Menu

Premium

Preekschets Johannes 13:5 en 13:15

Witte Donderdag

Johannes 13:3-5, 15

Jezus, die wist dat de Vader hem alle macht had gegeven, dat hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan, stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen en droogde ze af met de doek die hij omgeslagen had.(…)
‘Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan moeten jullie ook doen.’

Schriftlezing: Johannes 13:1-17

Het eigene van de dag

Op de avond van Witte Donderdag start het sacrum triduum, de drie dagen van Pasen. Ze vormen de vooravond van de Goede Vrijdag, die naar joods gebruik al gerekend worden bij die dag. In vroeger tijden werden op deze dag meerdere diensten gehouden. Als afsluiting van de vastentijd werden de boetelingen weer opgenomen in de kerk. De zalfolie werd gewijd. En in de avonddienst kregen de voetwassing en de maaltijd van de Heer een plaats.

In de kerken van de Reformatie zal in een kerkdienst op de avond van Witte Donderdag meestal het Avondmaal gevierd worden en misschien de voetwassing plaatsvinden. Sommigen verdedigen een preekloze dienst, maar de gebruiker van PreekWijzer die op deze pagina aangekomen is, verwacht uiteraard een handreiking voor een preek. Het mag dan wel een korte preek zijn.

Het karakter van de dienst is weliswaar feestelijk, de liturgische kleur is wit, maar de spanning van Jezus’ naderende sterven is in de lezing en in de dienst voelbaar.

Uitleg

Een kwestie niet om over te preken maar bij het voorbereiden van de preek wel in het achterhoofd te hebben is de datering van de voetwassing. Het lijkt een consensus onder exegeten dat de synoptische evangeliën en Johannes een verschillende datering van het sterven van Jezus volgen. Bij de synoptici is de donderdag waarop Jezus met zijn leerlingen de maaltijd viert de veertiende Nissan, de dag van het Pesachmaal. Bij Johannes is het de dertiende Nissan en is de vrijdag, de dag van Jezus’ sterven, de veertiende. Anderen verdedigen echter dat zowel in de synoptische evangeliën als bij Johannes de maaltijd op de veertiende Nissan gehouden wordt (J. van Bruggen, Christus op aarde¸ 188-192). In ieder geval gaat het in Matteüs 26, Marcus 14, Lucas 22 én Johannes 13 om dezelfde maaltijd.

Terwijl de synoptici van deze maaltijd het breken van het brood en het rondgaan van de beker beschrijven, beschrijft Johannes een ander symbool waarin Christus veel van zichzelf laat zien: de voetwassing. Deze voetwassing is in zekere zin de Johanneïsche parallel van de avondmaalsinstelling. En wie op Witte Donderdag over de voetwassing wil preken en het Avondmaal wil vieren doet er goed aan de tijd te nemen om over deze parallel te mediteren. Overdenk in alle rust wat de overeenkomsten en raakpunten zijn. En waarom past het nu juist in het evangelie van Johannes om niet over brood en wijn maar over de voetwassing te vertellen?

Opmerkelijk is in de eerste verzen van Johannes 13 hoe de spanning wordt opgebouwd. Al in de voorgaande hoofdstukken is merkbaar dat Jezus’ sterven onvermijdelijk dichterbij komt, zie Johannes 11:45-54 en het sterk emotioneel gekleurde 12:23-27. Dit klinkt door in de geladen introductie van het moment dat Jezus opstaat van de maaltijd. In vers 3b merkt Johannes op dat Jezus wist dat Hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan. Dat wist Jezus allang. Maar kennelijk is Hij er op dit moment van doordrongen als niet eerder tevoren. Daarbij beseft Jezus ten volle wat de Vader Hem in handen gegeven heeft (vers 3a). Woorden om over te mediteren.

Jezus richt alle aandacht op wat Hij gaat doen. Terwijl een slaaf die de voeten wast dit onopvallend doet, voordat de maaltijd begint, staat Jezus tijdens of na de maaltijd op. Merk op hoe Johannes de details beschrijft. Het zal hem opgevallen zijn en hij wil dat het ons opvalt.

Mogelijk speelt op de achtergrond mee dat de leerlingen juist op dit moment ruzieden over de vraag wie de belangrijkste was. Johannes noemt dit echter niet en de volgorde van de gebeurtenissen is moeilijk vast te stellen.

Bij Johannes ligt alle nadruk op het absurde van Jezus’ handeling. De belangrijkste aan tafel staat op om smerig slavenwerk te doen.

Wij hebben dit alles niet met eigen ogen gezien, we lezen het in het evangelie van Johannes. Daarmee komt het in het kader van een ‘hoge christologie’ te staan. Johannes begon zijn evangelie ermee dat Jezus de mens geworden Zoon van God is. Hij heeft regelmatig uitspraken van Jezus geciteerd die van zijn goddelijkheid getuigen. Deze Zoon van God, die zelf God is en uit de hemel naar de aarde is gekomen, die knielt hier neer bij de mens. Dit is de wereld op z’n kop. Niet de mens die voor God op de knieën gaat, maar God die bij de mens neerknielt. Nederig, liefdevol en zorgzaam. Net als het Avondmaal een beeld van zijn ultieme dienstbaarheid aan het kruis.

De lezing van Palmzondag uit Filippenzen 2:5-11 laat hetzelfde licht over deze gebeurtenis vallen. En trekt de lijn door naar ons op dezelfde manier als Jezus doet. ‘Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie gedaan heb, moeten jullie ook doen.’

Aanwijzingen voor de prediking

De setting van Witte Donderdag vraagt om een preek met een sterke concentratie op één gedachte. Het is een avonddienst. De meeste kerkgangers hebben de hele dag gewerkt. Misschien hebben ze in de Stille Week al een aantal vespers bijgewoond en waarschijnlijk komen er de komende dagen nog een paar kerkdiensten. Daar komt nog bij dat in de dienst van Witte Donderdag de avondmaalsviering een belangrijk zwaartepunt is.

De focus van de perikoop is dat Jezus de leerlingen een voorbeeld geeft om na te volgen. Dat past ook prachtig bij het Avondmaal: aan de tafel van Christus zijn we met elkaar verbonden om elkaar te dienen. Dit kan in de preek heel concreet uitgewerkt worden. Maar de kracht van de perikoop zit in Jezus’ nederige handeling. De kracht van een Witte Donderdag-preek over deze tekst moet er dan ook in gezocht worden de hoorders te bewegen tot verwondering over Jezus’ liefde. De oproep tot navolging kan dan kort zijn.

Aanwijzingen voor de liturgie

Het is mogelijk niet alleen te preken over de voetwassing maar dit ook daadwerkelijk te doen. Hierbij zijn allerlei voors en tegens te overwegen. Maar de Heiland zegt toch echt dat wij elkaars voeten moeten wassen.

Als schriftlezingen voor deze dienst valt te denken aan gedeelten uit Exodus 12 en Johannes 1:1-17. De instellingswoorden uit de synoptische evangeliën kunnen bij de avondmaalsviering gelezen worden.

Bij de voetwassing zijn door de eeuwen heen verschillende liederen gemaakt, variërend van ‘Ubi caritas en amor’ (NLB 568) tot ‘Aan de maaltijd wordt het stil’ (Opw. 705). Uit de Opwekkingsbundels kan ook gedacht worden aan nr. 378, ‘Ik wil jou van harte dienen’.

Wanneer bij de avondmaalsviering gebruikgemaakt wordt van een formulier, heeft een kort formulier de voorkeur. De viering op Witte Donderdag vraagt erom dat, meer dan anders, de aandacht uitgaat naar het moment waarop Jezus het Avondmaal instelde. Een andere mogelijkheid is een avondmaalsliturgie die aansluit bij het klassieke ordinarium.

In veel gemeenten wordt na de avondmaalsviering de tafel afgeruimd en eindigt de dienst in stilte.

Geraadpleegde literatuur

J.H. Bernard, Gospel according to St John (ICC), Edinburgh 1928.
P.H.R. van Houwelingen, Johannes (CNT3), Kampen 1997.
H. Ridderbos, Het evangelie naar Johannes, Kampen 1992.
G. van der Kamp, De drie dagen van Pasen, Zoetermeer 2001.
Dienstboek I, 116-120.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken