Menu

Premium

Preekschets Jeremia 16:5-7

Eeuwigheidszondag of Laatste zondag van het kerkelijk jaar

Dit zegt de HEER: Ga niet naar een huis waar een rouwmaaltijd gehouden wordt; rouw niet mee en toon geen medeleven, want ik ontneem dit volk mijn vriendschap, liefde en erbarmen – spreekt de HEER –, zodat groot en klein in dit land zullen sterven. Ze zullen niet worden begraven en niemand zal om hen rouwen, niemand zal zijn lichaam kerven of zich kaalscheren van verdriet. Niemand zal voor hen die rouwen brood breken om hen te troosten, niemand zal hun als troost een beker aanreiken, zelfs al rouwen ze om hun vader of moeder.

Jeremia 16:5-7

Schriftlezing: Jeremia 16:1-15 en gedeelten van Jeremia 33 (o.a. vers 11)

Overige lezingen: Matteüs 24:14-35 (eventueel gedeeltelijk)

Thema: Rouwen doe je samen, eeuwigheidszondag in coronatijd

Zie ook:

Dossier Laatste zondag van het kerkelijk jaar

Liturgisch kader

Op de laatste zondag van het liturgisch jaar wordt in veel kerken aandacht besteed aan de overledenen van het afgelopen jaar. Vaak zijn familieleden hierbij aanwezig. Voor veel rouwenden is het afsluiten van het kerkelijk jaar waarin hun geliefde overleed een stap in hun rouwproces. Soms gaat dit samen op met een bijeenkomst in de maand november rond de overledenen in een woonzorgcentrum of ziekenhuisafdeling.

Door de coronapandemie was er rond het sterven vaak niet de gelegenheid de rouw te delen met een bredere kring van familie, vrienden en gemeenteleden. Sommige nabestaanden konden niet bij het sterven van hun geliefde zijn en missen belangrijke informatie over het sterven en de tijd ervoor. Om die reden vraagt niet alleen de pastorale zorg voor deze mensen maar ook de vormgeving van de eeuwigheidszondag extra aandacht. Wellicht is er de behoefte aan een individuele herdenkingsdienst in november omdat de uitvaart in zeer kleine kring heeft plaatsgevonden. Misschien kunnen op of rond eeuwigheidszondag meerdere diensten gehouden worden om zo gemeenteleden en familie optimaal bij de herdenking te betrekken. Bij de invulling van de dienst kan extra ruimte ingeruimd worden voor de verschillende overledenen. Zo mogelijk worden er iets meer woorden aan hen gewijd dan gebruikelijk.

‘Rouwen doe je samen’ is het thema van de preekschets over Jeremia 16:5-7. Net als de praktijk van 2020 laat deze tekst voelen wat een leegte het brengt als er niet samen gerouwd kan worden. Omdat Jeremia’s rouw-onthouding in het kader staat van de naderende ballingschap kies ik voor een tweede oudtestamentische lezing uit Jeremia 33 over het herstel na de ballingschap. Met name denk ik aan vers 11, wat teruggrijpt op hoofdstuk 16.

Denk bij de liedkeus aan psalmen die de eenzame stilte van het graf verwoorden, bijvoorbeeld 88. Ook NLB 1003 past bij Jeremia 16: stil is de straat, nergens meer feest in de stad.

Uitleg

In deze rubriek kijken we eerst naar de tekst over rouwgebruiken en daarna naar de context van de naderende ballingschap.
Bij verlieservaringen is de gemeenschap er om bij te staan en te steunen. Veel plaatsen in de bijbel laten deze praktijk zien. Kijk voor een overzicht eens in een bijbels woordenboek of lees R. de Vaux, Hoe het oude Israël leefde, I, Utrecht 1973, pagina 108-117.
Jeremia noemt de maaltijd als uiting van gemeenschap bij rouw.

Twee woorden gebruikt hij voor rouwbeklag en condoleantie. Lichaam en stem geven uiting aan innerlijk verdriet dat zo gedeeld verdriet wordt. Uit vers 6 blijkt dat zelfbeschadiging door insnijdingen en kaalscheren, verboden in Leviticus 19:27,28 en Deuteronomium 14:1,2, onuitroeibaar bleken. Zo diep gaat het verdriet over de dood, en de behoefte dit te uiten, dat dergelijke gewoonten ondanks een uitdrukkelijk verbod in gebruik gebleven zijn of teruggekomen zijn. Wellicht zegt het ook iets over de religieuze situatie in de laatste decennia voor de ballingschap.

Het delen van brood en het aanreiken van de troostbeker, waar vers 7 over spreekt, hebben een specifieke betekenis. Deze gebruiken markeren het einde van de rouw. Rouw vraagt er om voltooid te worden. Belangrijk om in coronatijd te beseffen: rouw die onaf is kan een zware last zijn. Verlieskunde-expert Herman de Mönnink vraagt regelmatig aandacht voor het unfinished-bussinesssyndroom.

Drie woorden aan het einde van vers 5 benoemen wat achter deze praktijk van gedeelde rouw zit: Gods vrede, genade en erbarmen. Deze drie woorden staan voor de verbondsrelatie tussen God en zijn volk. De kracht ervan is merkbaar in de onderlinge gemeenschap, ook in het meeleven bij het sterven. Bedenk bij de nauwkeurige exegese dat daar wel wat schakels tussen zitten, maar dat de tekst inderdaad deze werkelijkheid benoemt: waar de verbondsrelatie met God verbroken wordt heerst de dood in zijn gruwelijke ernst, waar het volk in de verbondsrelatie met God leeft is de dood niet weg, maar werkt gedeelde rouw heilzaam.

De context is die van de naderende ballingschap. Door zijn celibaat, ascese en zelfs het afzien van rouw over geliefden brengt de profeet Jeremia Gods boodschap dat hij Jeruzalem gaat straffen. De lijdende profeet is door zijn eigen leven een profetie. De slachting zal zo wreed zijn dat er niet meer begraven en gerouwd zal worden. Dit voorjaar hebben we er iets van geproefd hoe wreed het is als het samen rouwen wordt afgenomen.
In Jeremia’s dagen was het een straf van God over Israëls afval. Het sociale leven was een lege huls geworden. Bij een graf of op een bruiloft leek het wel alsof vriendschap, liefde en erbarmen in de stad heersten. Maar onder deze mooie buitenkant zat een wereld van onderdrukking, bloedvergieten en harteloosheid (Jeremia 22:3). Omdat de verbondsrelatie met God vermolmd was.
Hoe is dit in onze dagen? Is het coronavirus een straf van God? Wil God ons aan het denken zetten?

Nemen we de context breder, dan lezen we in Jeremia 33 over herstel na de ballingschap. In vers 11 ook over het sociale leven (pars pro toto wordt dán de bruiloft genoemd, terwijl in hoofdstuk 16 de nadruk op de rouw ligt). Dit hoofdstuk opent het zicht op de nog bredere context van de hele bijbel. De lijdende profeet Jeremia kondigt de Rechtmatige Telg uit de stam van David aan (vers 15), de lijdende Messias. Die heeft door zijn lijden niet alleen een straf aangekondigd, maar de totale straf gedragen. Ook zijn leven was celibatair en ook bij zijn dood kwamen rouw en lijkverzorging in het gedrang. Zo gunt hij ons een leven waarin geen rouw meer nodig zal zijn. Op weg daar naartoe mogen rouwenden in de gemeente een gemeenschap vinden die deelt in hun verdriet (Handelingen 8:2, 9:30, Romeinen 12:15) en hen de steun geeft die ze nodig hebben (Jakobus 1:27)

Aanwijzingen voor de prediking

Als doel van de preek zie ik: troost voor de nabestaanden en een aanmoediging voor heel de gemeente om hen tot steun te zijn.
Bij het eerste is het goed om de verlieservaringen binnen de gemeente in beeld te hebben. Denk daarbij aan overleden gemeenteleden: wat maakte hun sterven en uitvaart extra heftig? Bedenk ook wat gemeenteleden in hun familie en werk(kring) meegemaakt hebben. Geef er royaal de ruimte aan in de preek. Deze ruimte is er te weinig geweest. En het evangelie is niet alleen dat er een tijd komt zonder tranen, maar ook dat er vandaag een gemeente is die deelt in je tranen.

Het tweede doel is de gemeente aan te moedigen hen die een verlies geleden hebben te steunen. Herman de Mönnink spreekt hier van verlies-support. Om het met Galaten 6 te zeggen: ieder moet zijn eigen last dragen (‘coping’) maar je hoeft die niet alleen te dragen, we worden opgeroepen elkaars lasten te dragen (‘support’). Denk aan aandacht, praktische steun, ruimte om herinneringen en emoties te delen, niet alleen naar de kerk hoeven te gaan en nog veel meer. Ook al ben je een half jaar of al jaren verder, het blijft belangrijk dat de naam van de overledene genoemd wordt.

Bij de opzet van de preek kan dezelfde lijn gevolgd worden als in de rubriek ‘Uitleg’. Bij het eerste deel zijn twee ingangen mogelijk: beginnen bij de situatie van 2020 of bij het levensverhaal van Jeremia. In het tweede deel met de context van het hele boek Jeremia en de hele bijbel zijn ook weer twee uitgangen mogelijk: die van het nieuwe Jeruzalem of die van de steunende gemeente. Welke uitgang je ook kiest, geef ook aan het andere aandacht.

Ideeën voor kinderen en jongeren

In een kindermoment kun je er iets over vertellen waarom het belangrijk is verdriet te delen. Ieder kind kent die behoefte. Bij klein en groot verdriet. Dit kan in de vorm van een verhaal of een gesprekje met kinderen. Laat het uitlopen op een korte weergave van de boodschap van de preek.

En als je aan de jongeren denkt, voor sommigen kan ‘rouw in coronatijd’ heel ver van ze afstaan, terwijl het voor anderen heel heftig is. Neem even tijd om je herinneringen uit de afgelopen maanden aan rouwende jongeren boven te laten komen. En neem deze herinneringen mee in je voorbeelden en formuleringen in de preek.

Geraadpleegd

Voor de exegese heb ik gebruik gemaakt van:

A. van Selms, Jeremia, I, Prediking van het Oude Testament, Nijkerk 1979 en
H. Lalleman-de Winkel, Jeremia, De Brug IX, Heerenveen 2004.
Over steun bij verlies: G. Kramer-Hasselaar en R. Vissinga, Pastoraat bij sterven en rouw, Handreiking voor bezoekmedewerkers, Utrecht 2015.
Wie hierover meer wil lezen: H. de Mönnink, Verlieskunde, Houten 2017.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken