Menu

Premium

Preekschets Psalm 46:8

Zevende zondag van de herfst, Hervormingsdag

Psalm 46:8

De Heer van de hemelse machten is met ons,
onze burcht is de God van Jakob

Schriftlezing: Psalm 46

Het eigene van de zondag

Op deze zondag zal in een aantal kerken vast aandacht besteed worden aan Hervormingsdag, morgen. Her en der echter wordt Hervormingsdag stilletjes overgeslagen. Dat roept de vraag op of we klaar zijn met hervormen, of dat er toch nog steeds weer hervormd moet worden – maar hoe dan? Psalm 46, de psalm waar het Lutherlied op gebaseerd is, lijkt eerder op te roepen tot overgave dan tot verzet.

Uitleg

Psalm 46 bestaat uit twee strofen, de verzen 3-7 en 9-11, omsloten door een refrein, dat in vers 2 als een soort opschrift of thema wordt gebruikt en dan in andere woorden terugkeert in de verzen 8 en 12. Sommige uitleggers hebben gesuggereerd dat in een oorspronkelijke versie na vers 4 nóg een refrein gestaan moet hebben, maar dat doorbreekt het chiasme in de verzen 3-7:

vers 3:de aarde wankelt

vers 4:de zeeën roeren zich

vers 5:de stad van God

vers 6:God in het midden van de stad

vers 7a:volken roeren zich

vers 7b:de aarde siddert

Ook de verzen 9-11 vormen weer een chiasme:

vers 9:kijk wat de Heer op aarde doet

vers 10:de Heer bant het rumoer uit

vers 11: erken God, verheven boven de volken en de aarde

Vers 8 vormt zo het centrum van de psalm en geeft daarmee letterlijk weer dat God ‘in ons midden’ is – en tegelijk, via de herhaling van het refrein in de verzen 2 en 12 het begin en het einde. God omsluit als het ware het aardse rumoer en bevindt zich in het centrum daarvan. Dit wordt nog eens versterkt door de tegenstelling tussen het wankelen en sidderen van de aarde in de verzen 3 en 7b en het werk en de macht van God op aarde in de verzen 9 en 12. Het wankelen van de aarde, dat op haar bewoners als angstwekkend over kan komen, wordt door de psalmist geïnterpreteerd als een teken van Gods aanwezigheid op en macht over de aarde. Met name in de tweede strofe wordt dit uitgewerkt. De macht van de ‘volkeren’ blijkt ondergeschikt aan de macht van God.

Het is echter de vraag of dit gelijksoortige machten zijn. Enerzijds lijkt God zich met enig geweld in de strijd te mengen, met name in vers 10. Anderzijds is er sprake van een ‘schuilplaats’ (vers 2) en schetst met name vers 5 een tamelijk lieflijk beeld: tegenover het kolken en koken van de watervloed in vers 4 staat hier een ‘verblijdende’ rivier, die vermoedelijk rustig stroomt. Een beeld dat associaties oproept met de Tora die is als stromend water (Psalm 1). Gods ‘machtsmiddel’ lijkt bovendien zijn stem te zijn (vers 7, het is mij niet duidelijk waarom de NBV met ‘donderstem’ vertaalt, er staat zoiets als ‘hij geeft zijn stem’).

Ook het intrigerende opschrift ‘bij jonge meisjes’ of ‘op de wijze van de jonge vrouwen’ doet een andere toon vermoeden dan die van macht en geweld. Wat precies de betekenis van dit opschrift is, is onbekend, maar het roept associaties met lichtheid en vrolijkheid op. Als het een aanwijzing is voor de wijs waarop het lied gezongen moet worden, dan zou Psalm 46 waarschijnlijk eerder klinken als de oorspronkelijke, wat dansende melodie van het Lutherlied ‘Een vaste burcht’, dan als de 18e-eeuwse melodie op hele noten van dit lied. Ook de woorden ‘daarom vrezen wij niet’ in vers 3 suggereren een lichte toon.

Het is misschien wat al te christologisch gelezen, maar kan de macht van God niet ook gezien worden als een ‘weerloze overmacht’, als een macht die schuilt in zwakte? De psalm lijkt in ieder geval te willen zeggen dat we de macht aan God moeten laten. Het is geen oproep de wapens ter hand te nemen, integendeel: de Heer bant oorlogen uit, breekt lansen, verbrijzelt bogen, verbrandt wagens in het vuur. Woorden die herinneren aan Jesaja 9. Kort daarvoor is ook bij Jesaja sprake geweest van een ‘jong meisje’ (hetzelfde woord als in het opschrift boven deze psalm) dat zwanger zal worden.

De psalm is vaak eschatologisch gelezen als een lied over de laatste strijd, die door God gewonnen zal worden. Een eschatologische lezing heeft als voordeel dat het aan de vraag waar we dan zien dat God wereldwijd oorlogen uitbant, voorbijgaat. Nu zijn er nog oorlogen, maar ooit… Wanneer de macht van God opgevat wordt als weerloze overmacht, die gestalte krijgt in het horen naar zijn stem, nu al, op dit moment, dan roept dat wel de vraag op: is er al iets te zien van die Godsvrede, ‘niet door kracht of geweld, maar door zijn Geest’?

Aanwijzingen voor de prediking

Hervormingsdag wordt lang niet overal meer gevierd. ‘Een vaste burcht’ wordt nogal eens liever niet gezongen, vanwege de stevige taal ervan. De paus en de Rooms-Katholieke Kerk worden door velen niet langer gezien als ‘vorst van het kwaad’ en ‘aartsvijand’. (Het is overigens de vraag of Luther de paus op het oog had, of de Turken.) Op veel plekken is de relatie met de rooms-katholieke parochie prima – nogal eens beter dan met diverse andere protestantse kerken.

Terugkijkend is de Reformatie bovendien niet alleen een mooi verhaal: de Reformatie ging met bloedige godsdienstoorlogen gepaard en heftige interne twisten. Onze geschiedenis kent zo haar eigen religieuze geweld en ook de beeldenstorm van IS is ons ooit niet vreemd geweest. Wie kerkt in een kerk die ooit is ‘overgenomen’ van de katholieken, kan waarschijnlijk zo aanwijzen waar ooit beelden hebben gestaan of schilderingen zijn geweest.

Dat wij het ooit ook zo hebben gedaan, is echter geen reden het huidige religieuze geweld niet te veroordelen, maar dan wel vanuit het besef dat het ook óns niet vreemd is geweest. Wij staan daar niet boven. We veroordelen niet vanuit een moreel superieur standpunt, maar als mensen die – hopelijk – van hun geschiedenis hebben geleerd. Semper Reformanda, ja, maar niet meer op die manier.

Psalm 46 legt de vraag in ons midden hoe we moeten omgaan met macht en geweld en hoe we God daarmee moeten verbinden. De psalm kan het beeld oproepen van een oorlogszuchtige God, al is het de vraag of dat een juiste interpretatie is. Kan Gods macht opgevat worden als een macht met andere middelen? Zegt deze psalm dat God geweld met geweld beantwoordt, of gaat het vooral om zijn woord dat de ‘machten’ weerspreekt?

En is de kerk vooral een ‘vaste burcht’, een schuilplaats om het einde van de bui in af te wachten, of kan er nu al iets gedaan worden? Wat is de zeggingskracht van het visioen in vers 10? Waar leidt het toe?

Die vaste burcht wordt gemakkelijk een ivoren toren, van waaruit naar anderen ‘staak de strijd’ geroepen wordt. Maar in de psalm is die burcht wellicht eerder een plek waar geloof en vertrouwen gevierd worden, waar de hoop levend wordt gehouden om het leven op aarde vol te houden. De psalm roept vooral op tot vertrouwensvolle overgave aan God en daarmee juist tot het afzien van het geweld, omdat wij in Gods hand zijn.

Ideeën voor kinderen en tieners

Het bekende lied ‘Witte zwanen, zwarte zwanen’ gaat vermoedelijk terug op christelijke motieven. Engeland is Engel-land en de ‘smid in ’t land’ is van oorsprong een timmerman, verwijzend – uiteraard – naar Jezus, die ‘de sleutel maken kan’. De laatste regel: ‘wie achter is, moet voorgaan’, verwijst naar de eersten die de laatsten worden.

Zing en speel het liedje met de kinderen (of met de hele gemeente). Zo gaat het in de kerk: niet het recht van de sterkste geldt, maar het recht van de zwakste. Wie achter is of achterblijft, mag voorgaan.

Liturgische aanwijzingen

De liturgische kleur van Hervormingsdag is rood. De evangelielezing voor zondag 30 oktober is Lucas 19:1-10, over Zacheüs, een lezing die aansluit bij het thema van het kindermoment, de eersten worden de laatsten. Het Dienstboek geeft als evangelielezing voor Hervormingsdag Johannes 2:13-22, de tempelreiniging. Deze lezing legt daarmee echter wel een erg direct verband tussen de Reformatie en de tempelreiniging.

Een passend lied bij Psalm 46, ook geschikt voor kinderen, is ‘Wij hebben een sterke stad’ (NLB 175).

De oude melodie van ‘Een vaste burcht’ staat in de Gezangenbundel ’38. De nieuwe melodie is te vinden in NLB en NB.

Geraadpleegde literatuur

  • Samuel L. Terrien, The Psalms: Strophic Structure and Theological Commentary, Grand Rapids: Eerdmans 2003.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken