Menu

Premium

Preekschets Psalm 90:12 – Oudjaar

Leer ons zo onze dagen tellen, dat wijsheid ons hart vervult.

Schriftlezing: Psalm 90

Het eigene van de oudejaarsdag

Oudejaarsdag mag ons doen beseffen, dat we een jaar des Heren mogen afsluiten.
Dus niet alleen een jaar met aandacht voor het eigen netto-inkomen, de oorlog in Syrië, de verkiezingen voor een president van de Verenigde Staten van Amerika. Het is een jaar van Gods genade, waarin geloof en beleving vanuit het geloof door de stimulerende werking van de Geest van God onvermoede kansen heeft gekregen.

We leggen het jaar voor Gods aangezicht en vragen eenvoudig: ‘Heer, het werk van onze handen, bevestig dat’. In allerlei kranten staan jaaroverzichten en daaruit kan iets actueels gekozen worden om tegen het licht te houden. Vooral het punt van de genade is belangrijk. Gods oordeel is een genadig oordeel. Daarom vraagt Mozes in psalm 90: laat ons uw genade zien, Heer, onze God.

Uitleg

Psalm 90 is bekend geworden als een oudejaarspsalm. Daar is die psalm niet voor bedoeld, maar wel voor geschikt. De psalm is een aanspraak: niet praten over God, maar praten tegen God.

Vers 1

  • In Israël is men Bijbels gezien geneigd om het hart uit te storten voor God. Men redeneert niet over God, men stort het hart uit. In een lofprijzing of in een klaagzang. En in Psalm 90 komt alles bij elkaar: het klagen, het hopen en verwachten en het dankbaar zijn.

  • Een Toevlucht is de Heer. Dat gaat over veiligheid. Een belangrijk thema in onze dagen, die veiligheid. Asielzoekers zijn onderweg naar veiligheid. De angst voor terreur is opnieuw opgelaaid na aanslagen, ook in West-Europa.

  • Mozes noemt de Heer in een krachtig beeld: een Toevlucht. In andere psalmen wordt het beeld gebruikt van een Rots en een Burcht. Het beeld van de toevlucht past in de sfeer van Mozes’ afscheidstoespraak: Van oudsher is God een schuilplaats, zijn armen dragen u voor eeuwig (Deuteronomium 33: 27).

  • Van geslacht op geslacht geeft aan, dat God zijn verbond onderhoudt tot in het duizendste geslacht (vgl. de Tien Woorden, Exodus 20).

Vers 2
U bent van eeuwigheid tot eeuwigheid. God is geen verleden tijd en dat wordt Hij ook nooit.

Vers 3 en 4
Terugkeren tot stof. Het is de realiteit (vgl. Psalm 103:15,16 en Jesaja 6,7). Ieder jaar kijken we rond Oudejaarsdag terug naar wie ons dit jaar ontvallen zijn. Psalm 90 voegt daaraan toe, dat God zegt:
’keer terug’. Het geloof mag leven met de werkelijkheid, dat God ons dan ook welkom heet en gastvrij ontvangt. Leven na dit leven is een leven dat ook geleefd mag worden.

Vers 5,6
Het beeld van het gras krijgt via Jesaja 40:8 aanvulling : dat het woord van God stand houd tot in eeuwigheid. Zo krijgt het reliëf.

Vers 7,8
De toorn van God wordt hier benoemd met een verzengende werking. Die troon wordt gewekt door onze zonde, of we ons dat nu bewust zijn of niet. De zonde wordt voor God geleid als een verdachte persoon voor de rechter. Zo tekent Mozes in deze psalm de spanningsvolle relatie tussen God en mens, waarbij het niet vanzelf goed zit, maar steeds goed gemaakt moet worden. Er moet een uitspraak volgen!

Vers 9,10
De woede van God als dynamiek achter onze levensloop – dat is een moedig beeld. De hartstocht naar recht en gerechtigheid heeft een ongeduldige en stuwende kracht. Die stuwkracht van Godswege kan het bij ons zeventig of tachtig jaar volhouden. Het beste daarvan is nog verre van volmaakt. Zou dat de kiem zijn van openheid naar vervolmaking? Juist omdat de Geest achter die stuwkracht van de genadige en liefdevolle Vader in de hemel komt (zie Mozes in Deuteronomium 32: 6).

Vers 11,12
Mozes borduurt nog even verder op die gedachte van Gods toorn. Hij voelt aan, hoe die vaak onderschat wordt. Dat kan met zich meebrengen, dat de stilling van Gods toorn in het offer van Christus ook minder aandacht en gewicht krijgt in de beleving van het geloof. Juist in dit verband komt de wijsheid in beeld. Tegen de onderschatting de wijsheid in ons hart. Naast een dankbaar hart kun je ook een wijs hart krijgen, terwijl je weet, dat het hart kwetsbaar is. Juist daar komt het gebed van Mozes tot een hoogtepunt. Wat is wijs? Mozes dirigeert onze gedachten over wijs en onwijs in de richting van ontzag voor de kracht van God, waarbij het toornige omgezet kan wordt in geestkracht en stimulans om het goede te bereiken. In deze voedingsbodem ontspringt het gebed.

Aparte aandacht verdient nog het woord ’vervult’. Waar is ons hart vol van? Wie giet de wijsheid in ons hart, zodat ons hart daarmee boordevol raakt? Doen we dat zelf alleen door ons open te stellen, of is God er ook bij om die wijsheid in te gieten? Dat zijn vragen die ons dichter bij Mozes’ bedoeling brengen.

Vers 13-16
Het gebed richt zich nu sterker op de gaven die God wil geven: toe-wending van Godswege, ontferming, liefde, blijdschap. Later zal Paulus deze gaven zien in relatie tot de vrucht van de Geest, die ons op onze beurt in deze richting stimuleren (zie Galaten 5:22,23).

Vers 17
De laatste strofe van dit gebed gaat over de vraag om Gods genade te zien.

Dan moet dus eerst de genade er zijn. Mozes gaat hiervan uit. Maar dan moet je het nog wel ook willen zien. Genade gaat niet over wat je verdient, maar over wat je nodig hebt. En dat belijdt Mozes: laat me uw genade zien. Genade en zegen komen hier heel dichtbij. Want bevestiging van het werk van onze handen is zegenen. Dat vraagt Mozes. Waan de Here God. Je zelf een klopje op de schouder geven kun je zelf wel en dat gebeurt ook vaak. Maar jezelf zegenen kan niet!

Aanwijzingen voor de prediking

We sluiten een jaar af. Er zijn in dat jaar mooie en minder mooie gebeurtenissen geweest. Hoe is de balans? In de boekhouding kennen we het verschil tussen een batig saldo en een negatief saldo. Liefst zie je een batig saldo.

In de prediking zou kunnen aangestuurd worden op dat batige saldo, dat de dankbaarheid het wint van de ontevredenheid. Dat heeft te maken met stemming en gezindheid. Die heb je voor een deel in eigen hand. Want waar je open voor staat is een eigen keuze. En de Geest van God wil dat positieve en dankbare in je doen ontkiemen.

Dankbaar kun je met deze psalm zijn voor het feit, dat God een toevlucht is, dat je altijd bij Hem terecht kunt. Dat Hij betrouwbaar is en geen knollen voor citroenen verkoopt. Dat Hij genadig is en ons niet geeft wat we verdienen, maar wat we nodig hebben: het heil en de verzoening (in Christus).

In de prediking kan ook worden aangesloten bij de behoefte aan veiligheid en misschien zelfs aan geborgenheid. Hoe dat in deze tijd speelt, maar als je het goed beschouwd is dat voor de psalmisten en de profeten in het Oude Testament altijd een punt.

In deze psalm komt de wijsheid heel speciaal aan het licht in verband met de waardering van de toorn van God en de stilling van die toorn, waarbij we Gods belofte rond de komst van Messias mogen betrekken.

De aandacht voor een wijs hart in vers 12 doet denken aan de latere Salomo. Want Salomo vraagt om een opmerkzame geest om recht te kunnen doen aan mensen. Met een horend hart denkt Salomo het onderscheid te kunnen maken tussen recht en onrecht. En de Here God raakt daar enthousiast over (1 Koningen 3). De wijze waarop je een jaar afsluit als Jaar des Heren heeft te maken met dat wijze hart.

Het lied voor oudejaarsdag is: ‘O God, die droeg ons voorgeslacht in nacht en stormgebruis, bewijs ook ons uw trouw en macht, wees eeuwig ons tehuis!’ (LB 397). Daarin komen veiligheid en wijsheid samen!

Dat ons leven is aangelegd op genade en zegen, komt in deze psalm mooi tot klinken. Dat je daar met een rustig hart om vraagt, is voor iedere generatie een uitdaging om dat te doen, te beleven en door te geven aan komende generaties. Want aan Gods zegen is het al gelegen en dankzij Gods zegen wordt het saldo van het jaar positief.

Liturgische aanwijzingen

Of bij de oudejaarsdienst een gesprek met kinderen gebruikelijk is, waag ik te betwijfelen. Maar een gesprek over een schuilplaats in huis en een boomhut en hoe je die beschermt is voor de hand liggend.

Wie graag gebruik maakt van gedichten kan terecht bij dichtbundels van Jaap Zijlstra, Inge Lievaart, Jan Willem Schulte Nordholt, of Nel Benschop om maar enkele namen te noemen. Ook zijn er mooie verzamelbundels, zoals: J. de Gier (red.), Schriftgedichten en R. van den Berg, Brandaan van de christelijke poëzie.

Om te zingen: Psalm 90 (LB/NLB), Psalm 91 (LB/NLB), NLB 90a: 1,2,3,6 en NLB 753

Literatuur

Naast commentaren is het drieluik van G. Th. Rothuizen, Landschap, inspirerend. Tevens de serie besprekingen van H.A. Visser, De psalmen in onze tijd.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken