Menu

Premium

Preekschets Prediker 1:2

Tweede zondag van de herfst

Prediker 1:2

Lucht en leegte, zegt Prediker,
lucht en leegte, alles is leegte.

Schriftlezing: Prediker 1:1-11

Het eigene van de zondag

In de herfst keert ook de kerk zich vaak wat naar binnen. Pinksteren is inmiddels ver weg, we maken de overgang naar Advent. De lezingen uit Prediker op deze zondag en op zondag 9 oktober stralen eveneens een herfstig gevoel uit. Wat is de zin van het bestaan? Net als de natuur lijkt het leven van mensen in kringetjes rond te lopen. Gaat het eigenlijk wel ergens heen, loopt het ergens op uit?

In de synagoge is Prediker de feestrol voor het loofhuttenfeest, dat later in oktober gevierd wordt.

Uitleg

In het eerste hoofdstuk van zijn boek lijkt de Prediker de wereld vanuit een soort helikopterview te beschrijven. Van een afstand ziet hij hoe de wereld doordraait, schijnbaar zonder doel of richting. De kringloop van de seizoenen wordt door Prediker gebruikt als een beeld voor de kringloop van het leven. Hoezeer de mens ook ergens naartoe wil werken, het is maar de vraag of hij werkelijk ergens komt.

Het beeld dat Prediker schetst vertoont verrassende overeenkomsten met de film Koyaanisqatsi, gebaseerd op een mythe van de Hopi-indianen. De film begint met trage natuurbeelden, gemaakt vanuit een vliegtuig, die de schoonheid van de schepping laten zien, nog zonder mensen. Langzamerhand komen er steeds meer mensen; de wereld raakt vol. Overal is haast en verkeer dat geen richting heeft. De beelden worden versneld afgedraaid, en intussen klinkt hypnotiserende muziek van Philip Glass. Alles raast en rent maar door, steeds sneller, schijnbaar zonder doel of richting. Een enkele keer blijft de camera hangen bij een gezicht, iemand die stilstaat in de massa en in de camera kijkt alsof hij ons aankijkt.

Zo iemand zou de Prediker kunnen zijn. Iemand die stil blijft staan, kijkt, en zich afvraagt: waarom, waartoe? We worden geboren en we sterven, het ene geslacht gaat, het andere komt, we werken wat af – maar waarom? Wat bouwen we eigenlijk op? Of bouwen we niets op? Koyaanisqatsi eindigt met chaos. Wat voor Prediker nog een onmogelijke gedachte was, dat wijzelf de aarde kunnen laten ophouden met draaien, door milieuvervuiling of een nucleaire catastrofe, is voor ons wél mogelijk geworden.

Pius Drijvers en Pé Hawinkels noemen Prediker ‘De man op de drempel’ (Job, Prediker. Vertaling door Pius Drijvers en Hawinkels met commentaar en verklarende aantekeningen. Baarn: Ambo 1971.) Voor Prediker dekken de gebruikelijke woorden de realiteit van zijn denken en ervaren niet meer. Hij voorvoelt het andere, hij doorziet de leegheid van zijn eigen taal en woordgebruik, maar hij heeft nog geen nieuwe taal om de heilige waarden van de traditie over te dragen in de nieuwe tijd die aanbreekt.

Dat maakt Prediker zeer actueel. Ook in onze tijd lijken de oude woorden niet meer aan te spreken. Ze zijn voor velen nietszeggend geworden, versleten of hol, maar er zijn nog geen nieuwe woorden. We kunnen goed zeggen wat we niet (meer) geloven, dat alles lucht en leegte is, maar wat dan wel?

In zijn eerste hoofdstuk komt Prediker nog niet verder dan die verzuchting: het gaat en draait maar door, we komen ogen en oren tekort, maar zien we echt wel iets, horen we echt wel iets, gebeurt er echt wel iets?

Maarten den Dulk schrijft over Prediker: ‘Hij zegt dat hij zucht en wat hij zucht zegt hij. Wanneer hij nadenkt over de dingen van het leven blijft hij bewust bij zijn adem. Hij maakt de dingen niet mooier dan ze zijn. Hij benoemt ze met de adem die hij heeft. Daardoor worden voor hem de dingen niet meer dan de adem die hij heeft. Ze blijken zelf niet meer te zijn dan een zucht. Wat is het nu helemaal? Hij filosofeert niet met de hamer, maar met zijn adem. Hij hoort dat “de hele schepping zucht” omdat ze aan vergankelijkheid is onderworpen (Rom. 8:22), en hij zucht zelf mee. Hij kan er geen ander woord voor vinden.’ (Het artikel van Den Dulk, ‘Portret van Prediker’, is elders op PreekWijzer te vinden.)

De man van zuchten – lucht en leegte, hèvel hèvelim die tegelijk ook doorgaat met ademhalen.

Het enige dat blijvend is, in de visie van Prediker, is de aarde zelf. Maar de aarde staat onverschillig ten opzichte van de mensen. Het opgaan van de zon, het waaien van de winden en het stromen der rivieren is niet van de mens afhankelijk. Integendeel, het mensenleven lijkt daar eerder aan onderworpen: het leven lijkt dezelfde gang te gaan.

In het vervolg van zijn boek zoomt Prediker verder op de mensen in, op zoek naar iets blijvends. Dan blijkt het bestaan dubbelzinniger. Hier nog niet. Hier tekent Prediker vooral de vergankelijkheid van het bestaan.

Aanwijzingen voor de prediking

Prediker is zowel een optimist als een pessimist genoemd, een scepticus en een fatalist, een rebel, een atheïst en een nihilist. Hij is beschuldigd van resignatie, maar is ook een zoeker genoemd. Daarnaast is zijn plaats in de bijbel met enige regelmaat betwist: is Prediker wel gelovig genoeg? God wordt in het naar hem genoemde boek maar zelden genoemd.

Prediker heeft daarmee iets van een spiegel: de optimisten zullen hem te pessimistisch vinden, de actievelingen te berustend, enzovoort. Of men vindt juist een bondgenoot in hem: voor de sceptici en de twijfelaars kan het een verademing zijn dat ook dit geluid in de bijbel gehoord wordt.

Bij het luisteren naar de lezing van deze tekst zullen veel van dit soort verschillende reacties naar boven komen. Afhankelijk van hun eigen situatie horen gemeenteleden Prediker verschillend.

Het lijkt mij zinnig om in de prediking vooral met Prediker in gesprek te gaan en te luisteren naar de vragen die hij stelt. Met name de vraag naar de zin en de betekenis van het leven. En om daarbij ook goed te luisteren naar hen voor wie het leven zinloos is, of die er niet in slagen betekenis aan het leven of bepaalde gebeurtenissen te geven. Misschien is het wel nodig door die ervaring van zinloosheid heen te gaan, voor er een nieuwe zin kan groeien.

In onze tijd zou het zomaar gekund hebben dat Prediker pillen voorgeschreven kreeg tegen zijn ‘depressie’ (‘pretpillen’). Maar is hij werkelijk depressief? (En is het zo erg om somber te zijn, mits het natuurlijk geen zware depressie is?) Of heeft Prediker misschien ook gelijk? Hoe belangrijk zijn de dingen waar we ons mee bezighouden? Waarom lopen we ons eigenlijk voortdurend te haasten?

De wat afstandelijke blik van Prediker kan ook relativerend werken: ondanks alles draait de wereld door, gaat het leven verder. Zijn constatering dat het leven nu ook weer niet zo veel voorstelt, kan ook bevrijdend werken: we hoeven niet groots en meeslepend te leven, hoeven geen naam te maken en geen geschiedenis te schrijven.

Prediker heeft weet van de kleinheid, de betrekkelijk van mensen. Prediker zou daarmee gehoord kunnen worden naast Psalm 72 – beide teksten staan op naam van Salomo: ‘Voor kleine mensen is hij bereikbaar, hij geeft hoop aan rechtelozen.’ In deze vertaling van Huub Oosterhuis is dat ‘hij’ dubbelzinnig. Het is zowel God, als de koning die regeert in zijn naam. Beide teksten drukken iets uit van de geheimzinnige – in Prediker bijna letterlijk ‘onnoembare’–- aanwezigheid van God, ondanks alles.

Ideeën voor kinderen en tieners

Voer met de kinderen een gesprekje over naar school gaan: elke dag maar weer naar school, word je daar nou niet vreselijk moe van? De kinderen zullen dat ongetwijfeld herkennen. Maar als je er zo moe van wordt, waarom doe je het dan? En zijn er ook weleens dagen dat je blij van school wordt? Hoe komt dat, waar word je dan blij van?

De kinderen ontdekken zoiets als dat kleine dingen het ‘gewone’ de moeite waard maken.

Liturgische aanwijzingen

De evangelielezing van deze zondag is Lucas 16:19-31, over de rijke man en de arme Lazarus. Indringend wordt ook hier de vraag naar de zin van het bestaan gesteld: het leven van Lazarus lijkt zinloos, er is weinig vreugde in te ontdekken. Het leven van de rijke man lijkt zinnig: hij eet en drinkt en geniet van het leven. Maar vervolgens blijkt dat toch net even anders te liggen.

Liederen

  • NLB 720, 797, 807

  • ZG 5:15, ‘Wat brengt een mens het zwoegen op?’ en 8:51, ‘Wij aarde onvoltooid’.

Literatuur

Geen.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken