Menu

None

Preekschets Hooglied 2:4

Startzondag

‘Boven mij zijn vaandel van liefde’

  • Bijbelgedeelte: Hooglied 1:15-2:7
  • Preektekst: Hooglied 2:4b
  • Thema: Aan tafel!

Liturgisch kader

Deze zondag is de startzondag. Voor veel gemeenten officieel of onofficieel het begin van het winterwerk seizoen. Veel gemeenten kiezen ervoor deze zondag aan te sluiten bij het jaarthema van de landelijke kerk. Dit jaar is het thema: ‘Aan tafel!’. Hierbij kan gedacht worden aan het sacrament van het Heilig Avondmaal, aan het samen eten als gemeenteleden, maar ook aan de verbinding die je als kerk kunt zoeken met de samenleving door te eten met de buurt, vluchtelingen en minima.

Op deze zondag kiezen voor een tekst uit Hooglied lijkt op het eerste gezicht wat vreemd. Wat heeft een verzameling liefdesliederen nu met ‘aan tafel’ gaan te maken? In de uitleg en aanwijzingen voor de prediking wordt uitgegaan van een allegorische lezing, zonder de letterlijke lezing te ontkennen. Dit wil zeggen dat de liefde tussen man en vrouw in Hooglied 1 en 2 als symbool wordt gezien voor de liefde tussen Christus en de kerk. Christus als de ‘hij’ (bruidegom) en de kerk als ‘zij’ (bruid).

De prediking beoogt vanuit Hooglied 1 en 2 zowel de liefde te laten zien die Christus heeft voor de kerk als de kerk op te roepen tot een even zo grote liefde tot Christus. De connectie met het jaarthema wordt gemaakt, doordat Christus ons op speciale wijze nabij komt in het Heilig Avondmaal, maar ook in de broeders en zusters in de gemeente. Verder doordat Christus ons nabij kan komen in iedere situatie en ieder mens dat op ons pad wordt gebracht. Aan al deze ontmoetingen kan de tafel gekoppeld worden.

Liederen kunnen aansluiten bij verschillende ingangen bij het thema, ook naargelang de wens van de gemeente/voorganger. Aangesloten kan worden bij: viering Heilig Avondmaal, de diaconale taak van de kerk, bij liederen die de geloofsrelatie tot God en Jezus Christus bezingen als bij liederen over de kerk. Daarbij kan gedacht worden aan de volgende liederen uit het Liedboek, Zingen en bidden in huis en kerk, 2013:

  • Lied 908: ‘Ik heb U lief, o mijn beminde’. Een lied dat iets van die liefdesband tussen de gelovige en Christus onder woorden brengt.
  • Vanuit de landelijke kerk is lied 388 ‘Voor ieder van ons een plaats aan de tafel’ aangedragen.
  • Lied 1005 ‘Christus, ons licht’ maakt ook een mooie verbinding, als het gaat om het licht en de liefde van Christus, die door ons heen moet schijnen naar andere mensen toe.

Uitleg

Zoals aangekondigd volgen wij in deze preekschets de allegorische lezing. Dit betekent, dat de tekst wordt uitgelegd met het oog op de liefde tussen Christus en Zijn gemeente. De perikoop wordt begonnen in het eerste hoofdstuk, waarbij de geliefden tegen elkaar zeggen hoe mooi ze elkaar vinden.

Dit betekent een commitment van beide partijen. De kerk die haar bruidegom mooi vindt, maar net zo goed dus de bruidegom die onder de indruk is van Zijn kerk. Dit roept natuurlijk twee vragen op. Kunnen wij zo naar Christus kijken en kunnen wij zo naar de kerk kijken? Hooglied hoofdstuk 1 vers 15 daagt de hoorders uit met de ogen van Jezus Christus naar de kerk te kijken.

Het tweede hoofdstuk begint met een tegenstelling, die gemaakt wordt tussen het bruidspaar aan de ene kant en ‘anderen’ aan de andere kant. Christus ziet de kerk als iets moois te midden van allerlei lelijkheid. Hij heeft alleen oog voor de kerk. De kerk wil in vers 3 op haar beurt niets weten van andere jongens, omdat bij de bruidegom vruchten en schaduw te vinden zijn. Schaduw in het warme oude nabije oosten was een zegen en daarom van groot belang. De zoete vruchten proeven zou je allegorisch kunnen lezen als verwijzing naar het Heilig Avondmaal, waarin Christus op geestelijke wijze Zichzelf uitdeelt en ons verzadigt met Zijn genadegaven, liefde, vergeving en kracht door brood en wijn.

De zin die mij in de voorbereiding het meest raakte, vinden wij in vers 4b: ‘boven mij zijn vaandel van liefde’. Het woord dat voor vaandel gebruikt wordt kan ook verwijzen naar een soort uitgangbord. Allegorisch gelezen zou het kunnen verwijzen naar Christus’ vaandel van liefde boven onze levens. Hierbij kan gedacht worden aan het kruis waar Christus ons vergeving van zonden schenkt. Aan Gods liefde voor Zijn schepping. Aan Gods zegenende handen boven ieders leven. God gunt ieder mens het goede en wil aan ieder mens Zijn liefde geven.

In het vijfde vers wordt ons meegedeeld dat liefde ook vraagt om voeding. Liefde kan ook uitputten en een mens moet gevoed worden. Ook dit kan als beeld gebruikt worden voor de manieren, waarop God de gelovigen wil voeden. Met Zijn woord (de Bijbel en de prediking) met sacrament (doop en avondmaal), door mensen die op je pad worden gebracht. Evenzogoed is het een beeld van Gods zorg voor voedsel voor al Zijn schepselen.

Vers zes geeft een beeld weer van een innige omhelzing tussen twee geliefden. Beeldend kan hier de innige omhelzing tussen God en mens mee worden uitgedrukt. Ook kan het als beeld gebruikt worden voor mensen die elkaar tot steun en zegen zijn: samen de maaltijd en zo elkaars leven delen. Het gedeelte van vers vier tot zes kan gelezen worden als een diep verlangen van Christus en de kerk om samen te zijn, dat tot uiting komt in de viering van het Heilig Avondmaal.

Aanwijzingen voor de prediking

Aangezien Hooglied een Bijbelboek is dat niet vaak in de kerk gelezen wordt, zou een korte inleiding aan het begin van de prediking op zijn plaats zijn. Kort kan daarbij worden stilgestaan bij de twee manieren waarop Hooglied gelezen wordt. Letterlijk (als liefdesgedichten) en allegorisch.

Vervolgens kan worden stilgestaan bij het jaarthema van de landelijke kerk: ‘Aan tafel!’. Ik denk daarbij altijd aan de opening van Man bijt Hond: ‘Aan het begin van de avond spoedt Nederland zich huiswaarts. Het is weer etenstijd. Het ideale moment om eens rustig de dag door te nemen.’ Maar iedereen weet hoe verschillend de tafels er in Nederland uitzien: alleen, ruziënd, zwijgend, gezellig. De rol van samen in het geloof kan vervolgens worden duidelijk gemaakt. Desnoods met verhalen zoals dat van Abraham met de engelen (Genesis 18). God eet met mensen in de Bijbel, mensen eten met mensen en de kerk wordt opgeroepen om eten te delen met mensen in nood.

In Hooglied gaat het om het verlangen van de kerk naar Christus en andersom. Op de startzondag is het belangrijk om te realiseren daar waar wij de gebreken van de kerk, het onvolmaakte, centraal stellen. Christus zegt tegen de kerk: ‘Wat ben je mooi!’ Aan de andere kant moet op de startzondag centraal staan, dat de kerk met vallen en opstaan doet, wat zij doet, omdat zij Christus mooi vindt! De liefde tussen Christus en de kerk is de basis.

De kerk leeft van het voedsel dat Christus aan ons geeft. In de eerste plaats is dat Zijn vaandel van liefde boven ons leven. Dat God ervoor gekozen heeft een liefdevolle Vader te zijn en te blijven voor Zijn schepping die Hem zo vaak de rug toekeert. Als Schepper deelt Hij aan ons als Zijn schepselen uit wat wij nodig hebben: voedsel en drinken. Daarnaast roept Hij ons op te delen van onze overvloed en samen te eten met iedereen die dat nodig heeft. Hij deelt Zijn voedsel van genade, liefde, vergeving, nieuw leven, kracht en troost uit en de kerk weet, dat die vruchten alleen bij Hem te krijgen zijn.

Vers vier tot zes sluiten verder mooi aan bij het thema rond eten en het samenzijn van de kerk en Christus in het Heilig Avondmaal. De bruidegom verlangt ernaar samen te zijn met Zijn bruid en de bruidegom verkwikt de bruid. Dit is een prachtig beeld van wat er gebeurt bij het Heilig Avondmaal. Jezus Christus roept Zijn gemeente, Hij verlangt naar samen eten met Zijn gemeente. Hopelijk verlangt de gemeente ook naar dat samenzijn met Hem! Om samen aan tafel te gaan! Daar wil Hij Zijn gemeente voeden met Zijn geestelijke aanwezigheid als brood en wijn gegeten en gedronken worden als lichaam en bloed van Christus.

Ideeën voor kinderen en jongeren

De brug naar kinderen en jongeren kan gemaakt worden via ‘verliefdheid’. De meeste kinderen en jongeren weten, wat het is om verliefd te zijn. Dat je helemaal opgaat in die ander. Dat je alles er voor over hebt om bij die ander te zijn. Dat alles mooi en leuk is aan die ander in het begin. Het mooiste aan de liefde is natuurlijk, als het van twee kanten komt, dat je allebei stapelgek op elkaar bent. Als je groter bent, ga je met je liefde op stap en misschien wel eens uit eten om tijd met elkaar door te brengen. Op een bepaalde manier werkt dat ook zo tussen God en mensen. Zoals verliefde mensen bij elkaar willen zijn, zo zouden wij ook dichtbij God moeten willen zijn. God wil altijd dichtbij ons zijn en daarom komt Hij heel dichtbij, als in de kerk het Heilig Avondmaal gevierd wordt.

Deze preekschets is geschreven door Yorick Breemes, predikant bij de Gereformeerde Kerk Hollandscheveld Nieuwlande-Geesbrug.


Geraadpleegd

  • J.R. Wright (ed.), Proverbs, Ecclesiastes, Song of Solomon, Ancient Christian Commentary on Scripture, Downers Grove, 2005, 307-316.
  • D. Garrett & P.R. House, Song of Songs / Lamentations, Word Biblical Commentary 23B, Thomas Nelson, 2004. 148-155.
  • M.J. Mulder, Hooglied, Tekst en Toelichting, Kok Kampen, 1991. 27-30.  
  • T. Longman III, Song of Songs, NICOT, Grand Rapids, 2001. 107-116

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken