Menu

Premium

Preekschets Handelingen 2:4 – Pinksteren

Zondag 24 mei 2015 – Pinksteren

Handelingen 2:4

(…) en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.

Schriftlezing: Handelingen 2:1-12

Het eigene van de zondag

Pinksteren is het derde grote feest in de christelijke traditie en behoeft niet veel uitleg. Pinksteren is het feest van de Geest en geldt als het begin van de christelijke gemeenschap. Ondanks zijn betekenis is Pinksteren minder in het algemene bewustzijn verankerd dan Pasen en Kerst. Dit biedt ruimte voor een eigentijdse, feestelijke invulling.

Uitleg

Handelingen 2 is één samenhangend verhaal dat vertelt hoe de volgelingen van Jezus na diens overlijden voor het eerst in het openbaar durfden op te treden en ‘Gods grote daden’ durfden te verkondigen. Mensen werden overtuigd en gedoopt en begonnen in een gemeenschap samen te leven. Het hele hoofdstuk is erg lang voor een schriftlezing. Daarom stel ik voor de traditionele Pinksterlezing die van de bemoediging door de Geest bericht, aan te houden en met de vraag van de omstaanders ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’ te eindigen. De prediking kan bij deze vraag goed aansluiten. Toch is het belangrijk voor de uitleg om de spanningsboog van het hele verhaal in gedachten te houden.

Lucas maakt duidelijk dat Handelingen als een vervolg op zijn evangelie gelezen moet worden (Handelingen 1:1). De boeken zijn door belangrijke theologische lijnen met elkaar verbonden, die ook in Handelingen 2 een rol spelen. Kenmerkend is de ‘theologie van de weg’ waarin Jeruzalem een centrale plek inneemt. Het evangelie legt de klemtoon op de weg van Jezus naar Jeruzalem. Dit heeft vooral een symbolische betekenis: het laat de levensweg van Jezus van verkondiging in Galilea naar passie en opstanding in Jeruzalem zien. De weg gaat verder, het is de weg van allen die Jezus volgen. Jeruzalem is nu hét uitgangspunt. Alle missionaire reizen worden zo beschreven dat ze in Jeruzalem starten. Het begin van de kerk wordt dus als een weg beschreven die van Jeruzalem de wereld in leidt.

De volgelingen van Jezus (niet alleen de twaalf apostelen, Handelingen 1:14 en 2:6!) maken een tijd van veertig dagen mee waarin Jezus hen voorbereidt op hun verdere weg, een opdracht om het koninkrijk van God te verkondigen (1:3, net als Jezus in de woestijn, Mozes op de Sinaï). Handelingen 2 beschrijft dus een cruciaal moment: de weg van Jezus zal zijn voortzetting vinden in de weg van zijn volgelingen die daarvoor de heilige Geest ontvangen.

De Geest bepaalt volgens Lucas de weg van Jezus net zo als de weg van zijn navolgers. De Geest is betrokken bij de geboorte van Jezus, hij daalt op Hem neer bij zijn doop, leidt Hem bij zijn verzoeking in de woestijn, rust op Hem bij heel zijn verkondiging (Lucas 4:18). De opgestane Jezus belooft zijn volgelingen dat de Geest over hen komt (Lucas 24:49; Handelingen 1:5, 8) en hun de kracht geeft om van het evangelie te getuigen. Dit gebeurt volgens Handelingen 2; het is als het ware de eerste doop van Jezus’ navolgers. Vervolgens krijgt wie gedoopt wordt de Geest geschonken (Handelingen 2:38). Door en met de Geest zijn zij betrokken bij de uitbreiding van het evangelie.

De gedachte van de Geest nodigt uit tot uitdiepen door op de achtergrond in te gaan. Het Griekse en Hebreeuwse woord voor ‘geest’ (pneuma/ruach) heeft een veel bredere betekenis dan het Nederlandse (een goed voorbeeld is Ezechiël 37). Het begrip staat voor lucht die beweegt, storm of zachte wind, maar ook de adem. Je kunt niets zien of vastgrijpen, maar toch is er een grote kracht die dingen kan bewegen. Op dezelfde manier wordt de menselijke geest voorgesteld. De geest/adem geeft de mens levensenergie en inspiratie. Als van de geest van een mens gesproken wordt, wordt de richting die het handelen van een mens bepaalt, aangegeven. Bij de geest van de mens horen zijn specifieke talenten en de opdracht die hij in zijn leven moet vervullen. Er wordt verder verteld hoe de Geest van God ‘over een mens komt’ om deze de vaardigheid tot een bijzonder ambt – rechter, profeet, koning – te verlenen. Er wordt geen strenge scheiding aangebracht tussen de geest van een mens en de Geest van God, want de geest wordt in iedere gestalte door God gegeven. Dit geldt voor de geest die je alledaagse leven bepaalt net zo als voor de roeping tot een specifiek ambt of een enthousiaste belevenis.

Bij de profeten kun je meerdere malen de belofte vinden dat de menselijke geest vernieuwd zal worden zodat zijn relatie met God hersteld kan worden. De beloofde Messias zal eveneens met een bijzondere geest begiftigd zijn (Jesaja 11:1-5). In verband met Pinksteren is vooral Joël 3:1-5 te noemen, waar beloofd wordt dat alle mensen – jong en oud, zelfs slavinnen – van Gods Geest vervuld zullen worden. Petrus maakt duidelijk dat dit met Pinksteren zal gebeuren. Iedereen kan door de doop eraan deelhebben. Het hoeft geen aanleiding te zijn om over het einde der tijden te peinzen, maar het maakt juist het begin van een leven in goede gemeenschap met God en mensen mogelijk.

Aanwijzingen voor de prediking

Vaak geven mensen – ook christenen – aan dat Pinksteren niet echt tot hun verbeelding spreekt. Er is geen boeiend verhaal zoals met Kerst of Pasen. Ook de Geest wordt vaak als ‘vaag’ beleefd en mensen weten niet hoe zij de Geest in hun geloof moeten integreren. Aan de andere kant zou de ‘Geest’ juist een manier van spreken over God kunnen zijn die bij de hedendaagse geloofsbeleving aansluit. De voorganger kan een aantal facetten benoemen die met het thema ‘Wat betekent de Geest voor ons geloven en leven?’ verbonden zijn en die in de preek uitgediept zouden kunnen worden.

Het hoort bij de kenmerken van onze tijd dat mensen op zoek zijn naar beleving. Dit is op verschillende terreinen van het alledaagse leven te zien en speelt ook op het gebied van geloof en kerk. Het spraakmakende boek van Koert Van der Velde, Flirten met God, Religiositeit zonder geloof, toont aan hoe diep het verlangen naar spirituele beleving in mensen geworteld is, juist ook als zij zich niet inhoudelijk aan een geloofstraditie kunnen of willen verbinden. De titel ‘Flirten met God’ spreekt tot de verbeelding en kan een aanknopingspunt zijn om te tonen wat beleving met mensen doet. De zoektocht naar beleving is te waarderen: bij een mens horen zijn lichaam en zintuigen. Geloof kan dus nooit alleen een systeem van gedachten zijn, maar moet vertolkt worden naar de hele, lichamelijke mens. De preek zou kunnen uitdiepen hoe dit op een verantwoorde manier kan gebeuren.

Spreken over de ‘Geest’ stelt het thema ‘beleving’ aan de orde. Het Pinksterverhaal geeft een indrukwekkend voorbeeld (charismatische ervaring, overwinnen van angst, naar buiten durven treden). Het eerder geschetste bijbelse begrip van pneuma/ruach toont echter aan dat de ervaring van de Geest niet zo spectaculair hoeft te zijn. Dit is van belang omdat de zoektocht naar geloofsbeleving een keerzijde kent: wat als ik ‘niets’ beleef? Zit het dan niet goed met mijn geloof? Is God er niet? Met het bijbelse begrip van de geest laat zich de verbinding leggen tussen de ‘gewone’ ervaring – te beginnen bij de adem die ons leven mogelijk maakt (zie basale meditatieoefeningen), onze talenten, onze inspiratie, de geest die ons leven bepaalt, de taak die wij hebben, etc. – en meer uitzonderlijke momenten van geloofsbeleving.

Het bijbelse begrip van geest spreekt de verleiding om beleving tot doel op zich te maken tegen. Hoe belangrijk emoties en ervaringen ook zijn, zij kunnen en mogen niet vastgehouden worden. En ze kunnen dus ook niet het fundament van (geloofs-)vertrouwen zijn. De vergelijking met ‘flirten’ kan dit aantonen: flirten is mooi, maar wat gebeurt er als een mens in zijn relaties alleen naar de flirt zoekt? In het Pinksterverhaal wordt het doel van de komst van de Geest helder gemaakt: mensen kunnen elkaar begrijpen over de grenzen van verschillende talen (en culturen) heen. Het evangelie, de ‘goede daden van God’, kan vertaald en vertolkt worden naar het leven van mensen. Leven in een goede gemeenschap wordt mogelijk gemaakt – de eerste gemeente ontstaat. Van alle eerdergenoemde ‘geestervaringen’ laat zich aantonen dat zij ons in verbinding brengen met medemensen en kunnen bijdragen aan een goed leven in gemeenschap.

Het wonder van Pinksteren is ook het wonder van elkaar weer kunnen begrijpen. Dit is niet alleen een kwestie van talen. Verschillende culturele achtergronden en uiteenlopende levenservaringen kunnen begrip net zo moeilijk maken. Dit wonder hebben wij mensen nodig, zowel in persoonlijke relaties als op maatschappelijk vlak of tussen volkeren. Waar echt begrijpen mogelijk wordt, is de Geest aanwezig. Het is boeiend hoe het Pinksterverhaal antwoordt op het verhaal van de menselijke verdeeldheid (Genesis 11). Begrip en gemeenschap worden werkelijkheid, maar niet door de terugkeer naar één taal. De talen, de verschillen tussen mensen worden gerespecteerd. Pinksteren overstijgt deze verschillen zonder mensen gelijkvormig te maken. Ook dit is een kenmerk van de Geest: mensen worden in hun individualiteit erkend en tot gemeenschap geïnspireerd.

Volgens Lucas begeleidt de Geest van God mensen op hun levensweg en verbindt hen met de weg van Jezus. De intense ervaring van Gods aanwezigheid, zijn Geest – waarvoor Jeruzalem symbool staat – staat centraal op de weg. Ze is echter niet het eind- of doelpunt, maar het nieuwe begin van leven in gemeenschap.

Liturgische aanwijzingen

Als lezing uit het Oude Testament kan voor Joël 3:1-5 gekozen worden, het woord dat in Handelingen 2 geciteerd wordt en de belofte van de geest uitspreekt. Bij het thema van de preekschets past Johannes 3:1-8 als evangelielezing. Dit is echter in traditionele roosters de lezing voor zondag Trinitatis. Er moet op gelet worden dat de lezing niet dubbel gehouden wordt.

Een advies om te zingen NLB 675: het heeft niet alleen een aansprekende tekst, de melodie is ook een dansmelodie. Wellicht kun je inderdaad dansen, maar ook als je ‘alleen maar’ zingt, heb je het gevoel een beetje te dansen. Voor een gemeente die klassieke liederen mooi vind, blijft ook het oude Lutherlied ‘Kom Schepper God, o heilige Geest’ (NLB 670) een goede keuze.

Geraadpleegd

Thomas Söding, Der Weg des Glaubens – Die Apostelgeschichte, Vorlesungsscript
Koert van der Velde, Flirten met God, Religiositeit zonder geloof, Utrecht 2011
Artikel pneuma in: Exegetisches Wörterbuch zum Neuen Testament, 3e uitgave 2011
Artikel ruach in: Theological Dictionary of the Old Testament, 1974-1986

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken