven; ‘Abraham’ = vader van het volk,) is in tijden waarin familie gelijk staat aan kapitaal, gelijk aan een gezegend en vruchtbaar leven leiden.

Maar met zijn vertrek is hiervan nog niets zichtbaar. Slechts voor de goede verstaander is hoorbaar de belofte die God, Abram doet.

Dat naast Sarai ook Lot expliciet genoemd wordt heeft een reden. Wanneer straks gekozen moet worden omdat er te weinig beschikbaar land is, laat Abram Lot kiezen. En Lot kiest de vruchtbare Jordaanvallei. Zelf aanvaard hij het gebied dat Lot niet gekozen heeft, in vertrouwen dat God het was die tot hem gesproken heeft in Zijn zegen.

Uiteindelijk betoont Abram zich ‘de vader aller gelovigen’ door te gaan waar geen weg lijkt, door af te zien van keuze, waar gekozen kan worden voor het beste en in den vreemde, op momenten van verblijf en het opslaan van de tenten, een altaar op te richten voor de ‘vreemde’ God die hem steeds vraagt (roept) om verder te trekken.

Verder het onbekende binnen.

Aanwijzing voor de prediking

Bij deze preek ligt de actuele praktijk in het land Israël op de loer en in zekere zin ook zwaar op de maag. Menige religieuze groepering maakt voor het verdedigen van de eigen opvattingen dankbaar gebruik van de zinsnede ‘Ik zal dit in land aan jouw nakomelingen geven’.

Wat politieke activisten daarbij wel vergeten is dat deze gevoelige zin, deel uitmaakt van een grootse missie, waarbij het niet zozeer gaat om het bezitten van het land, als wel om het hoeden en het drenken van het vee.

Waar het vee gehoed wordt, de herder herkenbaar zijn werk kan doen, daar kan God als herder zichtbaar worden, kan de Messiach als het ware opstaan, kan de Koning zich manifesteren naar zijn roeping en daarbij het volk tonen wat gerechtigheid is in Gods ogen.

Vaak vergeten wordt dat Abram geroepen wordt ‘een zegen voor velen’ te zijn.

Dit ‘godsdienstig verstaan’ houdt zo weinig verband met de agressie van de kolonisten op de Westbank en andere groepen die zich als usurpator gedragen. Steeds opnieuw gaat het in het verhaal van Abraham – en de andere aartsvaders – niet om het nemen van het land, maar om het ontvangen van de zegen, om te leven van wat we krijgen. De kerk mag delen in deze zegen en in Gods belofte, maar zal zich ook realiseren dat zij zelf al te vaak niet tot zegen is geweest.

Liturgische aanwijzingen

Liedsuggestie

  • NLB 802: ‘Door de wereld gaat een woord’, Jan Wit. laat mooi klinken wat in Abram begonnen is, voortgaat. Steeds weer moet er opgebroken worden en worden voortgegaan.

    Plezierige melodie die eigenlijk als een zegen an sich werkt

  • NLB 803: ‘Uit Oer is hij getogen aartsvader Abraham’, Willem Barnard, sterke verwoording van de voortgang in Abram, klein en onaanzienlijk begonnen

Lezingsuggestie

Lucas 19:1-10, de roeping van Zacheus. Ook hij wordt niet geroepen om zijn verdiensten, maar omdat hij het is. Weg uit de boom, weg uit de maagschap. Beide weggeroepen uit de beschutting naar het veld waar geen beschutting is. Weg van de calculatie en de gerede verwachting. Op naar het ongewisse, waar het er op aankomt of er geloof is of niet.

Geraadpleegd

  • Verklaring van de Hebreeuwse Bijbel, H.Jagersma, z.p., z.j.

  • Dichter bij Genesis, K.Bouhuijs en K.Deurloo, z.p., z.j.

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

‘Ik ben de wijnstok, jullie zijn de ranken’

Het vijfde boek van Mozes spreekt in hoofdstuk 4 dankbare verbazing uit over Gods verbondenheid met zijn volk in Mozes. In de hele geschiedenis van God met de mensheid kwam zo’n unieke verbondenheid niet voor (Deuteronomium 4:32-33). De beproevingen logen er niet om, maar ook Gods wonderdaden niet (4:34). Jullie boffen dat jullie dit te zien gekregen hebben (4:35) en je hebt zijn woorden ook nog mogen horen (4:36). God zelf heeft jullie bevrijd (4:37). Onderhoud dan zijn geboden, dan is deze band niet kapot te krijgen en zal het jullie goed gaan (4:40).

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

Brood genoeg voor iedereen

In het Evangelie van Johannes heeft Pasen een belangrijke plek. ‘De inzichten van na Pasen zijn leidinggevend in dit Evangelie en hebben hun stempel gedrukt op het verhaal van Jezus vóór Pasen,’ schrijft professor Martin de Boer. Je moet dus niet alleen de gebeurtenissen rond Pasen, maar ook de rest van het Evangelie lezen in dat licht. Het teken van het brood in Johannes 6 kan dan ook gelezen worden als een opmaat naar Pasen. En zo is er in de uitleg ook een verbinding te maken naar het eten van het Pesachmaal in Jozua 5.

Nieuwe boeken