Menu

Premium

Preekschets Matteüs 21:9

Palmzondag

De talloze mensen die voor hem uit liepen en achter hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hemel!’

  • Bijbelgedeelte: Matteüs 21: 1-11
  • Preektekst: Matteüs 21: 9
  • Thema: Palmpasen

Liturgisch kader

Traditioneel wordt de geschiedenis van de intocht van Jezus in Jeruzalem gelezen met Palmpasen. Opvallend is dat alle evangelisten een intochtsverhaal hebben, al zijn de intochtsverhalen wel wat verschillend. Bij de synoptische evangeliën is die intocht aan het begin van de laatste week van Jezus’ leven voor zijn kruisiging, maar bij Johannes is het hele verhaal ingekaderd in een totaal lijdensverhaal, dat al begint bij Johannes 11, de dood en opwekking van Lazarus, een pre-Pasenverhaal.

In Mattheüs wordt het verhaal voorafgegaan door de genezing van twee blinden en de vraag wie de grootste is in het Koninkrijk. Het wordt gevolgd door de uitdrijving van de handelaren uit de tempel.

Palmpasen wordt wel gezien als een vóórfeest van Pasen, een voorteken van de overwinning van de Vredevorst. Maar Hill merkt op, dat dit wel speculatief is: het verhaal moet vanuit een Joodse context worden begrepen. Hij geeft daarvoor verschillende redenen:

  1. De expliciete verwijzing naar Jesaja 62:11 en Zacharia 9:9.
  2. Het feit dat Jezus de stad nadert vanuit het Oosten langs de Olijfberg: een berg die eschatologische betekenis heeft: vergelijk Zacharia 14:4: ‘Staan zullen zijn voeten (i.e. van de ENE) te dien dage op de Olijfberg, die in het zicht van Jeruzalem ligt ten Oosten, en splijten zal de Olijfberg op zijn helften.’ Vergelijk naast Hill ook Mello.
  3. Het teken van de ezel als teken van nederigheid lijkt me vergezocht: ezels waren al voor de tijd van Jezus lastdieren voor het gewone werk en voor een gewone ‘middenstand’, paarden waren voor Romeinse heersers en waren al in het Eerste Testament symbool van oorlog, dit in tegenstelling tot Jezus die als Vredevorst wordt geduid. De suggestie van Hill snijdt daarom hout: het volk verwacht een vorst en zo wordt de Heer in eerste instantie ook zo geëerd, maar de Heer komt niet op een vorstelijk rijdier. En dat hebben de mensen onmiddellijk in verband gebracht met de profetieën uit Zacharia.

Uitleg

Vers 1
.. και οτε ηγγισαν (aorist!) εισ Ιεροσολομα .. ‘..en toen ze Jeruzalem naderden..’ Het werkwoord ‘naderen’ is een werkwoord met een dynamische zeggingskracht hier: niet alleen de locatie is dichtbij, ook de vervulling van profetieën. De Olijfberg was de eerste plek met volledig zicht op de Stad, als iemand vanuit Jericho naar Jeruzalem reisde.

‘.. Jezus zond zijn discipelen ..’ In het Griekse ‘apostellei’ is het woord ‘apostel’ al te horen: ze worden gezonden in het volbrengen van de woorden van de Heer, overeenkomstig de woorden van Jesaja en Zacharia. Opvallend is dat de andere uitleggers hier niets over zeggen.

Vers 2
.. πορευεσθε εισ των κωμην .. ευθυσ .. ονον .. και πωλον μετ αυτμσ (vrouwelijk), λυσαντεσ, αγαγετε μοι. Let op de bevelvorm: ‘Ga heen ..’ Het werkwoord komt ook voor bij het uitgezonden worden van de apostelen in de wereld in Matteüs 28:19. De ezelin en haar jong moeten losgemaakt worden en naar de Heer gebracht worden.

Vers 3
και εαν ερειτε οτι ο κυριοσ αυτων χρειαν εχει .. ευθυσ δε αποστελει αυτουσ. Ook hier weer een bevelvorm .. ερειτε .. ‘jullie zullen zeggen .. ‘ Opvallende is dat het futurum .. αποστελει .. hier weer voorkomt: de eigenaar zal ze zenden (ten teken van het vervullen van de opdracht). Matteüs is de evangelist van de vervulling van de Schriften, het Eerste Testament. Volgens hem is ‘αποστελλω’ één van de kernwoorden, die te maken heeft met de vervulling van de Schrift, die op het punt staat te geschieden. Iedereen en alles werkt aan die vervulling mee.

Vers 4
De werkwoorden γεγομεν (is geschied) en πληρωθη (zou worden vervuld) benadrukken die vervulling van de profetie nog eens. Die hele binnenkomst in Jeruzalem staat in het kader van profetie. Jezus rijdt niet op paarden maar op een ezel de stad binnen. Zacharia 9: 9: … op een ezel, op een veulen, het jong van een ezelin. Het lijkt mij toe, dat het gebruikte citaat gewoon een verschrijving is van de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst. Ik zie niet in waarom Bijbelse woorden dermate heilig zouden zijn, dat er niet ‘verschreven’ zou kunnen worden. Hooguit is er een stilistisch verband: Matteüs werkt heel graag met het getal twee, want op het getuigenis van twee zal een zaak vast staan, volgens de Thora. De meeste commentaren leggen overigens ook dat verband.

De nadruk ligt bij Matteüs op het feit, dat die vorst ‘πραυσ’ is, nederig. Zijn uitstraling is niet die van een grootvorst, maar van zachtmoedigheid, heel anders dan het gebruikelijk leiderschap in die tijd. Toch wordt hem de eer bewezen van een grootvorst: takken op de weg, kleden op het rijdier en op de weg voor Hem (vers 5 – 7). De Koning hoeft niet op een kaal lastdier te zitten en de weg wordt versierd voor Hem. Sommige uitleggers leggen een verband met het Loofhuttenfeest; maar gezien het feit dat dit verhaal kort voor het lijden van de Heer is geplaatst in de cyclus van Pasen moet dit toch m.i. betwijfeld worden. Onmogelijk is het niet, wanneer Mattheus als een soort redacteur van rondgaande verhalen over Jezus wordt gezien, die hij op eigen wijze groepeert rondom zaken die hij belangrijk vindt (Koninkrijk der hemelen op aarde zichtbaar in de persoon van de Heer).

Vers 5.
De term θυγατρι Ζιον komt uit Jesaja 62: ‘Jubel, gij dochter van Sion ..’ Een juichen vanwege het einde van de ballingschap en eerherstel voor de stad Jeruzalem als de stad waar de Heer woont. Het binnenrijden in die stad gaat grootscheeps: ο δε πλειστοσ οχλοσ .. letterlijk: de grootste menigte mensen .. De roep ‘Hosanna’ mag dan een lofprijzing lijken, letterlijk is het ook een roep om hulp geweest. Bij Mattheüs altijd minder politiek geladen en eerder: een menigte vermoeid en belast (vergelijk hiervoor ook de thematiek in Matteüs 6 en 7 in de Bergrede). Hij wordt gezien in de lijn van David (Zoon van David), met profetische waardigheid en koninklijke eer waardig ( .. προφητησ Ιησουσ). Iemand die blinden geneest bij Jericho, doden opwekt en zieken geneest is iemand in de lijn van koningen en profeten.

Mello wijst op een mogelijk verband met de Psalmen van Salomo, een apocrief geschrift: ‘Hij zal zijn hoop niet vestigen op paard, ruiter en boog .. Hij zal geen leger bijeenroepen als steun in dagen van oorlog’. Belangrijker voor Mello is het verband met Pesach: de door Mattheus geciteerde Psalmen 118 is te zien als een processiepsalm waarbij takken aaneen worden geregen tot aan de hoorns van het altaar. Onderweg naar Jeruzalem, onderweg naar het altaar! En Psalmen 118 is één van de Hallelpsalmen die onderweg naar het Pesachfeest te Jeruzalem werden gezongen. De term Hosanna komt uit Psalmen 118: 25: ‘Ach, Ene, breng toch bevrijding.’ (Hosji-ana). Pas in het kader van de feesten werd het ook een lofprijzing. Is het een wonder dat ‘heel Jeruzalem  .. εισ Ιερυσαλεμα εσεισθη πασα η πολιν .. met andere woorden de inwoners van Jeruzalem geschokt waren bij het zien van deze vorst die als Zoon van David werd aangeduid en daarmee een Messiaanse betekenis had gekregen van de menigten die met Hem waren meegetrokken?

Aanwijzingen voor de prediking

Van belang lijkt mij om de geschiedenis te schetsen in de lijn van Pesach, ondanks de mogelijke elementen van het Loofhuttenfeest in het verhaal. Het is dan mijns inziens ook niet te ver gezocht, dat men in deze Mens iemand heeft gezien, die Israël zou regeren in de lijn van David, die immers ook al symbolisch was geworden voor een rijk van recht en vrede, een man naar Gods hart. Jezus wordt, met al de tekenen die Hij deed, als iemand die begunstigd werd door de Here God, getekend als potentiële Messias in die lijn. De menigte noemen Hem niet voor niets een profeet en Zoon van David. Let ook op de verbinding met Jehu en Salomo, tegenover Absalom. Het is ook een inleiding tot het slotakkoord van het lijden van de Heer.

Liturgisch idee: bij het uitgaan van de kerk langs het kruis lopen om zich voor te bereiden op deze heilige week.

Opvallend is ook het kenmerk ‘nederig’ (πραυσ). Niet de grote bek, maar het ruime hart telt. In dat spoor staat de Messiaanse gemeente met de boodschap van Pasen: lijden en opstanding ineen. Niet door macht, noch door geweld, maar door mijn Geest ..

Aanwijzingen voor de liturgie

Liederen:

  • Psalm 118, ook Psalm 24 is heel geschikt. Prachtige variaties zijn Verzameld Liedboek Ps. 24 (1) en (2), met cantorij en gemeente Psalm 118, ook in Verzameld Liedboek.
  • Liedboek Zingen en Bidden in huis en kerk 2013, 551 – 556, (vooral LB 553, dat nauw aansluit bij Matteüs 21).
  • Opwekking 100 (Engelstalig), 240, 298. Het laatste lied is heel geschikt voor een Palmpaasstokoptocht: van buiten de kerk de kerk in door en met de kinderen.
  • Liefste lied van Overzee deel 2: nr. 8 en 16
  • Gezangen voor Liturgie 525
  • Antifoon: Hosanna-antifoon Oud Katholiek Gezangboek nummer 389 (Gregoriaans), Luthers: Antifonen blz. 27 bij Palmarum, Liedboek Zingen en Bidden in huis en kerk 2013, 535g e.a.
  • Hemelhoog 190: geschikt voor cantorij met band, HemelHoog 174, 195, zie opmerking bij Opwekking 298

Kunst:

Blanchard heeft prachtige lijdenstaties geschilderd en in deze tijd geplaatst (pagina van Kittredge Cherry: https://www.passionofchristbook.com/paintings.html). Meer traditionele werken: o.a. Rembrandt e.a. schilders of beeldhouwers. Palmpasen is zelfs verfilmd en in musicals verwerkt (Jesus Christ Superstar, hier wel goed selecteren).

Geraadpleegde literatuur

  • A. Mello, Mattheüs, Kampen 2002
  • D. Hill, The Gospel of Matthew, London 1972
  • Diverse internetcommentaren:  Perikopen.de, een Duitse katholieke site en Bijbelvertalingen (NBV, NB, HSV, SV, NIV)
  • Bauer and Gingrich: Lexicon of the Greek NT e.a. woordenboeken en vertaalhulpen.

Johan Lotterman is gepensioneerd voorganger van de Vrije Evangelische Gemeente Beverwijk en van Luthers Zeist.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken