Menu

Premium

Preekschets Johannes 13:9 – Witte Donderdag

Johannes 13:9

Witte Donderdag

Simon Petrus zeide tot Hem: Here, niet alleen mijn voeten, maar ook de handen en het hoofd!

Schriftlezing: Johannes 13:1-15

Het eigene van de dag
Met deze avond begint het vieren van de drie grote dagen. Door naar oud gebruik de dagen te tellen van avond tot avond omvat dit triduum Witte Donderdag als vooravond van Goede Vrijdag, Stille Zaterdag uitlopend op de Paasnacht als vigilie, vooravond van en wake vóór de Paasmorgen die ten slotte het geheel afsluit en bekroont. De paarse kleur van de passieweek wordt doorbroken met het wit van de eucharistie.

Liturgische aanwijzingen

De traditionele lezingen zijn Exodus 12:1-11 en Johannes 13: 1-15. Hierbij moet worden opgemerkt dat Johannes in tegenstelling tot de synoptici geen instelling van het avondmaal heeft. Dit is mogelijk te ondervangen door de lezing uit de brieven: I Korintiërs 11:20-32. Mogelijke liederen: Gezang 364 (LvdK); Hoop van alle volken. Zingen met partnerkerken, lied 83; ZG I, 38; VI, 9. De gedachte van de heer die knecht wordt, is mooi verwoord in Gezang 147 (LvdK), couplet 4 en 5. In de praktijk wekt het zingen van een lied dat bekend is als kerstlied, meer bevreemding dan dat het bijdraagt tot begrip. Als de keuze voor dit lied gemaakt wordt, is een toelichting erbij aan te raden.

In de gemeente waar ik tot voor kort stond, werd op Witte Donderdag een Agapè-maaltijd gehouden. In navolging van Jezus’ liefdesbetoon deelden we brood, vis en wijn uit. De echte maaltijd, waaraan jong en oud uit de gemeente deelnamen, werd afgewisseld met lezingen en liederen. In deze dienst werd niet gepreekt.

Geraadpleegde literatuur

J.P. Boendermaker, De eerste dag vieren, Zoetermeer 1999; De viering van Pasen in oecumenisch verband, Zoetermeer 2002 (Uitgave sectie Eredienst, Raad van Kerken); Rudolf Schnackenburg, Das Johannesevangelium (ThKNT); M. de Jonge, Johannes, Kampen 1996 (Tekst en Toelichting); J.P. Boendermaker & D. Monshouwer, Johannes. De evangelist van de feesten, Zoetermeer 1993; G.D.J. Dingemans, Johannes, Kampen 1997 (Verklaring van een bijbelgedeelte). Zie voor tafelgebeden en liturgische suggesties: Dienstboek. Een proeve, Zoetermeer 1998.

Uitleg

Deze drie grote dagen lezen we dit jaar met de focus op Petrus. De motivatie hiervoor is dat het belangrijk is een concentratiepunt te hebben op deze dagen, die het hart van de kerk en de gemeente vormen. Er wordt een bepaald accent gezet: Petrus is dit jaar de ankerplaats in de veelheid van bekende woorden die jaarlijks klinken. We kijken met Petrus mee, we leven met Petrus mee en Petrus houdt op sommige momenten ons een spiegel voor.

De lezing begint aan de maaltijd van Jezus en zijn discipelen. Als de maaltijd al aan de gang is, ontbloot Jezus zich, slaat een linnen doek om en gaat de voeten van de discipelen wassen. Wat Jezus nu doet, beschreven in de praesens dramaticum, is zelfs geen werk voor een joodse slaaf. Het is werk van het laagste allooi, waar normaliter heidense slaven voor ingehuurd worden. Als het een reinigingsgebruik zou zijn geweest, had het voor aanvang van de maaltijd moeten plaatsvinden. Qua timing klopt het niet.

Als Jezus bij Petrus komt, doet hij wat de anderen waarschijnlijk het liefst ook hadden gedaan: hij weigert zijn voeten te laten wassen door Jezus. Petrus bevestigt hiermee de woorden van Jezus in vers 7. Petrus begrijpt nu nog niet wat er aan de hand is. Petrus zet zijn weigering kracht bij door de woorden in vers 8. Het valt op dat in vers 8 het woord kurie (heer) ontbreekt; in vers 6 en 9 spreekt Petrus Jezus wel steeds aan met kurie. Met de aanspreektitel kurie laat Petrus zien dat hij Jezus méér, hoger, belangrijker, groter en machtiger acht. De omkering, de heer die een knecht wordt, is voor Petrus niet aan de orde.

Jezus’ antwoorden in vers 7 en 8 gaan allereerst in op het niet begrijpen. Het onbegrip creëert een afstand tussen Jezus en Petrus. De overige leerlingen zijn even buiten beeld. In vers 8 verwijst Jezus naar het delen in zijn erfdeel. Jezus doelt hier op zijn aanstaande dood. Petrus doet in hetzelfde vers een beroep op de eeuwigheid, terwijl Jezus juist de eindigheid aan de orde stelt. De beide perspectieven gaan dan schuiven.

Petrus’ houding verandert radicaal in een ander extreem: nu wil hij totaal gewassen worden: voeten, handen en hoofd! Ook met deze woorden schetst de evangelist Johannes het onbegrip en het misverstand van Petrus. Want een totale wassing is ook weer niet nodig! Petrus begrijpt nog steeds de bedoeling achter de handeling niet. Uit het gesprek tussen Petrus en Jezus komt een innige onderlinge betrokkenheid tot uiting. Jezus schrijft Petrus niet af vanwege zijn onbegrip.

Wat is de betekenis van de voetwassing? In vers 10 leveren de woorden ‘alleen de voeten’ een tekstkritisch probleem op. Deze woorden zijn in latere handschriften toegevoegd, om een extra accent te geven dat het juist om de voetwassing gaat. De korte tekst is goed te begrijpen. Wie vertrouwt op het woord dat Jezus spreekt, en op de daden die Hij verricht als dienst aan de zijnen, is ‘schoon’, ‘gezuiverd’. De langere tekst roept het beeld op van iemand die thuis een bad genomen heeft en na een tocht over straat alleen zijn stoffige voeten hoeft te laten wassen. De betekenis is niet eenduidig. De suggestie wordt gewekt dat er sprake is van twee reinigingshandelingen: ‘baden’ en ‘zich laten wassen’. De korte lezing is gemakkelijker, maar hoeft daarom nog niet juist te zijn. De voetwassing is een teken van innige liefde, die lijfelijk en daadwerkelijk geuit wordt. De daad van Jezus is beeld van Jezus’ dienst met als hoogtepunt de offerdood aan het kruis.

De evangelist Johannes beschrijft geen instelling van het avondmaal. Voor de evangelist is Jezus het ware paaslam. De dood van Jezus aan het kruis op Golgota valt samen met het slachten van het paaslam in de tempel van Jeruzalem. Brood en wijn zijn hier niet nodig om de liefde van Jezus Christus uit te drukken. Zie Boendermaker voor een uitgebreide toelichting. Met de genoemde combinatie van lezingen is het zeer goed mogelijk de instelling van het avondmaal te vieren. De lezing uit Exodus legt de nadruk op de geschiedenis van de uittocht uit Egypte die elk jaar present verteld wordt. De lezing uit de Korintiërsbrief vertelt ons de inzettingswoorden. Johannes 13 geeft geen inzettingswoorden, maar juist inzettingsdaden. De inzet is de dienstbaarheid van de Heer die knecht wordt. De houding van Jezus drukt de liefde uit: de gastheer van de avond doet de slavendienst als voorbeeld voor het gedrag van de leerlingen in de toekomst. Jezus’ komst bestaat uit dienen en reinigen.

Aanwijzingen voor de prediking

Het begint met een maaltijd en het eindigt met een voetwassing, de wereld op z’n kop als het gaat om de orde rond de maaltijd. Samen eten heeft iets feestelijks, schept gemeenschap. Deze maaltijd van Jezus met zijn leerlingen schept afstand en verwarring. Dit komt door de daad van Jezus die door de leerlingen niet begrepen wordt. Petrus verwoordt het onbegrip namens de anderen.

De wereld staat ook op z’n kop in de omkering van de rollen. De gastheer die slavenwerk doet. Deze omkering staat haaks op de ervaring van gemeenteleden. Deze situatie is onvoorstelbaar. Vanuit dit gezichtspunt is de reactie van Petrus juist zo voorstelbaar.

Het is maar de vraag of er in de gemeente ook de instelling van de voetwassing gepraktiseerd moet worden. In sommige abdijen is het sinds de 4e eeuw gebruikelijk om de voeten van de gasten wassen. Zo’n herhaling schiet mijns inziens het doel voorbij, omdat het om voeten wassen als houding gaat en niet zozeer als ritueel. Als we dit niet zien, is de rol van de niet-begrijpende Petrus ons op het lijf geschreven. Het wassen van de voeten bij de evangelist Johannes kan in verband worden gebracht met de zalving van Jezus’ voeten in Johannes 12. Beide gebeurtenissen weerspiegelen innige liefde.

De houding van het voeten wassen: dienstbaarheid en liefdebetoon, kan het hoofdaccent krijgen in de prediking. Dat zou doorgetrokken kunnen worden naar het diaconaat. De tekst van lied 83 uit de bundel Hoop van alle volkenbiedt daarvoor aanknopingspunten. Deze gedachte kan verbonden worden met diaconaat in en van de gemeente. Als gevolg van de ontvangen liefde kan de gemeente de liefde ook doorgeven. Petrus houdt ons hierin een spiegel voor. Dit is goed in verband te brengen met de viering van het avondmaal. Diaconaat ontspringt aan de avondmaalstafel. Enige relativering is op zijn plaats. We kunnen niet alle wereldproblemen oplossen of op onze schouders nemen. Onder verwijzing naar het evangelie: je hoeft niet geheel gewassen te worden. Het gaat om het delen in de houding en je daar ook daadwerkelijk voor inzetten. Het gaat om dienstbetoon vanuit een levenshouding, niet vanuit medelijden. Juist vanwege de onduidelijkheid van de precieze betekenis van de voetwassing is het een goede keuze om stil te staan bij de houding die eruit spreekt.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken