Menu

Premium

Preekschets Lucas 19:42

Lucas 19:42

Eenentwintigste zondag na Pinksteren

Had ook jij op deze dag maar geweten wat vrede kan brengen! Maar dat blijft voor je verborgen, ook nu.

Schriftlezing: Lucas 19:41-48

Het eigene van de zondag

In deze herfstzondagen of zondagen van de Voleinding zijn we op weg naar het einde van het kerkelijk jaar. De woorden van Jezus in de lezing uit Lucas dagen uit tot kritisch zelfonderzoek. De adventstijd en de winter komen dichterbij. Duisternis en verlangen naar licht kunnen ons levensgevoel kleuren.

Uitleg

Preekvoorbereiding mag beginnen met meditatief luisteren naar het betrokken bijbelgedeelte. Eerst een uitleg van een ander lezen (deze uitleg of een commentaar) heeft het risico dat het bijbelgedeelte primair met het verstand gelezen wordt. Zomaar wordt dan het lezen uit de Bijbel een met het verstand zoeken naar ideeën voor een preek. Ook in preekvoorbereiding is het van betekenis een evenwicht te vinden tussen lezen met het verstand en lezen met het hart. Allereerst mag het bijbelgedeelte gelezen worden vanuit een verlangen zelf geraakt te worden door een woord van de kant van de Eeuwige. Als lezer strekken we ons uit naar Gods Woord dat ons liefdevol tot de orde van zijn rijk roept.

Mijn voorstel is nu eerst in alle rust Lucas 19:41-48 hardop te lezen. In dat rustig hardop lezen kunt u aandacht geven aan wat er tijdens het lezen met u gebeurt. Wat raakt u? Waar wordt u naar getrokken en waar wilt u met name op letten? Met uw hart luisteren naar deze tekst kan u ontvankelijk maken voor het doorwerken van die tekst in uw ervaringen in de loop van de komende dagen. In gesprekken, kringwerk en het volgen van het nieuws kan dan zomaar iets vanuit uw luisteren naar de tekst oplichten. Die eerste overwegingen en ervaringen kunnen uw verlangen naar uitleg kleuren.

Ik ben gewend vanuit deze ervaringen met de tekst de grondtekst of andere bijbelvertalingen te lezen met de concordantie erbij. Commentaren en andere uitleg kunnen later dienen als kritisch commentaar op het eigen verstaan. Na uw eigen ervaringen met het lezen van Lucas 19:41-48 kunt u met deze uitleg in gesprek gaan.

Deze evangelielezing trekt mij als hoorder allereerst in een heftig gebeuren. Jezus huilt wanneer Hij Jeruzalem ziet liggen. Ook Jeremia weeklaagde over Jeruzalem. Zie Jeremia 15:5-9. Het woord dat Lucas hier gebruikt (klaiein) wordt vaker gebruikt voor demonstratief weeklagen. U kunt bij uzelf beelden oproepen van begrafenissen in het Midden-Oosten. Er wordt met het hele lichaam gehuild. In het evangelie volgens Lucas wordt het meeste gehuild. In hoofdstuk 6:21 worden de mensen die huilen gelukkig genoemd. Wat maakt dat Jezus zo voor iedereen zichtbaar en hoorbaar huilt, als bij een begrafenis?

Het tweede dat me raakt, is dat er confronterende beelden klinken over wat er met Jeruzalem zal gebeuren. In die beelden klinken verwijzingen naar het Oude Testament door (Jes. 29:3; Ps. 137:9; 2 Sam. 17:13). Ook de uitroep van Jezus dat de tempel een huis van gebed en geen rovershol moet zijn, bestaat uit citaten (Jes. 56:7; Jer. 7:11 en Zach. 14:21).

Vrede is een woord dat vooral bij Lucas voorkomt (14 keer: het is de moeite waard dit in de concordantie na te kijken). Wat vrede zal brengen, blijft verborgen voor Jeruzalem (vs. 42). Waarom? Dat woord ‘verbergen’ (kruptein) klinkt nog tweemaal in Lucas. In Lucas 18:34 is de betekenis van woorden van Jezus over zijn naderend lijden verborgen voor de leerlingen. In hoofdstuk 13:21 is dat woord vertaald met ‘vermengen’: het koninkrijk van God lijkt op een vrouw die zuurdesem met drie zakken meel vermengt. In dat beeld krijgt verbergen een beloftevolle bijsmaak.

Wat wordt bedoeld met de uitspraak dat die verschrikkelijke dingen gebeuren omdat ze de tijd (kairos) van Gods ontferming niet hebben herkend (vs. 44)? Is dat dus hun schuld? Er staat: anth’ oon, ‘vanwege het feit dat’. Dat woord staat ook in Lucas 1:20. Zacharias zal niet kunnen spreken, omdat hij geen geloof hechtte aan de woorden van de engel Gabriël. Dingen die gebeuren, kunnen in het verlengde staan van of voortkomen uit ons gedrag. Lucas spreekt letterlijk over het omzien, de visitatie (episkopè) van God (NBV: ‘Gods ontferming’).

Aan het slot van dit gedeelte gebruikt Lucas drie imperfecta. In een vertelling vallen op deze vormen van verleden tijd de nadruk. Vers 47 en 48: ze wilden Jezus uit de weg ruimen. (Ze zochten/waren bezig (zètein, impf.) Hem te gronde te richten.) Maar ze wisten niet hoe ze dat moesten doen. (Ze vonden (heuriskein, impf.) niet hoe ze dat zouden doen.) Het hele volk hing aan zijn lippen. (Al het volk klampte zich (ekkremasthai: enige plaats in het Nieuwe Testament, impf.) aan Hem vast om Hem te horen.)

Aanwijzingen voor de prediking

Deze tekst kan weerstand oproepen bij de hoorder. Jezus spreekt harde woorden over Jeruzalem. Het is alsof Jezus de schuld daarvoor bij zijn volk legt. Dat kan vragen oproepen over wat wij zelf moeten doormaken en wat we in deze wereld zien gebeuren. Wat is ons menselijk aandeel bij dingen die in deze wereld en in de kerk ingrijpend fout gaan? Wat is de plaats van God hierin? Wat is onze verantwoordelijkheid? We lezen de Bijbel om vanuit dat perspectief in het leven te staan. Niet weglopen voor ergernis bij het lezen van bepaalde woorden in de Bijbel kan de hoorder dichter bij de betekenis van de tekst brengen.

Het is goed aandacht te geven aan de context van deze woorden. Jezus is provocerend als de messiaanse koning uit Zacharias 9 Jeruzalem binnen getrokken. Ook nu weer trekt Hij uitdrukkelijk de aandacht. Deze beelden nodigen ons als hoorders uit stil te staan bij de woede en het verdriet van God om wat verkeerd gaat in deze wereld. Het is een hartstochtelijke uitnodiging ons bewust te worden van ons doen en laten. Met het oog daarop biedt dit evangelieverhaal aanwijzingen.

Jezus verwijst in vers 42 naar zijn intocht in Jeruzalem op een ezelsveulen. De omstanders riepen toen: ‘Gezegend hij die komt als koning, in de naam van de Heer! Vrede in de hemel en eer aan de Allerhoogste!’ Vrede in de hemel, bij God dus. Dat riepen ze over Jezus. Zoals bij de geboorte van Jezus de engelen zongen: ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die Hij liefheeft.’ De weg van Jezus is een weg van vrede. Vrede op aarde en in de hemel. Waarom is die weg voor ons verborgen?

Het gaat in Lucas om verborgenheid van het koninkrijk van God (als zuurdesem in het meel). Wat merken we van Jezus in ons leven, in deze wereld? Hoe onderscheiden we tussen wat vrede brengt en wat niet? Zulke vragen kunnen deze woorden van Jezus ons aanreiken. In de prediking kunnen de hoorders uitgenodigd en bemoedigd worden vanuit Gods liefdevolle confrontatie naar ons leven in deze wereld te kijken.

Liturgische aanwijzingen

Als lezing in het Oude Testament is Jesaja 1:18-26 een goede mogelijkheid. Ook daarin worden we geconfronteerd met de woede van de Eeuwige over wat niet goed is. Maar het is overduidelijk woede vanuit Gods liefde, vanuit zijn verlangen naar heling van zijn geliefde stad Jeruzalem. De evangelielezing wordt ook gekleurd door die emotie. Psalm 85:1, 3 en 4 kan als openingspsalm gezongen worden. Bij de lezing uit Jesaja kan Gezang 280 (Lvdk) gezongen worden. Psalm 122 brengt de hoorders in de context van de evangelielezing. Gezang 23 en 285 (Lvdk) zijn ook te overwegen.

Geraadpleegde literatuur

Over het begin van de preekvoorbereiding schreef ik in Postille 2004-2005 het inleidend artikel Meditatief bijbellezen als een fase in de preekvoorbereiding. Na de eigen aandacht voor de tekst zelf en hulpmiddelen bij het lezen, zoals een woordenboek, andere bijbelvertalingen en de concordantie, kunnen eigen commentaren geraadpleegd worden. Ik heb met name gelezen in de commentaar van Walter Grundmann, Das Evangelium nach Lukas (ThHNT), Berlin 1966.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken