Menu

Premium

Preekschets Johannes 4:10

Johannes 4:10

Twaalfde zondag na Pinksteren

Als u wist wat God wil geven.

Schriftlezing: Johannes 4:5-30

Het eigene van de zondag

Zie ook zondag 17 augustus. Vandaag voegen we elementen in uit de Ignatiaanse meditatie. Daarbij doen we een appèl op de verbeelding van de gemeenteleden en leiden hen in de dynamiek van het verhaal om daar zelf in te participeren. Ignatius van Loyola (1491-1556) ontwikkelde deze methode als handreiking voor het leiden van retraites. In retraiteweken begeleidde hij deelnemers (jezuïeten) om op deze wijze tot een reële ontmoeting met de Heer te komen. Johannes 4 geeft gelegenheid om gewoon in stilte te gaan zitten bij de bron. Tegelijk is het mogelijk dat er meer gebeurt in de interactie tussen Jezus en de vrouw of man op deze morgen in de kerk. Als thema zou ik op de beamer laten zetten: ‘Zitten bij de bron’ of ‘Ontmoeting bij de bron’.

Uitleg

Johannes heeft in zekere zin een meer contemplatief karakter dan de synoptici. Het Woord is vlees geworden, het mysterie van de incarnatie is voelbaar. In Christus breekt een ‘hemelse dimensie’ de immanente werkelijkheid binnen en maakt alles transparant. De kosmos is niet eendimensionaal gesloten maar sacramenteel geladen. Voor wie het wil en kan zien. Zo knoopt Jezus in gesprekken aan bij scheppingselementen om een spirituele betekenis te ontsluiten: licht van de zon als goddelijk levenslicht, dagelijks brood als het brood des levens, de graankorrel die sterft, wijn als teken van gemeenschap met Hem en water als lévend water voor dorstigen.

Overal, ook in Johannes 4, ligt het accent niet op ‘dan, straks of ooit’, maar op ‘hier en nu’. In Jezus is alles wat God wil geven (vs. 10) present. Zijn ‘tijd’ (ure) is gekomen (vs. 23), het volle léven is in Hem geopenbaard. Dit is realised eschatology (C.H. Dodd), en de belangrijke vraag in Johannes is niet zoals de leerlingen bijvoorbeeld vragen in Marcus 13:4: ‘wanneer zal het gebeuren (wanneer komt dat koninkrijk)?’, maar: ‘kunnen wij in de presentie van Jezus (ook door de Geest nu aanwezig) Gods glorie herkennen?’ Evenals vele episoden is dit ontmoetingsgebeuren in Johannes 4 te zien als een icoon waardoor Gods licht de schouwer tegemoet straalt. Het gedeelte volgt op het gesprek met Nikodemus. Na een nachtelijke ontmoeting een gesprek op klaarlichte dag. Na een invloedrijke geleerde joodse man, een ongeziene Samaritaanse vrouw. Ze lijken beiden iets te moeten verbergen. Een geleerde met vragen, en een vrouw met een gecompliceerde biografie, zo vermoeden we (vs. 18).

Jezus is moe van de reis, heeft dorst, en zijn lichaam heeft behoefte aan water. Juist met dat gewone alledaagse zoekt hij aansluiting bij de vrouw, om te verwijzen naar diepere dorst. Het beeld van dorst en het ontspringen van waterbronnen heeft natuurlijk tal van bijbelse parallellen: Jesaja 49:10, Jesaja 58:11, Johannes 7:37, 38. Het gebeurt allemaal niet voor niets bij de bron van Jakob. Meer dan geografie opent dit de rijke traditie van de God van Abraham, Isaak en Jakob, die een spoor trekt met mensen en zijn heil overvloeiend wil geven. Deze gévende God is in Jezus present: vrouw, als je eens wist wat God wil géven…, als je de gave Gods besefte (dorean to Theou).

We zijn getuige van een gesprek waarin Jezus keer op keer grenzen doorbreekt. De eerste ontgrenzing is dat Jezus en zijn leerlingen als joden trekken door het gebied van Samaria. Ze trekken er niet alleen door, ze verweven zich ermee: de leerlingen kopen eten in de stad en Jezus zoekt water bij de bron. Daar spreekt hij nota bene een vrouw aan, en ook nog eens een Samaritaanse. De grote ontgrenzing is dat Jezus deze vrouw te drinken vraagt! Haar reactie is begrijpelijk: kent u de regels niet (vs. 9)? De breuk tussen de joodse en Samaritaanse bevolking was diep. Een Samaritaans kopje, of een emmer of kruik, werd in principe als onrein beschouwd. Dat Jezus haar aanspreekt is verbazend, en dat hij zou kunnen drinken is onmogelijk. Hij heeft niet eens een emmer (vs. 11), en de put is te diep om zonder emmer te drinken. Het verrassende is wel dat Jezus hiermee, stapje voor stapje, dieper doordringt in de realiteit van het gecompliceerde leven van deze vrouw, en haar verlangen opent naar leven dat stroomt. Totdat ze uitroept: Heer, geef mij dan dat water (vs. 15). Ze weet zich gekend met haar verhaal en Jezus blijkt haar biografie te kennen, zo blijkt verder in het verhaal. Het gevolg is dat ze zich niet meer hoeft te verbergen en de stad in gaat om hiervan te vertellen.

Aanwijzingen voor de prediking

Het is aan te raden de preek te beperken tot het eerste gedeelte, vers 5-15. Een beeldend gedeelte waar de gemeente geconcentreerd naar mag kijken en zelf in mag participeren. Door een plek in te nemen in het gebeuren kan zich in en aan de hoorders/schouwers een stukje transformatie voltrekken, door het werk van de Heilige Geest die Christus present stelt. In deze preek voeren we de gemeente vervolgens op Ignatiaanse wijze de dynamiek van het verhaal binnen.

We komen eerst on speaking terms met de gemeente. In het begin van de preek kan iets gezegd worden over de rijke parels in de tekst. Wellicht kan worden aangeknoopt bij de actualiteit van het wereldgebeuren, bij het zoeken en vinden van mensen, bij onze dorst naar leven dat stroomt, naar echt contact en gemeenschap. Johannes schildert hoe dit in Jezus present is.

Daarna geven we de preek een wending: ‘Gemeente, ik wil u en jou uitnodigen echt in het verhaal te kruipen. Gebruik je verbeeldingskracht en kijk steeds goed wat je ziet, merk op wat je voelt, wat je aandacht vraagt. We worden nu even stil, en dan nodig ik je uit mee te komen… (stilte).’

Vervolgens zijn er verschillende ingangen mogelijk. Er gebeurt veel en we moeten veel weglaten. Ik geef een voorbeeld van een mogelijkheid. Spreek vooral helder en rustig.

‘Je bent op weg. Net als Jezus en de leerlingen. Op jóuw weg. Je levensweg. Kijk eens hoe die weg er op dit moment uitziet. Loopt de weg kronkelig of recht, door wat voor gebied, ga je alleen of met anderen, tors je iets mee of loop je licht, zie je een horizon of niet.? Kijk goed wat je ziet (stilte).’

‘Je bent moe en komt bij een plek om te rusten. Kijk, een bron of waterput. Kijk maar eens hoe het eruitziet en ga rustig zitten. Kijk, een gestalte, wie is het? Een mens, het is Jezus. Hij kijkt je aan. Wat doet dat met je? Hoor wat Hij tot je zegt: “Als je eens wist wat God je wil geven” en “Als je het water drinkt dat ik je geef, zul je nooit meer dorst krijgen.” Lokt dat je, of voel je aarzeling? Als het je lokt, kom dan rustig dichterbij. Voel je weerstand, blijf dan op enige afstand en kijk wat je ziet (stilte).’

In deze stilte herhalen we nog enkele malen de woorden van Jezus.

‘Misschien wil je iets loslaten bij deze bron, of wil je iets van Jezus ontvangen. Kijk maar wat er gebeurt (stilte). Wat ontvang je, wat laat je los?’

Na een paar minuten: ‘Ik wil je uitnodigen rustig op te staan van je plek bij de bron en je weg te vervolgen. Misschien wil je nog iets zeggen of doen. Daarna loop je verder (stilte). Kijk weer eens goed, hoe ziet je weg eruit?’

Na een paar minuten: ‘We gaan de meditatie afronden. Sta even stil bij wat je hebt mogen ontdekken. Wat heb je losgelaten? Wat heb je ontvangen? Etcetera…’

Hierna klinkt rustige muziek.

Liturgische aanwijzingen

Al zijn er prachtige gedeelten uit het Oude Testament die dit verhaal meer reliëf zouden kunnen geven, in deze dienst zou ik kiezen voor een lezing. Rond woorden als ‘water’, ‘leven’, ‘bron’ zijn liederen te vinden voor een schone liturgie. Intochtslied: Psalm 42 of Psalm 63, waarmee de toon van verlangen is gezet. Maar ook Psalm 68:9 kan een plek krijgen: God is de bron, de klare wel. Bij wijze van drempelgebed liet ik eens tweemaal ‘Als een hert dat verlangt naar water’ (elb) zingen. Verder meditatieve liederen rond de preek en de meditatie. Taizé: ‘Let all who are thursty come’. In kyrie en voorbeden kan iets van dorst en verlangen verwoord worden, en pijn van de soms zo gecompliceerde levens van mensen.

De dienst moet niet vol worden, maar als er ruimte is, is dit gedicht van Michel van der Plas geweldig:

Bij de Bron

Heer, kom in de middaghitte
van de rode zomerzon
vol erbarmen bij mij zitten
en vertel mij van uw bron.

Enkel al als u gaat spreken,
wordt het helder, wordt het fris.
Kom en wees het hemels teken
van volmaakte lafenis.

En vertel mij van uw water,
levend in zijn klare val,
dat de dorst van nu en later
eeuwigdurend lessen zal.

Was mij, meester vol genade,
in het leven dat gij zijt.
Laat mij in de waarheid baden
die mij van het kwaad bevrijdt.

Laat mij zo gezuiverd komen
tot de eeuwige fontein
die van alle mensendromen
de voleindiging zal zijn.

Geraadpleegde literatuur

P.H.R. van Houwelingen, Johannes; het evangelie van het Woord, Kampen, 1997; Brother John of Taizé: The Way of the Lord.A new testament pilgrimage, Taizé, 1987; M. van der Plas, Vreemdeling op doortocht, Baarn, 2002. Meer achtergrond over Ignatiaanse meditatie: L. Boot (red.), Handboek christelijke meditatie. Vertrekpunten, wegen en vruchten, Zoetermeer, 2011; L. Boot, Kleine gids voor christelijke meditatie, Zoetermeer, 2012.

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

De Levende belichaamt onze verwondingen

Wie niet in de gelegenheid was om op de avond van de eerste dag van de week, nu acht dagen geleden, in de vesper het evangelie van die avond te horen (Johannes 20:19-23), zal het op de achtste dag, vandaag, nog wel willen betrekken bij de lezing van het evangelie. We weten niet of het hetzelfde moment was als een week eerder, dat Jezus in het midden van zijn leerlingen, inclusief Tomas, verscheen. Wel waren de deuren opnieuw gesloten. Misschien niet meer uit vrees voor de joden, maar omdat het hart van een van hen, Tomas, nog geopend moest worden.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

‘Opdat ook jullie doen wat Ik jullie heb gedaan’

Volgens de inmiddels overleden opperrabbijn Jonathan Sacks zijn voor een gemeenschap deze drie zaken het belangrijkst: ouders, leraren en gedenken. Ouders en leraren moeten kinderen vertellen over het verleden, om wat toen fout ging in de toekomst te voorkomen en het goede te doen. De onderwerpen in de lezingen van vandaag bevestigen dat belang. Het vertrek uit de slavendienst in Egypte en de voetwassing door Jezus worden nog steeds verteld en herdacht.

Nieuwe boeken