Menu

Premium

Preekschets Matteüs 2:2 – Kerst

Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden?’

Kernvers: Matteüs 2,2
Pericoop: Matteüs 2,1-18
Thema: Waar is de koning?

Liturgisch kader

De gemeente verwacht op deze zondag eigenlijk Lucas 2, maar ter afwisseling is ook Matteüs 2 wel mogelijk. De kerstdienst brengt veel randkerkelijken nog naar de dienst.

Liederen

  • In de stad van koning David (weerklank 127)

  • Geef, Heer, de koning uwe rechten (psalm 72:1,5,6)

  • Hoor, de englen zingen de eer (liedboek voor de kerken 135)

Uitleg

Matteüs omkranst de geboorte van Christus met zijn verhaal van de aanbidding door de magiërs, als tegenspelers van koning Herodes, die overgaat tot de kindermoord te Bethlehem. Het verhaal is niet goed historisch verenigbaar met de gegevens bij Lukas en heeft kennelijk een meer theologische dan informatieve strekking. De grote thema’s van het Matteüs-evangelie worden hier in de proloog reeds op pregnante wijze aangekondigd.

Centraal staat daarbij de thematiek van het koningschap. De boog van die thematiek spant vanaf hoofdstuk 1 (de Davidische afkomst) via de gelijkenissen van het koninkrijk en via de bespotting en het opschrift boven het kruis (‘Dit is Jezus, de koning van de Joden’, 27,37) tot aan de opstanding en verheerlijking, die gezien kan worden als de daadwerkelijke troonsbestijging (zoals bij Lucas de hemelvaart) van Christus (‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde’, 28,18).

Een tweede thema, hier sterk mee verweven, is dat van de tegenstelling tussen aanvaarding en verwerping. Zoals Herodes, de spin in het web van de macht, het kind wil doden, zo zal Jezus uiteindelijk ook gedood worden door de macht. Maar zoals de Magiërs, door God zelf opgehaald uit onbekende verten, het kind aanbidden, zo zal Jezus uiteindelijk ook aanbeden worden tot aan de einden der aarde.

De ‘magiër’ is geen goochelaar zoals Hans Klok maar een hoog aangezien persoon, die is doorgedrongen in de geheimen van het leven: bekend met ziekten, problemen, kennis, offers en beloften. In de beeldtaal van de ster herneemt Matteüs waarschijnlijk de oude profetie van Bileam, die ook uit het oosten kwam en die ook, net als de magiërs, zonder dat hij zelf begreep hoe naar de God van Israël werd toegetrokken. Numeri 24,17: ‘Wat ik zie is niet in het heden, wat ik waarneem is niet nabij. Een ster komt op uit Jakob, een scepter uit Israël.’

Aanwijzingen voor de prediking

Het verhaal leent zich voor een narratieve benadering, waarbij de hoorders meegenomen worden in het verhaal. Maar dan zal de gemeente wel eerst in contact moeten worden gebracht met het menstype van de magiër. Zulke mensen zijn er vandaag de dag immers niet zoveel meer, nu de plaats van de oude en wijze mens, die de kennis in zichzelf samenvat, is ingevuld door Wikipedia en Google.

Dat verlies aan savoir vivre wordt inmiddels ook wel steeds breder onderkend. De preek zou daarbij kunnen aansluiten, door de magiër voor te stellen als een optimum van de menselijke mogelijkheid om levensvragen te stellen: Mensen die niet meedoen in de snelle shows op TV, maar die ’s avonds in hun achtertuin omhoog kijken naar de sterren. Zonder tablet, zonder mobieltje. Om op zich in te laten werken wat het betekent, dat wij mensen er zijn, dat we bestaan, geboren worden en op een dag moeten sterven.

De magiërs blijken op zoek te zijn naar een koning, die is aangekondigd door een ster. Die notie van een zoektocht biedt veel identificatiemogelijkheden. Zijn we niet allemaal op zoek naar een ‘koning’? Wat staat er aan het ‘hoofd’ van het leven van de hoorders? Wat is de top van de piramide? De preek kan hier wellicht helpen om de bewust of onbewust aangehouden hiërarchie van waarden en doelen te verhelderen.

Daarbij moet dan wel de postmoderne context worden verdisconteerd, dat de tijd van grote verhalen en machtige perspectieven die, inderdaad, ‘koninklijk’ en met gezag invloed uitoefenden, voorbij is. De overgave aan principes en idealen is in de vorige eeuw beschaamd en geoordeeld. Het neoliberalisme heeft vervolgens ‘gij zult genieten’ tot het eerste gebod verheven, waardoor de passie is uitgeput. De enige ‘koning’ die we nog min of meer aanbidden is de eigen begeerte.

Als de hoorders in die zin onrustig zijn gemaakt, kan de preek hen meenemen in het verhaal van de wijzen en hen met hen tot de aanbidding voeren. De sterrenhemel die voor de magiërs altijd een gesloten geheimschrift was geweest, gaat open en wijst de weg naar Israël. Het doel blijkt niet Jeruzalem (de ‘hoofdstad’ waar de magiërs en ook de hoorders hun koning van nature het eerste zouden zoeken), maar een enkel eenvoudig onderkomen.

Wanneer ze daar aankomen, kloppen ze in feite op de deur van het geheim van het leven. Binnengekomen worden de ideeën van de macht en de wijsheid van de wereld doorbroken door de onmacht en dwaasheid van het kind (vgl. 1 Korintiërs 1). De wijsheid van de wijzen valt weg en ze vallen op hun knieën in aanbidding. Hier kan de preek helemaal opengaan in de lof op het omgekeerde, goddelijke koningschap van Jezus Christus: hij is geen koning zoals de top van de piramide en niet gekomen om gediend te worden, maar gekomen om te dienen. Het ene kind Jezus draagt hèn. Bij deze koning zijn de onderdanen geen middel, maar doel.

De meeste hoorders zijn oorspronkelijk ook heidenen; mensen die op hun best, wanneer ze niet verdoofd zijn door entertainment, naar de sterren staren en zeggen: ‘Ik weet het niet’. Die iets zoeken, een koning, om voor te leven, om te dienen en te volgen. Maar de preek (en het woord zelf) schijnt als een licht en is als een ster die stilstaat boven Bethlehem en het kind dat daar geboren is. De koning der Joden, die gekomen is om te dienen. Met kerst kijkt het kind Jezus ons aan en stelt ons de vraag: Waar is jouw koning? Mag ik jou dienen?

De magiërs gaan terug naar huis. Dat biedt gelegenheid om ook de hoorders, die straks weer naar huis gaan, nog iets mee te geven. Dat zou kunnen door iets te suggereren van de thuiskomst van de magiërs. ‘Vanaf die dag keken ze anders naar de sterren.’ Veel van hun oude wijsheid en magie was gebroken. Toen het kind werd geboren, zijn zij zelf gestorven.

Voor kinderen en jongeren

De magiërs spreken op zich al sterk tot de verbeelding, maar het zou natuurlijk mooi zijn om kinderen en jongeren iets te laten voelen van de betovering van de nachtelijke sterrenhemel. De preek mag hen best uitdagen om tablet en telefoon eens weg te leggen en de sterren eens de tijd te geven om verwondering te laten rijpen. Maar dan ontstaat nog slechts de vráág naar God. Het antwoord is daar niet te vinden.

Literatuur

De laatste zin van de aanwijzingen voor de prediking is ontleend aan de strekking van het beroemde gedicht The Journey Of the Magi door T.S. Eliot (1888-1965). Het begin van het gedicht beschrijft, vanuit het perspectief van een van de magiërs, de ontberingen van de reis. De ontmoeting bij de aankomst zelf houdt hij geheim: ‘it was (you might say) satisfactory’. Tot slot volgt dan een terugblik op de betekenis van de reis:

All this was a long time ago, I remember,
And I would do it again, but set down
This set down
This: were we led all that way for
Birth or Death? There was a Birth, certainly
We had evidence and no doubt. I had seen birth and death,
But had thought they were different; this Birth was
Hard and bitter agony for us, like Death, our death.
We returned to our places, these Kingdoms,
But no longer at ease here, in the old dispensation,
With an alien people clutching their gods.
I should be glad of another death.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken