Menu

Premium

Preekschets Kolossenzen 2:9

Kolossenzen 2:9

In hem is de goddelijke volheid lichamelijk aanwezig.

Schriftlezing: Kolossenzen 2,1-15
Thema: God is in ons midden

Het eigene van de zondag

De eerste zondag na Kerst. Zo vol als de Kerstnachtdiensten zijn, zo goed bezongen het Kerstfeest is, zo bescheiden is dikwijls de opkomst op de eerste zondag na Kerst. Alsof het teveel van het goede is geweest. Om echter versombering of verslapping te voorkomen is het goed als gemeente van Christus stil te staan in het besef Wie er nou eigenlijk in Jezus van Nazareth is geboren. Wat de mens geworden Zoon van God ons te zeggen heeft. Wat Hij betekent voor de gemeente en voor het persoonlijk geloofsleven van haar gemeenteleden.

Uitleg

De apostel Paulus is afwezig. Toch voelt hij zich niet minder verbonden met de mensen die hem niet hebben ontmoet, als met degenen waarmee hij heeft gesproken. Hij weet zich met hen verbonden in de Geest. Dat heeft alles met Christus te maken en het kennen van Jezus Christus. Kennen is in het Oude Testament en bij gevolg ook in het Nieuwe Testament zoveel meer dan wat wij doorgaans onder kennen en kennis verstaan. Het heeft te maken met vertrouwen en vertrouwelijke omgang. Het drukt een band en intimiteit uit. Kennis hebben aan de vreze voor de Here als beginsel voor wijsheid is dan ook niet in de eerste plaats een studieopdracht. Paulus hoopt daarom ook dat de harten van de mensen in liefde op elkaar betrokken blijven in Christus. Liefde en Christus blijven verbonden, zij zijn voor de gemeente één. Dat kennen van Christus betekent ook wandelen met Hem. Er is een richting in een dynamische verbinding. Die beweging is er eentje van groei. Dat is ook het didactische element van de gemeenschap met Christus. Zoals de gemeente Christus heeft aangenomen en Jezus als Heer erkent vanuit verbondenheid en liefde, zo weet zij ook te onderscheiden waarop het aankomt. Met vreugde constateert de apostel een mate van orde en een hechtheid in de gemeente. Die zijn bevorderlijk voor het doorgronden van die schatten van wijsheid en kennis van Christus. Juist staande in de relatie kent zij de stem van de Herder. De apostel waarschuwt voor een vergeestelijking van Christus. In Hem woont de volheid van God lichamelijk. Dit staat uiteraard haaks op het denken van sommigen in die tijd, die het lichamelijke als van een lagere orde beschouwden. Anderzijds is de gemeente niet gehouden lichamelijke besnijdenis toe te passen als teken van het verbond. Zij is in Christus al besneden. Hierbij doelt de apostel op de kruisiging. Kerst draagt in diepste zin al Pasen in zich. Het Woord is vlees geworden om de wil van God te volbrengen. Anders gezegd: zonder Pasen geen Kerstfeest. Tegelijk benadrukt de genoemde lichamelijkheid van de volheid Gods dat het goddelijke – het Zoon van God zijn – niet iets is wat aan de mens Jezus van Nazareth wordt toegevoegd bij zijn Doop in de Jordaan, maar reeds in zijn geboorte geheel aan de orde is. Wij gedenken de geboorte van de Zoon van God. De volheid van Christus, waar de gemeente ook in deelt door het geloof, is tegelijk ook een geheimenis, zoals elke relatie iets van een geheim in zich draagt. Die openbaring is sterker dan de elementen van de wereld. Deze elementen staan in de brief eigenlijk tegenover de orde die Paulus in de gemeente graag ziet. De gemeente is in die zin van een andere orde. De spanning die er is dat de gemeente van Christus wel in de wereld is en daar ook echt deel van uit maakt, maar tegelijkertijd niet van de wereld is en haar roeping daardoor anders is. Christus is geen geestelijk beginsel, zijn geboorte is niet de geboorte van de hoogste of beste mens, maar het is de volheid van God die lichamelijk zich in Hem openbaart.

Aanwijzingen voor de prediking

Dat God zich in een enkel mensenkind laat vinden, blijft verrassen. Mensen ergeren zich er aan en het geloven roept grote vragen op. Ons universum lijkt zich steeds verder uit te breiden, waarom zou God zo persoonlijk te werk gaan? Die volheid van God en dat lichamelijke is voor onze beleving een groot contrast waar we ons geen raad mee weten. Anderzijds zijn we zo aan de boodschap gewend geraakt, dat deze ons niets nieuws meer lijkt te brengen. De tekst geeft de gemeente opnieuw inzicht wat zij heeft gevierd en wat het betekent dat in Christus de volheid van God lichamelijk woont. Die verkondiging bepaalt opnieuw bij de betekenis van de Doop en hoe het kruis een teken van de overwinning is. De volheid van God in Jezus Christus in het concrete lichaam, geeft de gemeente een verdieping aan het besef zelf als lichaam van Christus geroepen te zijn. Daardoor is de gemeente ook in staat om zich niet mee te laten slepen door vele moderne gedachten.

Met de kinderen

Wat voor de geloofsopvoeding in vroeger tijden belangrijk was, is dat nog steeds. De kern van het Christelijk belijden is niet veranderd. De manier waarop wij erover spreken met onze jongeren is misschien anders en aangepast aan de eisen van de tijd, maar de kern van het evangelie, de kern van het geloof is geen andere. Wat voor onze voorouders het wezen van het Christelijk geloof uitmaakte, maakt dat ook voor ons uit. Deze tekst laat de hoogte en diepte van Jezus Christus zien. Zijn lichamelijkheid is bepalend. Uiteindelijk, in de opstanding vraagt Thomas ook terecht om het zien van een opstandingslichaam. Het mag en moet zelfs concreet zijn. Een goede gedachte alleen is niet genoeg. Jezus is geboren; het is geboren het goddelijk Kind! In de barre omstandigheden en de politieke wereldnood. Er is, zo bleek onlangs in Parijs fysiek gevaar. In die fysieke werkelijkheid komt Christus kwetsbaar aan het licht. God maakt gebruik van die lichamelijkheid. Niet om te verheerlijken, maar als middel om zijn genade bij mensen te laten wonen. Steeds in de Bijbel die beweging van Godswege naar de mens; van de hemel die ziet op de aarde en daar het leven mogelijk wil maken, zodat het leven daar leven voor God mag worden.

Liturgische aanwijzingen

Mogelijke lezingen

  • Psalm 8

  • Lucas 1,46-55 zouden gelezen kunnen worden

Zingen

  • Diverse Kerstliederen

  • Psalm 8

  • de Lofzang van Maria

  • LB 343 (LB 353), HH 347

Geraadpleegde literatuur

Geen.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken