Menu

Premium

Preekschets Lucas 22:29,30

Lucas 22:29, 30

Judica

Ik bestem jullie voor het koningschap zoals mijn Vader mij voor het koningschap bestemd heeft: jullie zullen in mijn koninkrijk eten en drinken aan mijn tafel, en zetelen op een troon om recht te spreken over de twaalf stammen van Israël.

Schriftlezing: Lucas 22:24-30

Het eigene van de zondag

De naam van deze zondag, Judica, verwijst naar de roep om recht in Psalm 43:1. Het accent ligt op het oordeel, en juist in deze weken naar Pasen toe beseffen we dat dat een oordeel is dat zich voltrekt door het lijden van Jezus heen.

Uitleg

Lucas 22:24-38 is gesitueerd tussen de instelling van het avondmaal, de voorzegging van het verraad en de tocht naar Getsemane. Het benoemen van één die Jezus zal uitleveren, levert een levendige discussie op over de vraag wie van hen de belangrijkste is. Lucas plaatst hier de les van Jezus over de minste en de meeste op een heel andere plaats dan de evangelisten Marcus (10:42-45) en Matteüs (20:25-28).

Vers 24 – In 9:46 wordt een soortgelijke situatie beschreven over een discussie wie van hen de belangrijkste was.

Vers 25 – Het eerste beeld dat Jezus oproept, draait om de machthebber die zich weldoener (euergetai, beneficus) noemt. Deze titel komt voor van de vijfde eeuw voor Christus tot in de tweede eeuw na Christus en wordt gebruikt voor goden als Zeus en Osiris. Speciaal de Romeinse keizers claimen deze titel.

Vers 26 – Terwijl bij Marcus de tegenstellingen zijn: groot – dienaar, vergelijk Marcus 10:43, en eerste – slaaf, werkt Lucas met de tegenstellingen eerste – de jongste (in de nbv vertaald met de minste) en de leider – de dienaar. Het lijkt erop dat Lucas de contrastwerking aanscherpt. Jezus roept op tot de houding van de jongste, in een cultuur waarin leeftijd status bracht.

Vers 27 – Jezus roept het beeld op van de maaltijd en de dienaar. Een beeld dat we al eerder kunnen vinden in 12:37 waar ook de heer de knechten dient, en waar het staat in een eschatologische context. Interessant is de tekstvariant die Codex D op dit vers (en het begin van het volgende) heeft: ‘Want Ik ben in uw midden gekomen niet als degene die aanligt, maar als degene die dient en gij moet groeien in mijn dienst als degene, die dient.’

Vers 28 – Dit vers en het volgende zijn ‘Sondergut’ van Lucas, al heeft Matteüs 19:28 eenzelfde gedachte als dit vers. Jezus noemt zijn leerlingen hier ho diamemenekotes, de volhardenden. Volharding is een belangrijk begrip binnen het Evangelie van Lucas, zo is te zien aan 8:15, maar ook aan de verzachtende manier waarop Lucas niet vertelt van de vlucht van de leerlingen, maar wel het volgen van Petrus benoemt (22:54).

Het accent ligt in dit vers op de beproevingen, toispeirasmois mou. Een woord dat verwijst naar de beproevingen door Satan (4:1-13 waar ook sprake is van de macht over de koninkrijken van de wereld). De beproevingen van Satan hebben tot doel Jezus af te van de weg die God met Hem wil gaan.

Een bijkomende gedachte van Lucas is ook dat Jezus alleen de hemelse heerlijkheid bereiken door het lijden heen (vergelijk 24:26).

Vers 29 – Het woord diatithemai (ind. pres. med. van diatithemai, geven, beschikken) zorgt voor hoofdbrekens. Het uitgelegd worden als een (testamentaire) wilsbeschikking waarin Jezus hun het koningschap beschikt. Vooral omdat dit werkwoord in de presens staat, lijkt dit een mogelijkheid. Toch ligt een toekomstige, algemenere betekenis van ‘geven’ of ‘schenken’ meer voor de hand.

Sommige uitleggers verklaren deze verzen als onderbouwing van de machtspositie van de apostelen in de vroege kerk. Dit lijkt niet aannemelijk.

Koninklijke macht of heerschappij lijkt een betere vertaling van basileia dan koningschap, wat toch een losstaande machtspositie suggereert. Wat Jezus bedoelt (vgl. vers 30), is toch vooral dat zij zullen delen in zijn koningschap.

Dat Jezus het koningschap heeft toevertrouwd gekregen, is iets wat we op verscheidene plaatsen bij Lucas kunnen vinden (1:32-33; 19:11-28, 29-40; 23:42).

Vers 30 – De benoeming van het eten en drinken verwijst naar het avondmaal in het Koninkrijk van God en benadrukt de eschatologische betekenis van het avondmaal. Het gaat hier om het beeld van de maaltijd in Gods Koninkrijk (vgl. 13:29, 14:15).

Het beeld van zitten op tronen is afkomstig uit Daniël 7:9 en heeft te maken met bestuurlijke en rechterlijke taken van de Zoon des mensen waarin de leerlingen mogen delen. In verband met de verzen 24-27 is duidelijk dat deze macht binnen het Koninkrijk van God de vorm van dienen aanneemt. Opvallend is dan nog wel dat Lucas naast de tronen spreekt over het oordelen, rechtspreken, krinontes. Dit een brede betekenis hebben, in de zin van besturen (vgl. het Hebreeuwse sft), maar ook een engere, in de zin van oordelen.

Aanwijzingen voor de prediking

De kernwoorden in dit gedeelte zijn macht – dienen – maaltijd. Dit zijn woorden waar we allemaal wel onze beelden en onze gedachten bij hebben. De meesten van ons zijn geen machthebbers en hebben ook geen hoge dunk van machthebbers. Tegelijk herkennen we ons wel in de leerlingen als zij de belangrijkste willen zijn. Het is goed om ons bewust te zijn van die ambivalentie in onszelf.

Het mooie in dit verhaal zoals Lucas het ons vertelt, is dat Jezus zijn leerlingen niet alleen op hun nummer zet. Bijna gekomen aan het einde van zijn levens- en lijdensweg spreekt Jezus hen niet verbitterd toe. Hij keert zich ook niet teleurgesteld van hen af, wat wel heel begrijpelijk zou zijn geweest. In plaats daarvan belooft Hij hun gouden : tronen waar ze als koningen zullen heersen! En dat niet uit puur genade, maar omdat zij in al zijn beproevingen steeds bij Hem gebleven zijn. Dit schuurt natuurlijk aan ons reformatorische sola gratia, maar is daarmee wel prikkelend. Jezus waardeert zijn leerlingen om het feit dat zij in voor- en tegenspoed Hem niet verlaten hebben, maar tot het bittere einde bij Hem gebleven zijn. Tegelijk is dat niet iets wat ze bewust en vastberaden gedaan hebben, en waar ze voor hun gevoel misschien meer door Jezus’ kracht dan door eigen wil gekomen zijn. Dan is het natuurlijk toch weer volop genade dat Jezus hun die machtsposities in het Koninkrijk toebedeelt.

Maar wat moeten we nu met machtsposities in Gods Koninkrijk? Onbewust is ons hemels ideaal toch dat van een rijk waarin iedereen gelijk is. Dat God de rechterstoel inneemt, kunnen we ons nog voorstellen, maar dat Jezus hier mensen in die macht laat delen, nota bene om te oordelen, dat ons wat ver gaan. Ter geruststelling staat dit verhaal wel direct achter de les over de machthebbers. In het Koninkrijk wordt macht gedefinieerd in termen van dienen.

Het laat ons in ieder geval wel zien dat het in het Koninkrijk geen dolce far niente zal zijn, maar een delen in de taak en verantwoordelijkheid van Jezus. In deze lijn moeten we ook de opmerking van Paulus plaatsen als hij zegt: ‘Weet u dan niet dat Gods heiligen over de wereld zullen oordelen?’ (1 Kor. 6:2).

Uiteindelijk valt op dat Lucas verscheidene keren de maaltijd als het centrale element van het Koninkrijk naar voren laat komen. De maaltijd, niet als een noodzakelijke behoefte, maar als een ontmoetingsplaats van intimi.

Ten slotte kunnen deze verzen als krachtige troost worden ervaren. Troost voor volgelingen van Jezus die hun weg steeds zwaarder beproefd zien worden. De troost en hoop die Jezus hun meegeeft, is dat God uiteindelijk degene die zich vernedert, of beproefd wordt, zal verhogen. Dit was uiteindelijk ook de hoop waarmee Jezus Zelf zijn lijdensweg ging. Door lijden tot heerlijkheid!

Liturgische aanwijzingen

Psalm 43 past bij zondag Judica, zowel gezongen als gelezen. Gezang 97 sluit aan bij de verzen 24- Gezang 231 staat de prachtige zin: ‘… en ons, de hoge rang, de moed, van koningen gegeven’. Gezang 363 en 355 sluiten aan bij de beelden van maaltijd en wijn.

Geraadpleegde literatuur

Als belangrijkste commentaren: Het evangelie naar Lucas II (pnt), J.T. Nielsen, Nijkerk, 1983; World Bible Commentary 35c. J. Nolland, (), 1993.

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

De Levende belichaamt onze verwondingen

Wie niet in de gelegenheid was om op de avond van de eerste dag van de week, nu acht dagen geleden, in de vesper het evangelie van die avond te horen (Johannes 20:19-23), zal het op de achtste dag, vandaag, nog wel willen betrekken bij de lezing van het evangelie. We weten niet of het hetzelfde moment was als een week eerder, dat Jezus in het midden van zijn leerlingen, inclusief Tomas, verscheen. Wel waren de deuren opnieuw gesloten. Misschien niet meer uit vrees voor de joden, maar omdat het hart van een van hen, Tomas, nog geopend moest worden.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

‘Opdat ook jullie doen wat Ik jullie heb gedaan’

Volgens de inmiddels overleden opperrabbijn Jonathan Sacks zijn voor een gemeenschap deze drie zaken het belangrijkst: ouders, leraren en gedenken. Ouders en leraren moeten kinderen vertellen over het verleden, om wat toen fout ging in de toekomst te voorkomen en het goede te doen. De onderwerpen in de lezingen van vandaag bevestigen dat belang. Het vertrek uit de slavendienst in Egypte en de voetwassing door Jezus worden nog steeds verteld en herdacht.

Nieuwe boeken