Menu

Premium

Preekschets Jesaja 55:8

Jesaja 55:8

Vijfentwintigste zondag na Pinksteren

Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet mijn wegen – spreekt de Heere.

Schriftlezing: Jesaja 55:6-9

Het eigene van de zondag

Dit is de zondag vlak voor de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Nogal eens zijn de dagen donker. Het is ook de tijd waarin mensen somber kunnen zijn, vaak meer thuis zijn en tot zichzelf inkeren. De levensweg wordt bezien. Schuld kan gevoeld worden en vragen naar de zin van eigen bezigheden en van de eigen levensweg en die van Gods kerk kunnen spelen. Zie ook bij 11 november.

Uitleg

In de vorige bijdrage is de situatie weergegeven waarin Jesaja 55 voor het eerst klonk. Toen is al gezegd dat de woorden verder reiken dan enkel tot de terugkeer van Israël uit Babel naar Kanaän.

De verzen 8-13 bevatten een tweede godsspraak. Aan het begin daarvan wordt geaccentueerd dat er onderscheid is tussen Gods plannen en die van de mens en tussen Gods wegen en die van de mensen. Vers 9 spreekt erover dat ze hoger zijn. Als beeld wordt gebruikt de afstand tussen hemel en aarde. Die afstand is groot. Nadrukkelijk wordt dus gesteld dat Gods plannen en wegen hoger, groter zijn. God zegt het Zelf! We hebben immers te maken met een godsspraak.

In plaats van plannen kunnen we ook lezen: gedachten.

Het chiasme in vers 8, mijn – uw – uw – mijn moet ons niet ontgaan, waarbij het menselijke ingeklemd staat tussen het goddelijk grote.

Vers 8 lijkt allermeest betrekking te hebben op het voorgaande vers. De mensen die werkelijk van Gods verbond vervreemd zijn, goddelozen, mogen zich tot God bekeren. God staat open voor goddelozen. Zij ontvangen nota bene Gods ontferming en horen dat God zelfs menigvuldig vergeeft.

We kunnen de tekst ook horen in het grotere verband van Jesaja 55 ten aanzien van de vraag van Israël of God nog wel trouw kan zijn aan zijn verbond. Men kan zelfs gratis bij God leven ontvangen voor de ziel, wat de vraag oproept hoe dit toch mogelijk is.

De woorden zijn ook te lezen met het oog op de volgende verzen. Het woord van God is als de regen en de sneeuw, die niet terugkeren zonder in de aarde hun werk te hebben gedaan.

Ook dat kan vragen oproepen als: hoe kan Gods Woord werkelijk daad worden, zodat het niet vruchteloos tot Hem weerkeert? Gods plannen en wegen zijn hoger.

Plannen en wegen staan opvallend in het meervoud.

Velen kennen deze verzen los van de context en betrekken ze dan nogal eens op de onbegrijpelijkheid van Gods wegen in het menselijk lijden. Als we letten op de strijd van Israël met de ballingschap kunnen we ons daar wat bij voorstellen. Maar het is duidelijk dat de woorden in de context specifieker gericht zijn.

We kunnen ze ook horen in de context van de vraag van Israël of terugkeer uit Babel wel uitvoerbaar is. In Jesaja 49:24 klinkt die vraag. Men dacht: het kan niet meer. Maar Gods wegen en plannen zijn hoger. In Jesaja 40:3, het begin van Deutero-Jesaja, klonk al: ‘Baan voor de Heer een weg door de woestijn, effen in de wildernis een pad voor onze God’. Waar geen weg is, is God bij machte een weg te maken, is de boodschap in dit bijbelboek. Zo zal ‘de luister van de Heer zich openbaren’, Jesaja 40:5.

Aanwijzingen voor de prediking

De preek moet de hoorders bepalen bij het verschil tussen onze plannen en Gods plannen en tussen onze wegen en Gods wegen. Het beeld van de afstand tussen hemel en aarde moet worden neergezet. Als je op een hoge toren staat, denk aan de Domtoren in Utrecht, de Euromast in Rotterdam of de Eiffeltoren in Parijs, lijkt de wereld onder je zo klein, maar de hemel nog zo ver.

Aan de ene kant is dit verschil voor hoorders een troost. Waar wij onmogelijkheden zien, zijn mogelijkheden bij God.

Tegelijk stuiten wij op onze grenzen. Wij kunnen Gods gedachten en wegen mogelijk niet vatten. Dat bevalt ons mensen nogal eens niet. Het grote en hoge van God willen wij anders. We strijden ermee.

We leren in deze verzen geen noodlotsidee waarbij de grenzen waar wij in denken en doen tegenaan lopen dan maar Gods gedachten en wegen zijn waarvoor wij zouden moeten buigen. Het is van groot belang hierop alert te zijn omdat nogal wat mensen deze verzen zo begrijpen. Dat Gods plannen en wegen hoger zijn, was voor Israël juist een bemoediging. God weet een weg te maken. Dan is terugkeer uit de ballingschap mogelijk, ook als het volk die mogelijkheid niet ziet. Dan is ontferming van God, zelfs als je je goddeloos weet of voelt, mogelijk, en zelfs menigvuldige vergeving. Dan kunnen Gods woorden vrucht dragen.

Zo is deze tekst ook te bepreken in haast uitzichtloze situaties van rouw en andere moeiten en verdriet. Zelf heb ik de tekst gebruikt in een bevestigingsdienst van ambtsdragers.

Wij in Nederland horen deze woorden in de situatie waarin wij vandaag christen zijn. Velen maken zich zorgen over de situatie van de kerk in Nederland en West-Europa. Er wordt wel gezegd dat wij christenen in ballingschap zijn. Dan herkennen wij de situatie van het volk Israël in Babel. Wij zijn niet gedeporteerd, maar Nederland is de afgelopen decennia wel fors veranderd en velen voelen de verschillen. Christenen zijn duidelijk een minderheid geworden. We leven tussen vele godlozen. Er zijn christenen die denken dat God het afgevallen verbondsvolk van Hem in ons land, de goddelozen in Nederland, afgeschreven heeft. Christenen schrikken soms ook van eigen godloosheid. Voor we het weten, leven we als praktisch atheïsten.

Jesaja 55 wil de gemeente en de aangevochten gelovigen wijzen op de grootheid en het anders-zijn van God. Zijn woorden zullen en kunnen vrucht dragen. Hij vergeeft menigvuldig en kan een keer brengen in de ballingschap. Zijn grote heilstijd zal komen. Er is reden tot hoop, om Wie God is. Hoop ook voor de kerk in Europa en wereldwijd vandaag.

Dat Gods wegen en plannen zo veel hoger zijn dan van de mensen, zet ons mensen ook op onze plaats. De christenen eveneens. We moeten niet menen Gods wegen en gedachten voluit te kennen en te moeten en te kunnen verdedigen. Laten wij in deze wereld tonen dat wij weten van Gods grootheid.

Laten we daarom ook Gods woorden voluit serieus nemen en doorgeven. Denk bijvoorbeeld aan allerlei bezoekwerk van de kerk, waarbij de Bijbel open kan gaan. Als wij niet zien of het doorgeven van de woorden van God vrucht draagt, hebben we te beseffen dat Gods plannen en wegen hoger zijn.

Het chiasme in vers 8 spreekt mij aan. Bijvoorbeeld dat het menselijke omringd mag zijn door het goddelijk grote. In dat grote van God mogen wij mensen schuilen, ons door Hem omringd weten.

Het doet me ook denken aan een kruis, al is het niet direct het kruis zoals we dat van Golgota kennen. Toch zie ik op Golgota dat Gods gedachten en wegen hoger, maar ook dieper zijn dan de onze. Vanwege Golgota kan ik toch enigszins begrijpen waarom God gratis leven geeft en menigvuldig zelfs goddelozen vergeeft. Na de kruisdood van Jezus is te zien dat het Woord van God door de aarde heen wonderlijk vrucht draagt.

Liturgische aanwijzingen

Uit de Evangeliën kan in de dienst klinken het woord van Jezus, Lucas 18:27: ‘Wat bij de mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God’. Of Johannes 12:20-25. Daar klinkt eveneens dat Gods plannen en wegen hoger zijn dan die van de mensen. De Zoon des Mensen zal verheerlijkt worden in de dood. Bij de vergeving van God en de afstand tussen hemel en aarde moet ik denken aan Psalm 103:3 en 4, ‘Zo hoog en wijd de hemel staat gerezen boven de aarde’. Dat God ónze gedachten kent, bezingen we in Psalm vers 14 wordt gevraagd of God wil leiden op de weg ten leven. Deze verzen van Jesaja 55 doen ook Gezang 304 meezingen: ‘God is getrouw, zijn plannen falen niet’.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken