Menu

Premium

Preekschets Lucas 1:39,40

Lucas 1:39, 40; Psalm 85:11, 12

Eerste zondag na Epifanie

Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette.

Trouw en waarheid omhelzen elkaar, recht en vrede begroeten elkaar met een kus, uit de aarde bloeit de waarheid op, het recht ziet uit de hemel toe.

Schriftlezingen: Lucas 1:39-43 (56); Psalm 85

Het eigene van de zondag

Elk jaar weer vragen deze zondagen om belangstelling voor wat er zichtbaar wordt waar Jezus verschijnt. Het gaat eraan toe als bij een nieuwe president, burgemeester, kerkleider of lijsttrekker. Hoe gaat zo iemand zich ontplooien? Wat staat ons te wachten? Epifanie is manifestatie van Jezus in functie.

Uitleg

De ontmoeting van Elisabet en Maria in Lucas kwam in deze Postille al op de eerste advent aan de orde, nu komt zij terug. Ik zoom in op één detail. Mijn vraag is: wat gebeurde er in de ontmoeting van deze twee zwangere vrouwen? En hoe kunnen we ons dat voorstellen?

Maria begroet Elisabet (nbv, nb; ze groette (nbg). Bovon attendeert erop dat Lucas over de groet zelf niets zegt omdat alle aandacht uitgaat naar wat er daarna gebeurt: de vreugdesprong van het kind (het woord doet denken aan jonge dieren in de wei) en de vervulling met heilige Geest die aan Elisabet te merken is. In een groet als deze komt iets op gang. Ik citeer Bovon: ‘Der aktiv eingreifende Gott bringt Menschen zusammen: das Heil entfaltet sich in menschlichen Beziehungen. Der Gruss wird hier zum Ausdruck liebevoller Begegnung und, wie die Geburten, Beginn neuen Lebens’ (Bovon, 84, 85). Groeten is hier dus heel wat meer dan een beleefdheidsformule.

Een groet is een ritueel, een combinatie van woord en gebaar. Elisabet akouen ton aspasmon, hóórde de groet, zo lezen we. Van de bijbehorende gestes van het aspadzomai komen we niets te weten, maar die zullen er wel geweest zijn: omarming, kus, het reiken van de hand, in bepaalde situaties ook proskynese (lijkt me niet waarschijnlijk als je zwanger bent). Dat laatste vind ik bij Windisch (ThWB I, 494), die terugverwijst naar de eerste groet in Lucas 1:29 (de aspasmos van de engel): ‘Es kündigt sich schon etwas von der wunderbaren Gnadenbotschaft an, die die künftige Mutter des Christus alsbald empfangen soll.’ Onze tekst is de tweede groet, die Windisch ‘von tiefster Bedeutung und merkwürdiger Wirkung’ (497, 498) noemt.

Er is geen reden om de groet in Lucas 1:39, 40 meteen al erg heilig en verheven te maken. Het is een gewone groet als alle andere, waarin zich vervolgens het buitengewone meldt. In ons leven is het niet anders. In ‘Doei’ klinkt ‘Adieu’ door, of men het zich bewust is of niet. Over groeten valt overigens heel wat te zeggen in onze huidige cultuur. Groeten vergt zorgvuldigheid, slordigheid is uit den boze (aankijken? hand geven? met twee woorden spreken? hoi zeggen?). Na een slechte begroeting is het lastig om tot een goede ontmoeting te komen. Het is ronduit aangenaam om voorkomend en hartelijk begroet te worden.

Terug naar het voorval in Lucas. Wat gebeurt er in en door de ontmoeting van Elisabet en Maria? Prenataal komen Johannes de Doper en Jezus elkaar tegen. Dat belooft wat voor de toekomst. Een soort regeringsprogram tekent zich af waarvan trouw en waarheid, recht en vrede de ingrediënten zijn. Psalm 85, mooier kan het niet gezegd worden dan met deze psalm van Advent III (Gaudete). Ik heb dat niet bedacht, maar lees dat in een boek over de Egbert Codex. De Codex Egberti is een evangeliarium dat voor aartsbisschop Egbert van Trier (977-993) werd gemaakt en bewaard wordt in de schatkamer van de stadsbibliotheek in Trier (er bestaan verscheidene websites met informatie). In de Egbert Codex nu gaat het dubbelop: je kunt bij de psalm aan Lucas denken, maar ook bij Lucas aan de psalm. Ongetwijfeld, aldus het commentaar bij de Egbert Codex, speelt hier een allegorisch-mystieke uitleg mee, maar wat dan nog? De psalmtekst helpt ons om de begroeting van de twee vrouwen aanschouwelijk te maken, en omgekeerd.

In Psalm 85 (aldus Kraus) leidt de ervaring dat er in het lot van Israël een omkeer is gekomen (2-4) tot de intense bede dat nu ook de dagelijkse leefomstandigheden zich ten goede zullen keren, een wending van toorn naar vreugde (5-8). Dan verheft zich de stem van een vredesprofeet, die zegt ervan overtuigd te zijn dat de Heer de weg zal banen voor het heil, zich manifesterend in trouw en waarheid, recht en vrede (9-14). De psalm is een geweldige beweging, van dankbare anamnese (verleden) via kyrie (heden) naar gloria (toekomst). Psalm 85 is hier nauw verwant aan Jesaja, om te beginnen 40-55 (45:8; 46:13; 51:5; 52:7), waarna in 56-66 eenzelfde spanning voelbaar is tussen herinnering en klacht (bijv. 56:1; 59:9 e.v.).

Over de vier kernwoorden is veel te zeggen. De Vulgaat spreekt van misericordia en veritas, iustitia en pax; kbs van genade en waarheid, gerechtigheid en vrede; nbv van trouw en waarheid, recht en vrede; nb van vriendschap en trouw, vrede en recht. In Nederlandse vertalingen verspringen woorden dus nogal eens. Ik beperk me tot een korte typering, met dank aan ThWAT.

Alle vier begrippen horen tot het leven in gemeenschap en zijn bouwstenen voor het in stand houden van cohesie. Ze zijn nauw verwant, maar vallen niet samen; alle vier duiden niet zozeer op gezindheid als wel op daad. Chesed slaat op gedragingen waardoor de verhoudingen binnen familie en stam wederzijds goed blijven. Te vertalen met goedheid, vriendelijkheid, gunst, loyaliteit. Met ‘emet komt daar het element van duurzaamheid bij; de zekerheid, vastheid, betrouwbaarheid die nodig zijn, wil er toekomst zijn. Het woord sādaqvoegt eraan toe dat rechtschapenheid vereist is, het handelen naar de norm van wat heilzaam en reddend is, het scheppen van een ordening waarin het recht is gegarandeerd. Met het alomvattende begrip šālômkomt opnieuw de duurzaamheid om de hoek kijken. Vrede duidt op het heel-zijn van de verhoudingen in de gemeenschap, op evenwicht en harmonie. Vrede is het ‘gedeihliche, ungestörte und vollkommene Leben’ en van de vier geldt dat zij ‘allesamt Relationsbegriffe sind und das rechte Verhalten unter den Menschen beschreiben’ (Stendebach, 17 en 39, met verwijzing naar Kraus). Waar de diepe samenhang uit de samenleving verdwijnt, vervalt de gemeenschap tot chaos.

Dat deze vier woorden in elkaars buurt voorkomen, is een literair gegeven, dat je exegetisch, statistisch en historisch kunt onderzoeken. Heel interessant om te weten wat ze betekenen, hoe vaak ze samen voorkomen en in welke omgeving ze te vinden zijn. Ook heeft Kraus gelijk wanneer hij attendeert op het beeldende karakter van Psalm 85: ‘Die den alttestamentlichen Heilsbegriffe innewohnende Vorstellung des Dynamischen drängt zur lebendigen Veranschaulichung’; het zijn ‘Heilsmächte in der Form lebendiger Wesenheiten’ (Kraus, 593). Toch heeft de prediking meer nodig en hier komt de kunstenaar te hulp met de fysieke ontmoeting van Maria en Elisabet. Daarvoor is een reis afgelegd, een inspanning gepleegd, met grote haast (Luc. 1:39). Het had ook anders gekund, niet kunnen gebeuren, Maria had thuis kunnen blijven, Elisabet de deur gesloten. Laten we Psalm 85 niet te gemakkelijk lezen, alsof het vanzelfsprekend is dat trouw en waarheid elkaar omhelzen, recht en vrede elkaar begroeten met een kus. Het tegendeel is waar. Vriendelijkheid zonder trouw is lief en laf; trouw zonder vriendelijkheid kil en kaal. Recht zonder vrede is van korte duur en helpt niet, vrede zonder recht is goedkoop en vrijblijvend. In de ontmoeting van de vrouwen tekent zich een Godswonder af.

Aanwijzingen voor de prediking

  • De personificatie in Psalm 85 is een aanrader. Preek er dus beeldend, aanschouwelijk, narratief over. Zo kan exegetische informatie over de vier kernwoorden levendig blijven. De fysieke ontmoeting van Maria en Elisabet is daarbij een extra stimulans. Dankzij de Egbert Codex kunnen we laten zien hoe over en weer de psalmtekst en het evangeliewoord elkaar uitleggen en toelichten. Zo bevruchten ook Oude en Nieuwe Testament elkaar.

  • Het programma van Johannes en Jezus is relevant, ook voor onze context. Vriendelijkheid en trouw, recht en vrede zijn pijlers, ook onder onze samenleving. Deze woorden zeggen iets over houding en gedrag van mensen in algemene zin, maar tegelijk krijgen ze hier een godsdienstige lading die we niet moeten verzwijgen.

  • We krijgen hier de kans om een goed woord over Jezus te zeggen, zonder een zweem van opgeklopte vroomheid. In preken wordt soms zo uitbundig en exclusief over Jezus gesproken dat er bijna niets anders lijkt te zijn en de indruk wordt gewekt dat met geloven in Jezus alles wel is opgelost. Maar even vaak wordt geloof in Jezus nauwelijks in preken gethematiseerd, zodat men zich kan afvragen wat nu eigenlijk het christelijke is van christelijk geloof.

  • De woorden vriendelijkheid, trouw, recht en vrede staan voor werkelijkheden die niet altijd samenvallen. Het zijn krachten die alleen constructief zijn als ze samenwerken. Het is belangrijk in de preek te laten uitkomen wat er komt kijken, willen de vier elkaar omhelzen en kussen.

  • Nu bijbelgedeelten zo beeldend ingaan op ‘het groeten’ kan het geen kwaad iets te zeggen over liturgische groeten en het groeten in ons dagelijks leven. Beide kunnen wel wat opwaardering gebruiken.

Liturgische aanwijzingen

Voor liturgische groeten, zie Dienstboek I en II en De weg van de liturgie, t.p. Mogelijke liederen: Psalm 85; Gezang 199 en Tt 35 (beide verwant aan deze psalm); Tt 143 (bij Luc. 1).

Geraadpleegde literatuur

François Bovon, Das Evangelium nach Lukas,ekk III/1, Zürich / Neukirchen-Vluyn 1989; Günther Franz, Das Leben Jesu der Egbert Codex. Ein Höhepunkt der Buchmalerei vor 1000 Jahren, Darmstadt 2005; Hans-Joachim Kraus, Psalmen, BK XV/2, Neukirchen-Vluyn 1966, 588-594; Paul Oskamp, Niek Schuman, De weg van de liturgie. Tradities, achtergronden, praktijk, Zoetermeer 1998; ThWAT III, 48-71 (H.J. Zobel, chesed), I, 313-348 (A. Jepsen, ‘emet), VI, 898-924 (B. Johnson, sādaq), VII, 12-46 (F.J. Stendebach, šālôm); Hans Windisch, aspadzomai,in: ThWB I, 494-500.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken