Menu

Premium

Preekschets Lucas 24:35 – Viering van het Heilig Avondmaal

Lucas 24:35

De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood.

Schriftlezing: Lucas 24:13-35

Het eigene van de zondag

Als kind ervoer ik bij de avondmaalsvieringen een grote discrepantie tussen taal en beleving: er was sprake van ‘vreugde, vieren en verheffen van harten’ (sursum corda), maar de sfeer was gespannen en sober. Deze discrepantie tussen de beleden vreugde om de hernieuwing van de band met de Levende en zijn gemeente, en de ervaren zwaarte is in veel kerken van de reformatie met hun koppeling van viering aan vermaning nog altijd voelbaar. Wel wordt sinds de enorme ontwikkelingen op liturgisch gebied (vanaf de jaren ’50 van de vorige eeuw) in vele gemeenschappen getracht deze discrepantie te overwinnen: er werd, en wordt, geëxperimenteerd met vormgeving, formulering van tafelgebeden en nodigingsteksten en er wordt gediscussieerd over frequentie en het al dan niet laten deelnemen van kinderen.

Dit alles heeft in de Nederlandse praxis geleid tot een enorme diversiteit aan ‘manieren van vieren’, waarbij het zicht op het participeren aan de wereldwijde beweging van Gods heil kan versmallen tot de muren van slechts het eigen kerkgenootschap, de eigen modaliteit of zelfs de ‘eigen’ gemeente. Hoe anders gaat het toe in de Romana! Hoewel er daar lokaal zeker verschillen zijn – hoe inclusief of exclusief is de verwoording van de nodiging? – is daar toch door de vorm en de formulering die grenzen van landen en tijdperken overschrijden, veel sterker een besef te mogen delen in het universele heil als wekelijkse (!) bevestiging en versterking van het persoonlijk geloof. Vanaf de leeftijd dat je naar school gaat, word je ook geschoold in de geheimen van de geloofsgemeenschap en de eerste keer dat een kind aan de communie deelneemt, is dan ook een feestelijke dienst. In tegenstelling tot de maatschappelijke verhoudingen wordt ieder vanaf dat moment volwaardig betrokken in de wereldwijde gemeenschap van volgelingen van Christus. Je hebt al vroeg die wonderlijke en royale smaak te pakken.

In de gekozen perikoop liggen prachtige kansen om de discrepantie te overwinnen. Er wordt niet passief geluisterd en geconsumeerd, maar de nadruk ligt op de actieve participatie van de leerlingen in de drieslag vertellen, vragen, omkeren. De ontgoochelde gang van Jeruzalem naar Emmaüs, de indringende ontmoeting met de gast die de gastheer blijkt te zijn (Gez. 73 LvdK) en de opgewonden ommekeer zijn te verstaan als metafoor voor het hele menselijke leven.

Uitleg

De vertelling over de Emmaüsgangers, die weer Jeruzalemgangers worden, heeft door haar sterke narratieve structuur, de zorgvuldig opgebouwde spanning (uitstel van de plot) en hoge mate van mogelijkheid tot identificatie met de twee leerlingen door de eeuwen heen tot de verbeelding gesproken. In schilderkunst en beeldhouwwerken zijn de heftige emoties die elkaar snel afwisselen steeds weer inspiratie gebleken voor een nieuwe generatie kunstenaars.

Over het algemeen wordt aangenomen dat de perikoop tot Sondergut van Lucas behoort. Bultmann noemt het verhaal naar de inhoud het oudste van de synoptische opstandingsverhalen. Het valt te situeren in de kring van de Jeruzalem-gemeente (vgl. Hand. 1:13vv.). Hoewel er geen directe parallellen zijn, zijn er wel enkele overeenkomsten naar inhoud, verhaalstructuur en geografische situering met Handelingen 8:26-40, over de ontmoeting tussen Filippus en de Ethiopiër, ook op een van de uitvalswegen van Jeruzalem.

Het verhaal valt in te delen in drie duidelijk gemarkeerde delen met een oplopende spanning: de ontmoeting en het gesprek met een vreemdeling die mee oploopt, de gezamenlijke avondmaaltijd waar de climax volgt (vs. 31) en de opgewonden terugkeer naar Jeruzalem. Hoewel volgens sommige commentatoren hier geen sprake is van een beschrijving van een avondmaal in liturgische zin, onder meer door het ontbreken van wijn, lijkt toch een relatie met de avondmaalstraditie onmiskenbaar: zowel het tijdstip (avond) als de trits: zegenen van het brood – breken – delen, duidt op meer dan een gewone maaltijd. Met de vaste formuleringen kai idou – en zie! (vs. 13) – en kai egeneto – het geschiedde (vs. 15, 30) – worden begin en de belangrijkste scharniermomenten ingeluid.

Vers 13. ‘Diezelfde dag’, namelijk de dag van de verwarrende ontdekking van het lege graf. Deze koppeling aan het voorafgaande is van groot belang voor het verstaan van de bedoeling van de auteur. Het opstandingsgeloof wordt volgens Lucas slechts ten volle begrepen als op dezelfde dag de ontmoeting met Jezus plaatsvindt. Het lege graf op zichzelf leidt niet tot geloof in de Opgestane.

Emmaüs. Er is veel gespeculeerd over de ligging van dit dorp, op ongeveer elf kilometer van Jeruzalem. Van belang lijkt toch echter vooral de bedoeling van Lucas dat alle wezenlijke momenten in zijn evangelie zich afspelen in of rondom Jeruzalem.

Vers 16. ‘., maar hun blik werd vertroebeld’. De klassieke uitleg is dat dit door God of zijn geest gebeurt. Het gebruik van het passivum laat deze interpretatie zeker open, maar lijkt ingegeven door de gedachte dat de opgestane Jezus eigenlijk direct herkend wordt bij het zien. Dit gaat voorbij aan de essentie van de perikoop, namelijk dat de twee leerlingen Hem pas herkenden in de act van het breken van het brood, zoals zij zelf (vs. 35) getuigen! Het vertroebelen en weer geopend worden van de ogen zal toch, eenvoudiger en diepzinniger tegelijk, moeten worden verstaan als beschrijving van de mentale gesteldheid: de bevangenheid door de bittere ontgoocheling beperkt je blikveld.

Vers24. ‘.maar Jezus zagen ze niet’. Zoals hiervoor gesteld, leidt het zien van het lege graf niet tot geloof.

Vers 28-29. De spanning wordt opgevoerd – Jezus zal toch niet doorlopen? De dringende smeekbede (SV: ‘zij dwongen Hem’) om te blijven kenmerkt zich in het Grieks door een heldere alliteratie. De kracht van deze existentiële roep om Gods nabijheid in de dreigende duisternis vinden we terug in onder andere Luthers avondgebed en het beroemde lied Abide with me (Gez. 392 LvdK). Het element van de hartstochtelijk zoekende mens, die niet door God wil worden losgelaten, treffen we ook aan in Jakobs gevecht aan de Jabbok (Gen. 32:23-33).

Vers 30-31. Het breken en het delen van brood zijn het beslissende moment. In deze eenvoudige, maar geladen act ligt de essentie van heel het leven en sterven van Jezus besloten: Hij deelde zichzelf uit, in woord en daad. In combinatie met het voorafgaande leergesprek breekt nu het besef door dat ze oog in oog staan met hun leermeester. Maar nog voor iets gezegd kan worden, verdwijnt Hij uit hun ogen. De nadruk ligt zo niet op het miraculeuze van een terugkeer uit het dodenrijk, maar veeleer op doorgaande aanwezigheid van de Heer te midden van zijn gemeente, nu niet zozeer in de begrensdheid van een mensengedaante, maar in de ongedachte mogelijkheid om in het herhalen van het breken en delen Hemzelf present te stellen, voor ieder die dit in geloof herkent. Delend in de opwekking uit de dreigende doodsavond, opgewekt dus, keren zij terug naar Jeruzalem. Zij vertrokken in verdriet, maar keren terug in vreugde.

Aanwijzingen voor de prediking

We noemen enkele elementen uit dit gedeelte die nader uitgewerkt kunnen worden bij een avondmaalsviering.

Het niet herkennen van de Heer ondanks zijn meelopen op onze weg: een herkenbare pastorale situatie van mensen die zozeer in beslag genomen worden door verdrietige, schokkende en ingrijpende gebeurtenissen in hun bestaan, dat de bestaanshorizon versmalt en het zicht op de helende kracht van de gemeenschap met anderen en met God vertroebeld raakt. Let wel: Jezus presenteert zich niet triomfantelijk hier-doorheen-brekend (over de vertroebeling heen springend), maar vraagt, luistert, en weet ook te zwijgen alvorens te spreken. Zo kunnen ook wij in zijn spoor leren werkelijk een ander haar of zijn verhaal te laten doen, alvorens een nieuw perspectief te bieden. In het pastoraat is een goede vraag meer helpend dan een te snel antwoord.

Ook deze maaltijd met de Heer vindt in de avond plaats: als het donker wordt en de angst voor eenzaamheid en God- en mensverlatenheid kan opkomen. Juist waar mensen God het minst verwachten, is Hij op ongedachte wijze aanwezig. Om nader bij deze tekst, en dichter bij de menselijke ervaring van godsverduistering te komen, is te overwegen om het avondmaal ook werkelijk op een avond te vieren. Het sterke aandringen mag worden verstaan en verkondigd als een aansporing om niet te leven als mensen met de mond vol tanden, maar volmondig en hartstochtelijk je nood en vreugde uit te spreken. Een niet te hoogdravend tafelgebed, uitgesproken door verschillende gemeenteleden, kan dienen als oefening hierin.

Het ‘dit’ in de inzettingswoorden (‘Dit is mijn lichaam’) kan worden verstaan als verwijzing naar de heilzame, helende act van het breken en delen; immers, aansluitend klinkt de oproep ‘dit’ te doen. Het is te overwegen om in houding en gebaren van de voorganger deze wezenlijke overtuiging uitdrukking te geven. Hiervoor is in de meeste kerken van de reformatie, in opleiding en gemeentepraxis, weinig aandacht. In combinatie met leerhuis of gespreksgroepen kan zo de gemeente betrokken worden bij een proces om de avondmaalsviering te verstaan zoals de Emmaüsgangers hun avondmaaltijd verstonden: als een kans op een hernieuwde en vernieuwende ontmoeting met elkaar en met de ‘ongenode gast’ die de gastheer is.

Liturgische aanwijzingen

Naast deze perikoop kan lezing van Genesis 32:23-33 het accent van de volhardende en volmondige mens onderstrepen. Mogelijke liederen: Gezang 73; 75 (LvdK); Gezang 168 (Tt). Het prachtige tafelgebed Als een vriend van mensen(Liturgiekatern Remonstranten) benadrukt de gedachten over het woord ‘dit’ zoals hierboven bedoeld.

Geraadpleegde literatuur

W. Grundmann, Das Evangelium nach Lukas(ThHNT), Berlin 1966; J. Jeremias, Die Sprache des Lukasevangeliums, Göttingen 1980; M. den Dulk, Een huis naast de synagoge,Zoetermeer 2000. Zie ook het gedeelte over het avondmaal in: P. Oskamp en N. Schuman, De weg van de liturgie,Zoetermeer 1998.

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

De Levende belichaamt onze verwondingen

Wie niet in de gelegenheid was om op de avond van de eerste dag van de week, nu acht dagen geleden, in de vesper het evangelie van die avond te horen (Johannes 20:19-23), zal het op de achtste dag, vandaag, nog wel willen betrekken bij de lezing van het evangelie. We weten niet of het hetzelfde moment was als een week eerder, dat Jezus in het midden van zijn leerlingen, inclusief Tomas, verscheen. Wel waren de deuren opnieuw gesloten. Misschien niet meer uit vrees voor de joden, maar omdat het hart van een van hen, Tomas, nog geopend moest worden.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

‘Opdat ook jullie doen wat Ik jullie heb gedaan’

Volgens de inmiddels overleden opperrabbijn Jonathan Sacks zijn voor een gemeenschap deze drie zaken het belangrijkst: ouders, leraren en gedenken. Ouders en leraren moeten kinderen vertellen over het verleden, om wat toen fout ging in de toekomst te voorkomen en het goede te doen. De onderwerpen in de lezingen van vandaag bevestigen dat belang. Het vertrek uit de slavendienst in Egypte en de voetwassing door Jezus worden nog steeds verteld en herdacht.

Nieuwe boeken