Menu

Premium

Preekschets Lucas 2:15 – Kerst

Lucas 2:15

Kerstmorgen

Laten we naar Betlehem gaan om met eigen
ogen te zien wat er gebeurd is
en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.

Schriftlezing: Lucas 2:15-20

Het eigene van de zondag

Zondag 25 december, kerstmorgen. Deze zondag zal het drukker zijn dan andere zondagen door het jaar heen. Naast de vaste bezoekers zijn er ook nu diverse ‘gelegenheidskerkgangers’. Er is veel aandacht voor de kinderen deze morgen: het adventskerstproject van de kindernevendienst wordt afgesloten, soms is er een kerstspel. Een goede zaak op dit feest van het Kind!

Na de verkondiging vanuit de hemel in de kerstnacht ligt vanmorgen de focus op de respons op aarde. De herders zijn ‘engelen op aarde, verkondigers van een in het vlees getrokken God’ (Luther, geciteerd bij Vlaming, 74).

Uitleg

Lucas 2:15-20 vormt het derde deel van het drieluik 2:1-20. Lucas componeert zijn verhaal in drieën, telkens beginnend met zijn karakteristieke ‘en het geschiedde’. In dit derde deel zijn de herders de initiatiefnemers. Er is aandacht voor de menselijke reacties op de hemelse visitatie (vgl. 1:18v, 34v). De beweging komt op gang. ‘Vanuit deze kern, de geboorte van de Messias, wordt eerst het gehele Joodse land, en vervolgens het gebied tot de “einden der aarde” verzadigd van het Woord, dat wil helen en bevrijden’ (De Heer, 188).

‘Laten we gaan zien het woord dat is geschied’ (to rèma touto to gegonos), staat er letterlijk (vgl. ook 1:37-38, waar hetzelfde woord wordt gebruikt). Een opmerkelijke formulering. Maar volstrekt begrijpelijk vanuit het bijbelse idioom. Gods woord, zijn dabar, is daad. Als God spreekt, dan geschiedt er iets, dan wordt dat woord werkelijkheid. God doet wat Hij zegt en dat valt te zien.

De herders interpreteren deze geboorte als een zichtbare daad van God. Het Lucasevangelie wordt wel het evangelie of the look genoemd omdat het ‘zien’ bij deze evangelist zo’n grote rol speelt. De herders horen bij de ooggetuigen, opwie Lucas in zijn proloog (1:2) doelt. Wat ze hebben gehoord, vinden ze terug in wat ze zien.

De herders gehoorzamen het woord van de engel. Door deze gehoorzame reactie zal het woord dat geschied is, blijven geschieden. De herders maken geschiedenis. Zij komen in beweging en brengen in beweging. Zij hebben het woord gehoord en geven er gehoor aan. Herders, veracht in de publieke opinie van die dagen, hooggeacht in de Schriften. ‘In de herders zet Lucas Israël neer in zijn functie van hoeder van de mensheid. (…) Israël waakt de nachtwacht over de kudde doordat het eenzaam tussen de volkeren wacht op de messiaanse toekomst, en dat ook de hele wereldnacht volhoudt, tot zegen van iedereen. (…) Dat wakende Israël ontvangt de boodschap van de geboorte van de Messias en reageert daarop met kwieke gehoorzaamheid, ze gaan met spoed, krachtens hun eigen beslissing’ (Verheij, 45-46).

Deze herders zijn de publiciteitsmedewerkers van God. Ze maken het woord bekend dat hun bekendgemaakt is. Het woord gnorizo, ‘bekendmaken’, wordt vaak gebruikt voor de verkondiging van het evangelie door Jezus of door zijn apostelen. De herders zijn de wachters die reageren op de stem van de vreugdebode (Jes. 52:7-10). De eerste hoorders van dat evangelie zijn Maria en Jozef en nog een aantal anderen. Wie dat zijn, wordt verder niet vermeld. In ieder geval is er verbazing alom. Het Griekse thaumazoo (‘zich verwonderen, zich verbazen’) is een neutraal woord. Lucas gebruikt het woord vaker om de algemene reactie op wat ‘geschiedt’ mee samen te vatten (o.a. 1:21, 63; 2:33; 24:12, 41; Hand. 2:7; 3:12; 4:13). Er zijn openheid en nieuwsgierigheid, maar een keuze is nog niet gemaakt.

Ook Maria is verbaasd, maar haar reactie gaat dieper. Ze blijft met de woorden van de herders bezig. En zo wordt zij ten voorbeeld gesteld. Haar houding moet de grondhouding zijn van de gemeente. De grondbetekenis van sumballein (in de nbv met ‘nadenken’ vertaald) is ‘samenwerpen, samentreffen, het met elkaar in verband brengen van’. Dat doet Maria hier en dat blijft ze doen (vgl. ook 2:51).

Het verhaal eindigt met lofzegging. Het lied van de engelen wordt op aarde overgenomen door de herders. Ze hebben het bericht van de hemelse boodschappers goed ontvangen. Ze geven God alle eer. Alles is gegaan volgens zijn plan: ‘Precies zoals het hun was gezegd’.

Aanwijzingen voor de prediking

Talloze kunstwerken zijn in de loop van de tijd gemaakt naar aanleiding van Lucas’ geboorteverhaal. In de preek bij een schilderij worden aangehaakt. Rembrandt bijvoorbeeld schilderde, in opdracht van stadhouder Frederik Hendrik, ‘De aanbidding der herders’ (o.a. te downloaden via www.statenvertaling.net). Op dit grote schilderij gaat het licht van het Kind zelf uit. Er staan meer mensen om de kribbe heen dan alleen de herders. Een paar vrouwen, een kind. ‘Allen die het hoorden’, zijn er ook al bij. ‘Ook hier valt weer de schamelheid op van wat er in de stal gebeurt. Hoe er ooit een dreiging uitgaan van het gestommel, geschuifel, geritsel en gefluister van deze arme drommels? Worden hier werkelijk bakens verzet in de wereldorde? Toch is het zo!’ (Spijkerboer, 175).

Het kerstevangelie vraagt om een vervolg, een respons op aarde. Lucas legt er alle nadruk op dat mensen zich nu in Gods geschiedenis voegen. Voor de derde maal klinkt ‘En het geschiedde’. De herders sporen elkaar aan om op weg te gaan, ze motiveren elkaar. De woorden die gebruikt worden, duiden daarop. Ze voegen de daad bij het woord. Het woord dat daad is. Geloven doe je niet alleen, maar samen. De onderlinge bemoediging niet gemist worden.

‘Er is haast bij het licht.’ Onder die titel schreef Geert Boogaard eens een serie korte gedichten voor Dory, een jonge, blinde vrouw met multiple sclerose: ‘Er is haast bij het einde van dit donker. God, er is haast bij het licht’. Het kerstevangelie lokt haast uit. De herders gaan meteen op weg, haastig. Geroepen om op weg te gaan, antwoord te geven. Er is haast bij de ontmoeting tussen God en mensen. Van uitstel komt afstel. Maar het is belangrijk om ook de tegenstem hier een plek te geven. Waarom zou je gaan? Hoeveel haast maakt God eigenlijk om mij tegemoet te komen? Is er een einde aan het donker, waarin ik mij bevind? ‘Haast U, o Heer, tot mijn hulp’, klinkt in menige psalm. Bij de voederbak ontdekken de herders dat God zijn woord waarmaakt. Voordat zij gingen zoeken, was Hij er al. God is ons altijd voor!

Het zien van de herders is wel door het horen voorafgegaan: ‘Ze zien het woord dat is geschied’. Zien is ook willen zien, vraagt een keuze, een sprong in geloof. Soms kom je niet verder dan ‘verbazing’. Voorbeeldig is de houding van Maria: zij bewaart en overweegt. Ze blijft actief bezig met wat ze nog niet helemaal vatten. ‘Bij uitstek deze reactie van Maria, die als geen ander in dit verhaal zich openstelde voor wat van Godswege tot haar kwam, behoede ons ervoor te menen, dat het evangelie snel doorzichtig en inzichtelijk is’ (De Heer, 189-190).

Een mogelijkheid is ook de figuur van Jozef naar voren te halen. Hij speelt een marginale rol in Lucas’ verhaal. Rembrandt beeldt hem af met een lampje in zijn hand. Dat lampje houdt hij dicht bij het Kind. Hij heeft duidelijk gekozen voor Maria en Jezus. Hij heeft zichzelf beschikbaar gesteld. Hij speelt zijn eigen bescheiden, maar wezenlijke rol.

Liturgische aanwijzingen

Lucas 2:15-20 is naar het Missale Romanum de hoofdlezing voor de kerstdageraadsdienst. Op de kerstmorgen klinkt dan Johannes 1:1-14. Wij kiezen voor Lucas 2:15-20 op de kerstmorgen, samen met Jesaja 52:7-10, de profetenlezing voor die dienst. Het is een mooi vervolg op de kerstnacht waarin het bericht van de engel voor ieder die het maar horen wil alle aandacht heeft gekregen. Nu gaat het om het gelovige antwoord van de gemeente. Wat liederen betreft is er natuurlijk keuze te over deze dag. Liederen die bij het thema passen, zijn de gezangen 139 en 141. Naast het bekende kerstrepertoire is het goed om op kerstmorgen een enkel onbekend kerstlied de te geven. Een prachtig kyriëlied voor Kerst is bijvoorbeeld gezang 155 van Jochen Klepper.

Het schilderij van Rembrandt op het liturgieboekje worden afgedrukt of geprojecteerd via een beamer. Zorg er wel voor dat de kwaliteit van de afbeelding goed is. Anders kun je het beter niet doen.

Geraadpleegde literatuur

Zie bij 24 december. Verder: G. Boogaard, Wonen in het Woord. Bijbels dagboek, ’s-Gravenhage, 1977; G. Boogaard, Er is haast bij het licht, Nijkerk, 1979; J. Irik, Postille 40, ’s-Gravenhage, 1988; A.M. Spijkerboer, Rembrandts engel. Bijbelverhalen van een schilder, Vught, 2006; N.L. Vlaming, Woord in I. Exegetisch-homiletische commentaren, Kampen, 1984.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken