Menu

Premium

Preekschets Openbaring 1:5a – Pasen

Openbaring 1:5a

Pasen

Jezus Christus, de betrouwbare getuige, de eerstgeborene van de doden, de heerser over de vorsten van de aarde.

Schriftlezing: Openbaring 1:4-8

Het eigene van de zondag

Op de dag van de opstanding staat Jezus Christus centraal: wie is Hij? Ter voorkoming van een plichtmatig herkauwen van de berichten uit de Evangeliën met betrekking tot de opstanding, mag er aandacht zijn voor een perspectief dat de grenzen van de tijd overstijgt.

De Heer is opgestaan. Dat markeert Pasen en dat vieren en gedenken wij. Op wat er te vieren valt, biedt Johannes zicht in de openbaring die hem ten deel viel.

Uitleg

Deze perikoop opent als een brief met stijlkenmerken die bekend zijn uit de brieven van Paulus. Hoewel het boek verder geen briefvorm heeft, vormt deze opening met de afsluiting in 22:20, 21 een inclusie welke een raamwerk laat zien voor de brieven aan de zeven gemeenten en de visioenen die tezamen als een ‘brief aan de vervolgde gemeente/kerk is te lezen. Genade en vrede zijn onontbeerlijk in omstandigheden van vervolging. Het raamwerk maakt de briefopening inzichtelijk.

De perikoop bestaat uit een zegen (vs. 4-5a) die betrekking heeft op de tegenwoordige tijd, een lofprijzing waarin teruggeblikt wordt (vs. 5b-6), een profetische spreuk (vs. 7) met het oog op de toekomst. Vers 8 is vergelijkbaar met een zegel dat een oorkonde rechtsgeldig maakt en grijpt terug op vers 4 met de titel voor God (die is, die was en die komt).

Vers 4 toont de voorliefde voor het getal zeven in Openbaring dat veelvuldig aanwezig is. Verschil van inzicht bestaat er over de betekenis die het getal heeft. Een minderheid van de uitleggers legt het getal uit als een verwijzing naar een goddelijke oorsprong, omdat zeven een getal is met kosmische betekenis en derhalve te associëren is met hemelse werkelijkheden. Een meerderheid ziet het getal als een aanduiding van totaliteit en universaliteit. De zeven gemeenten vertegenwoordigen de universele kerk, zoals de zeven zegels, bazuinen en offerschalen verwijzen naar een universeel oordeel. Dit verschil in visie werkt door in de betekenis die gehecht wordt aan ‘de zeven geesten’: zeven aartsengelen (komt voor in Qumran) of de heilige Geest waarbij ‘zeven’ verwijst naar de veelvoudige werking (vgl. Jes. 11:2v [lxx]). Wie opteert voor de heilige Geest als uitleg ziet een trinitarische reeks verschijnen. Afhankelijk van een vroege(re) of late(re) datering is het voorkomen van een trinitarische formulering meer of minder waarschijnlijk. De combinatie van zeven gemeenten en zeven geesten maakt in het licht van het vervolg de opvatting dat het om zeven engelen gaat waarschijnlijk, namelijk de herhaalde opdracht: Schrijf aan de engel van de gemeente.

De opmerkelijke titel voor God (met alle grammaticale problemen) is een expressieve weergave van de Godsopenbaring in Exodus 3:14. De Umwelt kent enkele parallellen met als opmerkelijk verschil dat Openbaring spreekt van een God die komt en niet van een God die zal zijn. De God van de Bijbel is dynamisch. Vers 7 schildert Jezus Christus op vergelijkbare wijze met een gecombineerd citaat (Dan. 7:13 en Zach. 12:10, vgl. Mat. 24:30). Het komen van Christus is een proces dat door de gehele geschiedenis heen plaatsvindt. Hiermee is het hoofdthema van Openbaring aangeduid; het perspectivische punt waar alles op gericht is. Zo heeft de gemeente de toekomst voortdurend voor ogen en verwacht die alle dagen. De zogenoemde wederkomst is feitelijk de laatste komst die het proces van komen afsluit. De jongste dag is het Paasfeest van de kosmos. Vers 5a tekent Jezus Christus (vgl. Ps. 89:28, 38) in zijn sterven, opstaan en verhoogd worden en trekt de lijn van Pasen (waarvan de Evangeliën berichten) naar de jongste dag waardoor de opstanding een permanente actualiteit ontvangt: elke zondag is een Paasdag. De doxologie in vers 5b-6 is geadresseerd aan Christus – wat uitzonderlijk is – en wijst vooruit op de centrale plaats van het lam in Openbaring. De ‘prijs’ van Pasen wordt gememoreerd: door zijn bloed (vs. 5b), verbonden met een participium aoristus. Een verbinding met Exodus en het paaslam dient zich hiermee aan. De liefde van Christus is uitgedrukt met een participium presens om aan te geven dat dit een voortdurende realiteit is.

Aanwijzingen voor de prediking

Aan de neiging om de opstanding te problematiseren vanwege onze wereldbeschouwing wordt veelvuldig toegegeven. Wie dit doet, kan er niet aan voorbijgaan dat dit een probleem van ons is. Het bijbels getuigenis spreekt onbevangen van de opstanding. In de perikoop uit Openbaring is de opstanding een voorgegeven feit. Deze vormt mede de dragende grond onder de openbaring die Johannes op schrift heeft gesteld. Afhankelijk van de eigen theologische positie kan hierop worden ingegaan.

Wie in de drie dagen van Pasen de omgekeerde route door Openbaring volgt – met eventueel nog een viering of bijeenkomst op Stille Zaterdag – doet er goed aan om de perikoop enigszins in te leiden voor hen die ervoor gekozen hebben om alleen het hoge feest van Pasen mee te vieren. Hierbij wordt erop gelet dat het geen herhaling van Witte Donderdag wordt, maar ook geen te korte inleiding die niet voldoende inzicht verschaft. Het troost- en bemoedigingskarakter van Openbaring schept ruimte voor vreugde om te vieren. Aangezien het in dit geval de viering van Pasen betreft, bepaalt dat ons bij de persoon Jezus Christus en wat van hem gezegd wordt in de tekst voor de preek en de onmiddellijke context.

Ter inleiding op de tekst voor de preek kan uiteengezet worden dat de auteur een briefstijl hanteert. Op deze wijze komen de hoorders in beeld als geadresseerden. Dit in afgeleide zin weliswaar, daar tijd en situatie anders zijn dan die van de oorspronkelijke geadresseerden, maar desalniettemin mensen die worden aangesproken.

In deze dienst en preek valt de aandacht op dat deel van de aanhef waarin van Jezus Christus wordt gesproken. Aanduiding van het verschil in lengte binnen de aanhef met betrekking tot de onderscheiden personen maakt de vooraanstaande plaats van Jezus Christus helder. Ter vergelijking kan gewezen worden op de aanhef van andere brieven, bijvoorbeeld die van Paulus waarin de lengte van beschrijving van de onderscheiden personen veel meer in balans is.

Bij het aan de orde stellen van de tekst voor de preek kan vanuit de verzen 5 en 6, die Jezus Christus tekenen, een verwijzing naar Goede Vrijdag (die ons van onze zonden heeft bevrijd [aoristus] door zijn bloed) en Witte Donderdag (die een koninkrijk uit ons gevormd heeft en ons heeft gemaakt tot priesters) plaatsvinden. Op deze manier komt de samenhang van de drie dagen van Pasen tot zijn recht.

De tekst voor de preek biedt de mogelijkheid om Jezus Christus en Pasen dicht bij de hoorders te brengen. De volgorde waarin de drie aanduidingen ter sprake komen, kan gekozen worden op grond van het accent dat men wil plaatsen. Wie nadruk wil leggen op Jezus Christus als eerstgeborene van de doden in relatie met Pasen als feest van de opstanding van de Heer, kan deze als laatste bespreken. Eigentijdse voorbeelden van betrouwbare getuigen tegenover onbetrouwbare getuigen zijn voldoende aanwezig, zowel fictief als reëel. Dit om duidelijk te maken waarom de betrouwbaarheid van de getuige voor geadresseerden van belang is. Dat Jezus Christus de heerser over de vorsten van de aarde is, grijpt vanuit het gedenken van de opstanding vooruit op de verhoging die voor de geadresseerden (en ons dus) reeds werkelijkheid is. De cyclus van het kerkelijk jaar in de liturgie en de lineaire gang van de (heils)geschiedenis vallen niet samen. Enige bewustmaking van dit verschil werkt waarschijnlijk verhelderend.

Zo heeft de opstanding betekenis en actualiteit voor gelovigen: ter vertroosting en bemoediging en tot vreugde. Zijn opstanding is niet enkel een geïsoleerde historische gebeurtenis, maar een gebeuren met kosmische reikwijdte. Beelden om deze onmetelijkheid te tekenen zijn voor kijkers van Discovery Channel en National Geographic geen Fremdkörper in hun leefwereld en daarmee kan teruggegrepen worden op het begin van de preek.

Liturgische aanwijzingen

Openbaring kent vele verwijzingen naar het Oude Testament en intertestamentaire literatuur: als lezing bijvoorbeeld Psalm 89:20-38 (of relevante verzen daaruit, zie de uitleg). Wie de narratieve beschrijving van de opstanding een plaats wil geven kan voor Johannes kiezen als begrijpelijke keuze.

Van de gezangen voor Pasen is te denken aan 216:2 en 221; verder Psalm 72:4, 5, 6 en 89:5, 6, 7, 16.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken