Menu

Premium

Preekschets Johannes 16:7

Johannes 16:7

Rogate

Werkelijk, het is goed voor jullie dat ik ga, want als ik niet ga zal de pleitbezorger niet bij jullie komen, maar als ik weg ben, zal ik hem jullie zenden.

Schriftlezing: Johannes 16:4-16

Het eigene van de zondag

Deze zondag is de vijfde na Pasen en de laatste voor Hemelvaart. De zondag wordt eenvoudig aangeduid als de vijfde na Pasen, maar de oude benaming, zondag Rogate, is wel zo mooi en betekenisvol. De zondag werd genoemd naar oude biddagen waarop een goede oogst werd afgesmeekt. De oude benamingen van deze zondagen worden steeds minder gebruikt. Jammer, want ze kunnen je ook weer op een idee brengen voor de inhoud van de dienst. Bidden kan een hulpmiddel zijn als je geconfronteerd wordt met naderend afscheid. En dat worden de leerlingen. Deze en de komende preekschetsen gaan dan ook over afscheid nemen en over loslaten.

Uitleg

De perikoop van deze zondag komt uit de zogenaamde afscheidsrede die drie hoofdstukken (Joh. 14, 15, 16) omvat en direct aansluit op het laatste samenzijn van de leerlingen en Jezus (Joh. 13). Wat gezegd wordt, weerspiegelt Johannes’ eigen tijd en ervaringen en die van zijn gemeente. En wij lezen de woorden weer met het oog op onze tijd. Wat opvalt in deze rede is de vijandschap tussen Jezus en de wereld, de haat, het zwart-witdenken.

In Johannes’ tijd leeft de gemeente dan ook in moeilijke omstandigheden. Ze is uitgestoten. Het enige antwoord op de haat van de wereld is de onderlinge liefde (zie bijv. Joh. 14:15vv.). Liefde is niet alleen een morele deugd, maar ook middel om als gemeente in stand te blijven, ook zonder Jezus’ aanwezigheid. Die liefde zal in stand gehouden worden door wat Johannes noemt de Parakleet, de erbij geroepene, de verdediger.

Met de figuur van de Parakleet komen zo veel betekenissen mee dat er evenveel vertalingen te maken zijn. Voor de leerlingen is Hij een trooster, een helper, een kracht die bemiddelt tussen aarde en hemel, die leerlingen en Jezus met elkaar blijft verbinden. Voor de wereld is de Parakleet een aanklager, Hij zal steeds weer laten zien en horen hoe de wereld zondig is. Dat wil zeggen: geen waarde hecht aan de figuur van Jezus, niet op Hem vertrouwt. Johannes ziet de geschiedenis van God en mensen als een rechtsproces en schrijft vaak in termen uit de rechtspleging. Herhaalde malen vraagt hij: wie neemt het op voor Jezus? Aan wiens kant sta je? Dat is een oordeel dat voortdurend geveld moet worden. Hij zal de leerlingen ervan overtuigen dat Jezus bij God is en dat bij God het uiteindelijke oordeel over Jezus’ onschuld en de schuld van de wereld berust.

De mooiste zin uit het stukje vind ik vers 7: het is goed voor de leerlingen dat Jezus gaat. In de moeilijke situatie die de gemeente van Johannes meemaakt, is dat nog al wat om te zeggen. Het doet een beroep op hun vertrouwen dat ze in de Geest verbonden zijn en blijven met Jezus. Dat ze het niet op eigen houtje doen. En toch is het goed dat Jezus gaat. Alleen dan zal zijn boodschap gaan werken en niet meer gebonden zijn aan plaats, lichaam of tijd. Hij zal door de leerlingen en door de Trooster in hen gaan werken. Ik zou de zin ook zo willen uitleggen: de leerlingen worden gedwongen zelf aan de slag te gaan, in gang gezet en blijvend geïnspireerd door hun spirituele Helper. Daarmee wordt de Parakleet, de Trooster, of hoe we Hem/Haar ook noemen, ook een kracht in de leerlingen zelf. Het is Jezus die doorleeft in de binnenkant van mensen, in hun inborst, hun geest, hun adem.

Aanwijzingen voor de prediking

In deze weken gaat het in de kerk over de leerlingen die tussen Pasen en Pinksteren afscheid moeten nemen van Jezus. Naar aanleiding van dit gegeven kun je (bijvoorbeeld) twee thema’s uitwerken. Je kunt het hebben over de vraag hoe en in welke mate gelovigen zijn verbonden met Jezus (welke mate van afhankelijkheid of juist niet). In de tweede plaats kun je ook het een en ander zeggen over elk menselijk afscheid nemen, hoe daarmee om te gaan en hoe je daar tegen aan kunt kijken. In alle vier besprekingen komen deze thema’s terug.

Johannes schrijft in vers 7 dat het weggaan van Jezus positief is. Hij schrijft die zin te midden van vele zinnen waarin een beangstigende wereld wordt geschetst. De discipelkring, de gemeente hoeft niet bang te zijn, maar mag vertrouwen. Juist door aan de gang te gaan, kunnen ze daarin groeien. Alleen dan kan dat wat Jezus voorstaat – het evangelie – doorgaan. De relatie tussen gelovigen en de hogere werkelijkheid van Vader, Zoon en heilige Geest dient niet het afhankelijk maken van mensen. Het gaat er juist om dat we groeien, in geloof op zich, en daar door ook in geloof in onszelf, er sterker van worden, groter. Partir, c’est grandir un peu.

Natuurlijk gaat het steeds om een balans tussen onafhankelijkheid, kracht enerzijds en je oriënteren, zuiver luisteren naar die innerlijke stem die we heilige Geest noemen anderzijds. In die zin is het afscheid van Jezus ook weer anders dan een afscheid van een ‘gewoon’ mens. Voor wie gelooft, blijft Jezus aanwezig, maar in een ietwat andere vorm: in die van de Geest. Het is een belangrijk thema, ook omdat juist in zaken van kerk en geloof mensen zich soms afhankelijk opstellen, graag een beetje kind willen blijven van de Vader. Maar de Parakleet helpt ons om volwassen gelovigen te zijn. We worden door die Geest ingeschakeld, geactiveerd. Dan verandert de inhoud van geloof mee. Het geeft ons niet alleen fijne troost en hemelse toevluchtsoorden. Het daagt ook uit en inspireert tot het maken van eigen keuzes. De troost van de Trooster is niet een sussende maar een die je weer in beweging zet, die moed geeft en kracht én die je laat voelen dat mensen niet alleen op zichzelf zijn aangewezen.

Wat betreft het andere thema (afscheid nemen, loslaten): Johannes heeft in zijn teksten veel oog voor de moeite van dat afscheid nemen. Ook al zijn de teksten die hij ons voorschotelt taai, er zit veel pastorale bewogenheid in. Het afscheid van de leerlingen en Jezus kan tot op zekere hoogte een beeld zijn voor afscheid dat gewone mensen steeds moeten nemen van mensen, situaties of zaken. Heel het leven bestaat uit steeds weer loslaten. Woorden daarover zijn altijd welkom, is mijn ervaring. Juist omdat het niet gemakkelijk is om ook het positieve van iets of iemand loslaten in te zien. Als dat positieve er al is, kan het lang duren voor je dat ziet of voelt. Soms is een afscheid te vroeg en niet goed, maar soms kan loslaten ook ruimte scheppen, noodzakelijk zijn. Een eerste stap zijn naar zelfstandig worden. De vraag kan opgeworpen worden in hoeverre het uiteengaan van Jezus en de leerlingen hetzelfde is als het uiteengaan van mensen die elkaar dierbaar zijn. Het weggaan van Jezus is een weggaan om terug te komen in een andere gedaante, de heilige Geest. Mensen komen niet verder dan doorgaan in de geest van iemand anders.

Liturgische aanwijzingen

Bidden is bij uitstek iets wat je doet om kracht te verzamelen voor iets moeilijks. Om onder ogen te zien wat je het liefst niet zou willen zien… Naderend afscheid bijvoorbeeld. Misschien kun je in de liturgie van deze zondag Rogate het gebed, de stilte een grotere plaats geven dan anders. Zelf wissel ik bidden vaak af met meerdere momenten van stilte en het herhaald zingen van een responsie of bijvoorbeeld een lied uit Taizé. De stiltes en de woorden van het gebed krijgen dan veel meer impact en de toehoorders krijgen meer tijd om zelf stil te worden. In ieder geval levert het veel op als je experimenteert met de vorm van het gebed. Er is meer mogelijk dan de gebruikelijke gebedswoorden, waarna een te kort stil gebed volgt en een Onze Vader. Je zou het gebed ook meer aandacht kunnen geven door een van de vele gezongen gebeden uit Tussentijds te gebruiken (nummers 12-16). Een enkele goede voorzanger volstaat ook als er geen cantorij is. Verder zou je Gezang 293 (Lvdk) kunnen laten zingen, juist omdat het een wat aanvechtbare tekst heeft. Daar zou je de mensen ook over kunnen laten nadenken.

Literatuur

Jan Nieuwenhuis, Het laatste evangelie 2, Kampen 1996; E.L. Smelik, Het evangelie naar Johannes, Nijkerk z.j.; Henry Nouwen, Eindelijk thuis, Tielt 1992.

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

De Levende belichaamt onze verwondingen

Wie niet in de gelegenheid was om op de avond van de eerste dag van de week, nu acht dagen geleden, in de vesper het evangelie van die avond te horen (Johannes 20:19-23), zal het op de achtste dag, vandaag, nog wel willen betrekken bij de lezing van het evangelie. We weten niet of het hetzelfde moment was als een week eerder, dat Jezus in het midden van zijn leerlingen, inclusief Tomas, verscheen. Wel waren de deuren opnieuw gesloten. Misschien niet meer uit vrees voor de joden, maar omdat het hart van een van hen, Tomas, nog geopend moest worden.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

‘Opdat ook jullie doen wat Ik jullie heb gedaan’

Volgens de inmiddels overleden opperrabbijn Jonathan Sacks zijn voor een gemeenschap deze drie zaken het belangrijkst: ouders, leraren en gedenken. Ouders en leraren moeten kinderen vertellen over het verleden, om wat toen fout ging in de toekomst te voorkomen en het goede te doen. De onderwerpen in de lezingen van vandaag bevestigen dat belang. Het vertrek uit de slavendienst in Egypte en de voetwassing door Jezus worden nog steeds verteld en herdacht.

Nieuwe boeken