Menu

Premium

Preekschets Handelingen 1:24

Handelingen 1:24

Exaudi

Daarna baden ze als volgt: U, Heer, doorgrondt ieders gedachten. Wijs van deze mannen degene aan die u gekozen hebt om als apostel zijn dienende taak te verrichten …

Schriftlezing: Handelingen 1:12-26

Het eigene van deze zondag

De zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren, ook wel Wezenzondag genoemd. Aan de ene kant het verwachten van de Geest, aan de andere kant voor het eerst verder gaan zonder een zichtbare Jezus. Beide elementen, zelf kerkzijn en tegelijk het verwachten van de Geest, passen goed bij ons kerkzijn vandaag en komen op deze zondag naar voren.

Uitleg

Voor de discipelen komt het er nu op aan: doen wat Jezus gezegd heeft (naar Jeruzalem gaan en wachten). Op die manier laten ze zien, dat ze verder kunnen gaan, dat ze zijn woord geloven. Dit is het moment, dat zij vooraan staan. En dan vallen in dit gedeelte twee dingen op: ze nemen hun verantwoordelijkheid en tonen initiatief. En daarnaast: ze bidden. Ze verwachten daarmee concrete hulp van boven. Van Jezus, die nu boven is, en die beloofd heeft met hen te zullen zijn.

Vanaf de Olijfberg, vlakbij Jeruzalem, komen ze in de bovenzaal. Blijkbaar een plaats waar ze vaker bij elkaar kwamen, mogelijk ook samen met Jezus. Het is een plaats van rust en gebed. De ideale plaats voor bezinning en verwachting.

Daar. zijn de bekende discipelen bij elkaar. Lucas.noemt ze (vgl. Luc. 6:14-16) en dan valt op: er is’een open plek. Het rijtje is niet af. Het roept verwachtingen op: wat gaan ze daarmee doen? .

‘ Verder zijn er vrouwen en nog anderen, in totaal ongeveer honderdentwintig personen, honderdentwintig is zonder meer symbolisch: het twaalftal vermenigvuldigd met tien: hier wordt het nieuwe Israël gerepresenteerd (ervan uitgaande, dat het twaalftal discipelen ook een bijzondere betekenis heeft voor Israël). Opnieuw blijkt hier dus, dat er een gat gevallen is dat opgevuld moet worden.

Lucas noemt apart vrouwen. In Handelingen heeft hij daar meer aandacht voor (8:12; 9:2; 17:4 en 12). Ze hebben een volwaardige plaats in de gemeente, soms zijn zij zelfs de eersten die tot geloof komen.

Met name Maria, de moeder van Jezus, wordt genoemd en ook de broers van Jezus. Ze zijn hier niet op grond van hun familieband, maar wegens hun geloof in Jezus. Want vers 14 vertelt: ze wijden zich vurig en eensgezind aan gebed. Dat gebed zal er concreet zijn om de Geest, maar het tekent ook heel hun houding, hun geloof. Misschien wel hun gemeentezijn.

In die omstandigheden, dat decor komt Petrus (als woordvoerder) naar voren. In die dagen is gewoon een tijdsaanduiding: na Hemelvaart, voor Pinksteren. Het geeft ook kleur aan het verhaal: zo zien we de eerste gemeente in wording.

De nbv heeft consequent ‘broeders en zusters’ vertaald. Dat kan, als er in het Grieks adelphoi staat, maar hier staat er ook andres – mannen – bij. Hoewel Lucas in zijn boek duidelijk oog heeft voor vrouwen en hun positie, sluit hij zich hier aan bij de gangbare manier van spreken: mannen richten zich tot mannen.

En dan volgt er een citaat uit het Oude Testament (uit de LXX, niet uit de Hebreeuwse tekst). We treffen dergelijke citaten in Handelingen alleen aan in redevoeringen. Daaruit zou je kunnen opmaken, dat het een soort kerkelijk taalgebruik, een kerkelijke gewoonte betreft.

In dit gedeelte worden psalmcitaten toegepast op een actuele situatie. Daar klinkt de overtuiging in door: God spreekt in de Schrift (de Heilige Geest heeft gesproken); Hij sprak door mensen (bij monde van David); en door deze woorden actueel te maken, gaat dat spreken van God nog.steeds door. Gods Woord houdt daarmee zeggingskracht.

Woorden uit verschillende psalmen worden toegepast op Judas, zijn verraad en zijn dood. Van Judas wordt verteld dat hij een van de twaalf was, deel had aan de dienende taak (deel is de vertaling van klèros, dat we in vers 26 weer tegenkomen, vertaald door lot) en gids was van Jezus’ vijanden. Vanuit de dienst aan Jezus is hij overgelopen en in dienst gekomen van de vijanden. Blijkens vers-17 moest dat gebeuren. Dat zegt iets over het plan van God.

Over Judas’ dood zijn blijkbaar twee verhalen in omloop. In Matteüs 27:3-10 wordt een andere versie verteld. Mogelijk is het verhaal dat Lucas vertelt in de volksmond het meest gangbare geworden.

Er wordt door Petrus geciteerd uit Psalm 69 en 109 (sommigen zien ook nog Ps. 41:10 op de achtergrond staan). Daarin is sprake van vervolging en omringd worden door vijanden. Het citaat uit Psalm 69 is dan al in de grond vervuld waar Judas begraven is, en het vers uit Psalm 109, een wens, wordt hier opgevat als een gebod: een ander moet in zijn plaats komen.

Hoe willekeurig is een dergelijk Schriftgebruik? Het gaat weliswaar niet over Judas, maar de situatie van de psalmen (verraad door een vriend, die zijn verdiende loon krijgt) is herkenbaar in deze situatie. Gods Woord toen heeft zeggingskracht nu (zie boven). En voor Petrus krijgt daarmee het opvullen van de lege plaats een stukje goddelijke legitimatie.

Deze twaalfde man moet getuige zijn (ooggetuige), van begin tot eind. Apart wordt de opstanding genoemd, want voor Lucas is het getuigezijn van de Opgestane een belangrijk bewijs voor de echtheid van zijn verhaal.

Een tweetal wordt voorgesteld, achtergronden van deze twee zijn ons onbekend. De procedure wordt omgeven door gebed (vgl. vs. 14), en uiteindelijk is het God die moet aanwijzen, net zoals Jezus al eerder zijn discipelen uitgekozen heeft (vs. 2). Hij kent immers de harten (vgl. 1 Sam. 16:7).

Door loting wordt Mattias aangewezen. Hij neemt de plaats in van Judas, nu Judas die plaats heeft verlaten en naar zijn eigen plaats gegaan is (in het Grieks een woordspeling: de plaats van de dienst tegenover de eigengekozen plaats).

Deze Mattias komen we verder niet meer tegen, net zomin als de meeste apostelen trouwens. Met het oog op de pinksterdag wordt hun twaalftal compleet gemaakt, daarna niet meer.

Aanwijzingen voor de prediking

Wezenzondag, het gevoel er alleen voor te staan. Hoe ga je als kerk verder? Dat is het herkenbare beeld uit Handelingen 1. Christus regeert (geloof dat Hij stuurt), Gods Woord dat de weg wijst (daar gelovig een weg in zoeken) en het gebed om wijsheid en de Geest. Dat zijn de bouwstenen uit Handelingen 1, die ook vandaag bepalend zijn voor de kerk.

Wat voor beeld krijg je van de eerste kerk? Mannen en vrouwen, eensgezind en volhardend in gebed. Leg nadruk op de plaats van het gebed, het belang van het gebed in de kerk, met elkaar en voor elkaar. Gebed als hartslag van heel het gemeentezijn.

Daarin staan leiders op, die zich op hun beurt laten leiden door het Woord van God. En voor de continuïteit worden nieuwe mensen naar voren geschoven, die alleen in afhankelijkheid van de Here hun werk kunnen doen en alleen zo geaccepteerd kunnen worden. In veel opzichten is de tijd toen en de tijd nu herkenbaar. De toekomst is open, alleen de belofte van de Geest is zeker (en dan weten we inmiddels, dat er in de loop van Handelingen een aantal grote veranderingen plaatsvinden; wissels gaan om). Wat staatje dan als kerk te doen? Gewoon biddend en vertrouwend op weg gaan. De bijbel open, vertrouwend op de Here in de hemel en de Geest die leidt.

Het is deze Here, die de elf ongeschonden bij elkaar brengt, die zijn moeder en broers hier verzamelt. Hij brengt samen op basis van één geloof (zie op de achtergrond bijv. het gebed van de Here uit Joh. 17: Ik heb voor jullie gebeden).

De zichtbaarheid van de kerk en de onzichtbaarheid van de Here van de kerk is ook vandaag herkenbaar. Je kunt dat uitwerken in verschillende richtingen: geloof, dat Hij regeert en betrokken is. Maar ook: het samen zoeken, vanuit de bijbel, in gebed wat de goede richting is. En dan dus ook de noodzaak om met elkaar kerk te zijn, verbonden aan elkaar.

In de persoon Judas komt aan het licht, dat je ook anders kunt kiezen. Hij koos bewust voor een andere dienst dan de dienst aan Jezus. Het feit dat het zo moest gaan, betekent niet dat Judas willoos slachtoffer in Gods hand is (vgl. Jezus’ woord uit Mat. 26:24). Vanuit het woordje dienst (vs. 17 en 25) kun je het zo uitwerken: in wiens dienst wil je staan?

Wat is het geheim van de eensgezindheid van vers 14? Dat is de basis: het Woord van God, het woord van Jezus en dat is het gebed, dat overgave en kleinheid in zich draagt. Op die basis, in een dergelijke gemeente, komt en werkt de Heilige Geest.

Zo ook kunnen er beslissingen worden genomen. Biddend, zoekend, vragend, met de Bijbel open. Dat vraagt eerlijkheid en vrijmoedigheid. Zo kun je ook de Bijbel gebruiken en woorden op vandaag toepassen, en juist het feit dat je dat samen als gemeente doet, bewaart dan voor eenzijdige en gekunstelde uitleg.

Handelingen 1 laat zien: de kerk is iets van mensen en door mensen, en tegelijk is er de levende band met Christus, die zijn kerk leidt, zoals Hij beloofd heeft.

Liturgische aanwijzingen

Liederen: Psalm 69; 109 (in dit gedeelte geciteerd); Gezang 235; 304; 305.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken