Menu

Premium

Preekschets Matteüs 20:16

Biddag

Zo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten.

  • Bijbelgedeelte: Matteüs 20:1-16
  • Preektekst: Matteüs 20:16
  • Thema: Het is niet eerlijk!

Liturgisch kader

De Biddag voor Gewas en Arbeid is, aan het begin van een nieuw groeiseizoen, een belijdenis van afhankelijkheid van de Schepper van al wat leeft. Eigenlijk zijn ‘gewas’ (wat tot voedsel moet dienen) en ‘arbeid’ (de menselijke inspanning met het oog op ons levensonderhoud) twee ongelijke grootheden. In de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard komen deze twee wel samen, maar de nadruk ligt meer op de arbeid dan op het gewas.

Liederen zijn op deze dag een lofzang voor de Schepper en/of een gebed om zijn zegen; te denken valt bijvoorbeeld aan Psalm 8: ‘Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven’ en Gezang 465 (Liedboek voor de Kerken 1973): ‘Van U zijn alle dingen’. Bij het bijbelgedeelte past Lied 991 (Liedboek Zingen en bidden in huis en kerk 2013): ‘De eersten zijn de laatsten’.

Uitleg

Er is een direct verband tussen de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard en het voorgaande gedeelte: het afsluitende vers is immers bijna woordelijk gelijk aan het laatste vers van hoofdstuk 19: dat de laatsten de eersten zullen zijn en omgekeerd. Deze opmerking maakt deel uit van Jezus’ reactie op de vraag van Petrus naar de beloning die de volgelingen van Jezus zullen ontvangen. Die beloning zal groot zijn, maar pas uitgekeerd worden ‘wanneer de tijd aanbreekt dat alles vernieuwd wordt’. Wanneer de Mensenzoon koning is, zullen zij royaal gecompenseerd worden voor wat ze omwille van Hem achtergelaten hebben.

De gelijkenis wordt ingeleid met de woorden ‘het is met het koninkrijk van de hemel als…’ De lezer weet dan dat er iets volgt wat afwijkt van wat hier op aarde gewoon is. In dit geval blijkt dat het principe van ‘loon naar werken’ daar niet zal opgaan. De arbeiders krijgen immers dezelfde beloning, ongeacht het aantal gewerkte uren. In het Koninkrijk van God zal iedereen genoeg hebben – niet meer (omdat iemand er vroeg bij was) en niet minder (omdat iemand een late roeping had).

De wijngaard is in het verhaal slechts het decor waarin de landheer en de arbeiders hun rollen spelen. Tegelijk roept die associaties op met vruchtbaarheid en (vanwege de wijn) met vreugde.

Gezien de voorafgaande vraag van Petrus lijkt het voor de hand te liggen dat met de arbeiders van het laatste uur volgelingen van Jezus bedoeld worden, in het bijzonder degenen die voorheen weinig energie staken in het leven naar het verbond (tollenaars, hoeren, heidenen). Volgens de maatstaven van de toenmalige Joodse religieuze samenleving hoefden die weinig ‘loon’ te verwachten. Vooral door de kritiek die ze uiten op het beleid van de heer van de wijngaard, herkennen we in de arbeiders van het eerste uur de Joodse elite die moeite heeft met Jezus’ ruimhartigheid ten aanzien van de eerdergenoemden. Maar de betekenis is natuurlijk moeiteloos uit te breiden naar de manier waarop christenen naar elkaar kijken.

Dat de heer van de wijngaard van zichzelf zegt dat hij ‘goed’ is (vers 15), lijkt een ondubbelzinnige verwijzing naar God: ‘Er is er maar één die goed is’ (19:17). In het koninkrijk van de hemel is Gods goedheid de norm. Dat wordt nog eens onderstreept door het herhaalde ‘ik wil’ (vers 14 en 15). Tegenover Gods goedheid staat de ‘slechtheid’ van de mens (een meer letterlijke vertaling zou luiden: ‘is uw oog slecht omdat ik goed ben?’). Die slechtheid uit zich in gemor (vers 11); NBV21 vertaalt hier ‘beklag doen’, maar in het Griekse gongyzoo echoot het morren van de Israëlieten in de woestijn, waarvoor de Septuagint hetzelfde woord gebruikt. Dit gemor is exemplarisch geworden voor de ontevredenheid van mensen over het goddelijke bestuur.

De uitspraak waarmee dit tekstgedeelte wordt afgesloten gaat eigenlijk verder dan de gelijkenis. Dat ‘de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten’ suggereert een omkering, zoals Maria die bezong in haar lofzang: ‘heersers stoot Hij van hun troon en wie gering is geeft Hij aanzien’. In de gelijkenis vindt eerder een nivellering plaats: iedereen krijgt hetzelfde, ongeacht de duur van de werkzaamheden. De werkers van het eerste uur hebben wel kritiek, maar ze hebben geen slecht werk geleverd en ‘verdienen’ daarom wel hun beloning.

Aanwijzingen voor de prediking

Wanneer we de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard lezen in het kader van Biddag, wijzen we natuurlijk wel op de eigenlijke betekenis: dat Gods genade zich uitstrekt tot alle volgelingen van Christus, ongeacht hun voorgeschiedenis of hun prestaties. Heidenen die opgenomen worden in het Nieuwe Verbond, mogen delen in de beloften die God in het Oude Verbond aan Israël gedaan heeft. Wie vroom is in eigen ogen mag zich niet verheffen boven andere gelovigen, die er ogenschijnlijk minder voor doen. Niemand kan zeggen dat hij of zij recht heeft op een grotere portie van wat God vanuit zijn goedheid geeft. Wie leeft van Gods genade heeft geen reden om te morren.

Dat gezegd hebbende is het natuurlijk niet verkeerd om de principes van het Koninkrijk – zoals die in de gelijkenis naar voren komen – ook toe te passen op ons dagelijks leven en de economische verhoudingen in deze wereld. Het is niet moeilijk om voorbeelden te noemen van ongelijke beloning: het salaris van mannen is nog vaak hoger dan dat van vrouwen die hetzelfde werk doen… (8 maart is Internationale Vrouwendag, in 2023 valt dat samen met Biddag.) Een ‘lagere’ opleiding wordt in de regel minder gewaardeerd, net als een lagere functie, al werkt iemand net zo hard en net zo veel als zijn leidinggevende… In andere delen van de wereld werken mensen voor een hongerloontje om ons van goedkope producten te voorzien… Enzovoort. Het is niet eerlijk, maar het lijkt wel of we het allemaal normaal vinden; want zo werkt het nu eenmaal in deze wereld: terwijl de een meer verdient dan wat hij krijgt, krijgt de ander meer dan hij verdient. Wat zou daarin veranderen wanneer we ons er meer van bewust zijn dat wij allemaal leven van genade; ik net zo goed als degene die meer of minder heeft dan ik…? De gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard kan ons helpen om er bij ons werk niet alleen aan te denken wat wij er aan het eind van de dag aan overhouden voor onszelf; maar dat we ook hechten aan waarden als rechtvaardigheid en eerlijkheid – zowel in de rol van werkgever als in de positie van werknemer…

Zoals de heer van de wijngaard arbeiders in dienst neemt, roept God ons om verantwoordelijkheid te nemen, om onze bijdrage te leveren aan een vruchtbaar bestaan – daar hoort natuurlijk bij dat we de aarde bewerken, maar daartoe is het niet beperkt; daar hoort ook bij dat we ons iets van Gods goedheid eigen maken, bijvoorbeeld door bij te dragen aan het welzijn van mensen, dat we ons inzetten voor vrede en gerechtigheid, dat we daadwerkelijk leven in verbondenheid met de Schepper. Vruchtbaar dus, zowel in lichamelijk als in geestelijk opzicht.

Het beeld van de wijngaard kun je gebruiken om erop te wijzen dat de aarde erop is gemaakt om vruchten voort te brengen. Daar mogen we om bidden, daar mogen we ons ook voor inspannen in het komende groeiseizoen. Zoals de wijn een symbool is van vreugde – zo hopen wij ook te mogen genieten van de opbrengst van het land, en van de vrucht van onze arbeid. Wat zou het geweldig zijn wanneer mensen die lang aan de kant hebben gestaan, kunnen delen in deze vreugde!

Ideeën voor kinderen en jongeren

Kinderen/jongeren hebben vaak een heel sterk rechtvaardigheidsgevoel en zijn erg gevoelig voor wat eerlijk is. Beschrijf een situatie die overduidelijk niet eerlijk is: stel dat je een zak snoep verdeeld en alle jongens krijgen twee snoepjes, alle meisjes één… Is dat eerlijk? Of alle kinderen met een hoog cijfer krijgen twee snoepjes, en kinderen met een laag cijfer niets… Is dat eerlijk? Is het dan wel eerlijk dat er mensen zijn die honger hebben? Zou God niet willen dat iedereen genoeg krijgt?

Geraadpleegd

A. Mello, Mattheüs de schriftgeleerde, Het Evangelie als Midrasj, Kampen 2002

Jan Swager is predikant van de Gereformeerde Kerk Doornspijk.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken