Menu

Premium

Preekschets Lucas 22:15,16

Lucas 22:15, 16

Laetare

Hij zei tegen hen: ‘Ik heb er hevig naar verlangd dit pesachmaal met jullie te eten voor de tijd van mijn lijden aanbreekt. Want ik zeg jullie: ik zal geen pesachmaal meer eten voordat het zijn vervulling heeft gevonden in het koninkrijk van God.’

Schriftlezing: Lucas 22:14-20

Het eigene van de zondag

Op deze vierde zondag in de ‘veertig dagen’ verschiet de liturgische kleur even van paars naar roze. In de naam Laetare klinkt vreugde door. Deze zondag wordt ook wel Klein Pasen genoemd als vooruitwijzing naar het feest van Pasen. In de schriftlezing grijpen we vooruit naar de laatste pesachmaaltijd die Jezus viert met zijn leerlingen. Deze viering is eveneens een mengeling van vreugde, verlangen, maar ook van lijden, dat zijn schaduw al vooruitwerpt.

Uitleg

De perikoop volgt op twee aankondigingen (in 22:1 en 7) van Pesach. Toen was het eindelijk zover: het moment dat Jezus gaat aanliggen met de apostelen. Terwijl Marcus in 14:17 direct vertelt over degene die Jezus zal overleveren, volgt dit in Lucas pas na de instelling van het avondmaal. Lucas toont ons in dit gedeelte de overgang van het ‘oude’ pesachmaal naar het ‘nieuwe’ avondmaal.

Vers 15 – Het hevige verlangen of de vurige begeerte die Jezus heeft om dit pesachmaal (touto to pascha ook verwijzen naar het pesachlam) staat in contrast met de toegenomen spanning. Dat zien we ook in de toevoeging ‘voor de tijd van mijn lijden aanbreekt’. Na eerdere lijdensaankondigingen (9:22; 17:25) is nu bijna de climax bereikt.

Vers 16 – Het kernwoord in dit vers is pleroothei (conj. aor. pass. wijst op God die voor de vervulling zal zorgen). De cruciale vraag is wat Jezus bedoeld heeft met deze zin. Jezus anticipeert hier in profetische zin op een toekomstig pesachmaal in het Koninkrijk van God. Het zijn dat het pesachmaal in de Joodse traditie niet alleen teruggreep op de bevrijding uit Egypte, maar ook een toekomstige component bevatte.

Vers 17 – Het is onduidelijk om welke beker het hier gaat. In het pesachmaal worden vier bekers gebruikt, maar Lucas is hierin niet duidelijk. Zou dat met opzet zijn, om hiermee een overgang te maken naar het ‘nieuwe’ avondmaal?

Vers 18 – Dit vers komt qua vorm en inhoud overeen met vers 16 en Marcus 14:25. Opnieuw verwijst Jezus in dit vers, net als in vers 16, naar een toekomstige maaltijd wanneer het Koninkrijk van God gekomen is. Volgens sommigen moeten we deze uitspraken lezen in het licht van het naderende lijden en is het een andere manier waarop Jezus wil zeggen dat Hij voor het laatst Pesach viert.

Vers 19, 20 – Commentaren vullen veel ruimte met de vergelijking tussen de verschillende beschrijvingen van de instelling van het avondmaal. Aangezien de focus in deze preekschets ligt op de verzen 15 en 16 wil ik die discussie hier niet weergeven. Opmerkelijk is nog wel dat in vers 20 gesproken wordt over het nieuwe verbond, he kaine diatheke. Ook hierin zien we een omslag van het oude naar het nieuwe. Bij dit verbond kunnen we denken aan Exodus 24:8 (‘het bloed van het verbond’) of het nieuwe verbond van Jeremia 31:31-34.

Aanwijzingen voor de prediking

De bekende instellingswoorden van het avondmaal kunnen al snel de gedachte oproepen dat we die wel kennen. Het zijn immers woorden die we bij iedere viering horen? Daarom is het des te verrassender dat er woorden en zinnen tussen staan die wij niet bij iedere viering horen. Zo vallen de woorden op waarin Jezus uitspreekt dat Hij hier hevig naar verlangd heeft. Deze sterk geladen woorden laten zien dat dit moment, deze viering, een hoogtepunt voor Jezus was, terwijl we uit alles kunnen afleiden dat zijn dieptepunt snel zal volgen.

Ook staat hier tot twee keer toe dat Jezus niet meer zal eten en niet meer zal drinken tot ‘het zijn vervulling gevonden heeft in het koninkrijk van God’. Dit is meer dan een feitelijke mededeling. Anders had Jezus ook kunnen zeggen: ‘Dit is de laatste keer.’ Twee keer noemt hij expliciet het Koninkrijk van God. Daarmee voorziet Hij onze vieringen, maar tegelijk ook ons geloof, van een geweldige toekomstdimensie. Het pesachmaal, dat toch al zo’n belangrijke betekenis had, had voornamelijk een historische betekenis. De betekenis van het (Joodse) zich herinneren, waarmee Gods daden present gesteld worden. Jezus vlakt dit laatste niet uit, maar voegt er een dimensie van hoop aan toe.

Aan de ene kant roept dat bij ons de vraag op hoe het met ons verlangen gesteld is. Kunnen we, als we brood en beker delen, ook delen in die gespannen verwachting die Jezus had? Verwachten we het feest van de toekomst, of verlangen we meer naar ondersteuning in het hier en nu?

We kunnen bijna nog een stap verdergaan en in de woorden van Jezus een gelofte zien. Jezus ontzegt zich de vreugde van een hemels feestmaal, de vreugde van brood en wijn, totdat het Koninkrijk ten volle is aangebroken. Hij ontzegt zich nu de hemelse wijn omdat zijn kinderen nog niet thuis zijn. Hij wacht totdat wij er zijn. Deze toewijding onderstreept zijn grote verlangen om uiteindelijk het feest compleet te vieren.

Liturgische aanwijzingen

Als lezing uit het Oude Testament zou Jesaja 25:6-12 heel goed passen. De profeet Jesaja ziet hierin een toekomst waarin God de volken samenbrengt rondom een maaltijd die Hijzelf aanricht op de berg Sion. Liederen kunnen gekozen worden rondom het thema ‘verlangen’, waarbij de Psalmen 42 en 43 centraal staan.

Geraadpleegde literatuur

Als belangrijkste commentaren: Het evangelie naar Lucas II, J.T. Nielsen, Nijkerk, 1983; World Bible Commentary 35c. J. Nolland, (), 1993.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken