Menu

Premium

Preekschets Kolossenzen 3:1

1e zondag van Pasen

Kolossenzen 3:1

Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God.

Schriftlezing: Kolossenzen 3:1-11

Het eigene van de zondag

Naar Joodse gewoonte telt men de dagen vanaf Pasen tot en met Pinksteren simpelweg van 1 tot 50. Dat leidt wel een beetje af van de traditionele, christelijke inkleuring van die periode, maar wat ervoor in de plaats komt, is niet te veronachtzamen. Het is een oefening om de dagen als zodanig te tellen, dat wil zeggen: om ze te proeven en ze aandacht te geven. Daar word je wijzer van. Je wordt je er dan namelijk van bewust wat het is om te leven in de tijd. Je beseft dat je denkt en spreekt en handelt in de tegenwoordige tijd, in het vluchtige, ongrijpbare heden, zoals dat voortgaat van het verleden uit naar de toekomst toe. Tijdens Pasen hoor je wat het is om te leven in het heden.

Uitleg

De apostel begint zijn zin met een twijfelachtig ‘als’: ‘Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt…’ Dat ‘als’ raakt een zenuw. Is het wel zo? Pasen is immers een kritiek moment in het leven van de volgelingen van de Messias. In het graf is niets meer dat hen aan Jezus herinnert. Integendeel, de begrafenis bevestigt dat zijn verleden voorgoed voorbij is en dat zijn toekomst voorgoed verloren is. Zijn krachtige boodschap: ‘Gods Rijk is nabij’, klinkt niet meer uit zijn mond. En Gods Rijk is nog steeds niet zichtbaar onder ons aanwezig. Integendeel, het lijkt verder weg dan ooit. Dat verlies van het verleden en die volstrekt onzekere toekomst maken zelfs de trouwste volgeling onzeker: wat doe ik hier nog? Wat doe ik in dit vluchtige en verschrikkelijke heden waarin ik niet weet waar ik het zoeken moet? We glijden mee in een onomkeerbare stroom. Is het mogelijk in dit heden te leven of laten we ons alleen maar meesleuren? Dat is het kritieke moment van Pasen.

De apostel herstelt zich. Hij bedoelt te zeggen: ‘Aangezien u dus met Christus bent opgewekt…’! Hij richt de aandacht op het feit dat de tijd een nieuw frame heeft gekregen. Opwekking is het woord waarmee dat frame wordt aangeduid. Christus is opgewekt. De eindeloze stroom van de geschiedenis wordt even tegengehouden en er komt zoiets als een doorwaadbare plaats, waar men door het heden heen naar de toekomst kan gaan. In Jezus’ naam krijgt de tijd een bepaalde ordelijkheid. En wie dat merkt, wordt erdoor opgewekt. Heden word je wakker. Je bent met Christus opgestaan en in actie gekomen. Zijn naam kennen is wakker worden, opgewekt aan de slag gaan, waakzaam zijn. Zo kantelt het kritieke moment van Pasen naar het licht toe.

Om dat in de gaten te krijgen, moet je dus de doorgang van Jezus Christus door de tijd voor ogen houden. Dan proef je wat het is om in het heden te leven. We hebben het over het heden, tussen zijn verleden en zijn toekomst in. Dat verleden is getekend door zijn dood. En die toekomst strekt zich uit naar de komst van Gods Rijk. Over het verleden hoeven we ons dus geen illusies meer te maken. We zijn met Christus dood en begraven. Erger kan het dus niet worden. Over de toekomst hoeven we niet in paniek te raken. We zijn met Christus opgewekt en er is geen andere toekomst meer dan de toekomst van Gods Rijk. Beter kan het echt niet worden. Proef de tijd. We leven nu, tussen het verleden van de dood van Jezus Christus en de toekomst van Gods Rijk in. Zo leven we nu.

Toch kan men zich afvragen of in dat heden wel voldoende ruimte is om te leven. Immers, de allesvernietigende kracht van de dood en de nieuwe wereld van God stoten in het heden wel erg hard op elkaar. Ze bestrijden elkaar hier en nu in een conflict dat onze macht verre te boven gaat. Die strijd is buitengewoon zwaar. De wereld is een slagveld en wij zitten er middenin. Waar moet je het zoeken? Kun je aan de strijd ontkomen? Het is om radeloos van te worden. Waar is die doorgang? Waar is dat levensbelangrijke momentje tussen toen en straks? Is daar wat over te zeggen? Er wordt van de prediking wel veel gevraagd.

Aanwijzingen voor de prediking

Iemand die een groot verlies heeft geleden, kan zeggen: ‘Ik heb geen verleden meer en ik heb geen toekomst meer. Ik ben nergens.’ Degene die dat zegt, is niet per definitie een sneue figuur. Ze kan vitaal, sociaal en actief zijn.

Hoe durft Paulus met zijn woord bij zo iemand te komen? Hij doet iets onverwachts. Hij richt even de aandacht af van het onmogelijke heden. Hij richt de blik óp en biedt dan een beeld aan: Christus zit aan de rechterhand van God. Hij heeft dat beeld niet van zichzelf. Hij heeft het ontleend aan Psalm 110. De eerste christenen moeten die psalm veel en hartstochtelijk gezongen hebben. Geen psalm wordt in de apostolische geschriften zo veel geciteerd als deze. Tenslotte is hij zelfs in de geloofsbelijdenis terechtgekomen: ‘zittende ter rechterhand Gods’. Wat kunnen we ons daarbij voorstellen? In een vroeg middeleeuws handschrift van de psalmen, het Utrechts Psalter, kon de schrijver het niet laten om er iets bij te tekenen. Je ziet hoe God plaatsmaakt op de bank waar Hij op zit. Jezus en Hij zitten er nu naast elkaar. Ze hebben hun gezichten naar elkaar toegewend en zijn in een stevig gesprek gewikkeld. Het gaat dan ook niet over niets. Je ziet beneden hen wat er gaande is op aarde. Het is er een slagveld. Mensen smeken om hulp. Zelfs de engelen weten er geen raad mee. God heeft Jezus weggerukt uit een onmogelijke situatie en heeft Hem aan zijn zijde verborgen. Hij houdt Hem bij zich zolang de strijd duurt. Zolang Christus vervolgd en met de dood bedreigd wordt, zo lang neemt God het voor Hem op. Dat is het beeld van onze tijd. Onze tijd, ons ‘heden’ is de tijd waarin de Messias bij God verborgen is. En om onze tijd te leren kennen, moeten we dat weten. Dit beeld werkt als een schild tegen de verlammende angst.

Jezus Christus ‘zit’, maar Hij leunt niet achterover. Hij zit aan Gods rechterhand, en dat wil zeggen: Hij overlegt met God wat er gedaan moet worden om de strijd te slechten en vrede te brengen op aarde. Hij bereidt zich voor om Gods Rijk op aarde te brengen. Hij geeft leiding aan de strijd voor recht en gerechtigheid. Hij regeert de wereld, en alle mensen hebben daarmee te maken. Zeker, het gebeurt allemaal in het verborgene. Maar ook wat in het verborgene gebeurt, werkt dóór. Onze taak is dat we leren letten op de tekenen van Gods Rijk, dat verborgen is bij God, maar dat wel nabij is en doorwerkt. En het zal openbaar worden.

De Messias zit in zijn recht. Probeer het eens uit. Teken het uit, zoals die middeleeuwse schrijver deed, en leef je in die tekening in. Hoe voelt het om naast God te gaan zitten en dan te delen in de verantwoordelijkheid voor de zaak van recht en vrede op aarde? Het kan zijn dat je voelt hoe er kracht naar je toe vloeit en dat je gezag krijgt. Dan kijk je niet meer naar beneden, maar je tilt het hoofd op. Je bent niet meer een weerloze prooi van wanhoop en angst en machteloze woede. Je hoeft niet meer mee te doen met de oorlog op aarde, waar mensen en volken en belangengroepen tegen elkaar tekeergaan. Je vindt een weg naar de vrede. Er biedt zich waarachtig een doorgang aan in de tijd.

Liturgische aanwijzingen

Uiteraard staat het Paasevangelie centraal bij de lezingen en daarvoor wordt terecht meestal Johannes 20,1-18 gekozen. Maar om – retorisch gesproken – niet in het legegrafsyndroom verstrikt te raken, kun je ook met de brief aan de Kolossenzen het hart omhoogheffen. En wie Psalm 110 in de berijmde versie niet overtuigend genoeg vindt, neme Psalm 68. Daar wordt de kracht van de opstanding ontketend.

Geraadpleegde literatuur

Lees die ene bladzij over Psalm 110 van Karel Eykman in Een knipoog van u zou al helpen. Bij iedere psalm een gedicht (Zoetermeer: Boekencentrum 2013, . Zo raak en eenvoudig als daar de Messias wordt getekend! Dat is wel even nodig na de daverende versie van Georg Friedrich Händel.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken