Menu

None

Preken van Miskotte

In 1982 verscheen het eerste deel van het Verzameld Werk van een van de grootste Nederlandse theologen van de twintigste eeuw, dr. K.H.Miskotte. Met horten en stoten verschenen daarna elf andere delen. Het is de bedoeling dat er nog drie delen verschijnen. In totaal zestien delen, waarvan dan acht herdrukken bevatten van bekend werk en acht een verzameling van moeilijk toegankelijke of niet eerder verschenen stof.

In het deel dat nu is uitgekomen staan alle eerder in boekvorm of als brochure uitgegeven preken vanaf 1927-1970. (Miskotte werd geboren in 1894 en overleed in 1976). De redactie heeft zich grote moeite getroost de preken toegankelijk te maken door in de oudste de spelling en de interpunctie aan te passen, voetnoten te plaatsen om een en ander begrijpelijker te maken en ook goed te kijken naar de bladspiegel en de lay-out. Wat dit laatste betreft viel me op, dat het toch heel veel uitmaakt of je deze veel van je aandacht vragende preken leest vanaf een geel geworden papier met een ons vreemd geworden interpunctie (bijv. veel te veel komma’s) of nu in deze uitgave. Ik zou daarom ieder, die de oude boekjes met preken heeft staan, aanraden toch maar dit deel van het Verzameld Werk te kopen. Je begint weer helemaal fris te lezen.
Een enkele kritische opmerking over de voetnoten. Allereerst, ik heb zeer veel waardering voor de grote ijver, die aan dit notenapparaat ten grondslag ligt en in veel gevallen kan een verduidelijking de moderne lezer ook helpen. Soms vroeg ik me echter af: dit is wel interessant, maar helpt het de lezer verder? Voorbeeld: op blz. 281 het citaat van de bekende Angelus Silesius: ‘Al was Christus duizend maal in Bethlehem geboren, maar niet in uw hart, dan blijft u nog voor eeuwig verloren’. Keurig wordt iets vermeld van het boek, waarin het citaat voorkomt, de letterlijke Duitse tekst van het citaat wordt gegeven etc., maar wat is nu de pointe? Waarom citeert Miskotte dit en doet hij dat wel terecht? Hier ligt een wereld achter van verschil tussen mystiek en bevinding, waar de lezer verder niets over hoort.
Op dezelfde bladzijde wordt een verduidelijking gegeven van de begrippen ‘staat’ en ‘stand’ in de gereformeerde geloofsleer. Maar waar is deze verduidelijking op gebaseerd? Er worden geen bronnen genoemd, zodat ik niet kan zien of het klopt. En volgens mij klopt het helemaal niet. Bovendien is het niet waarschijnlijk, dat Miskotte in deze zin van zijn preek hieraan gedacht heeft. Dit soort verduidelijkingen, die alleen maar nieuwe vragen oproepen hadden er van mij wel wat minder in mogen staan. Ik laat dit nu echter verder rusten en wil nog graag iets schrijven over de vraag waarom deze preken voor ons aan het begin van de eenentwintigste eeuw van grote betekenis kunnen zijn.

Het protestantisme en de preek
Rondom het verschijnsel van de preek is de belangstelling in de protestantse kerken vandaag groot. Daar kunnen we blij mee zijn, maar misschien moeten we allereerst zeggen dat het ook een crisisverschijnsel is. Veel nieuwe bezinning ontstaat meestal wanneer ergens een probleem wordt gevoeld. Bij al het andere wat erover te zeggen valt is voor mij het grootste probleem dit: de identiteit van het protestantisme staat en valt met de overtuiging dat de preek de manier bij uitstek is waarop God het heil in deze werkelijkheid bemiddelt. De reformatie profileerde zich temidden van twee andere stromingen, die tevens twee andere visies op de heilsbemiddeling vertegenwoordigen: het sacramentalisme van Rome en het spiritualisme van de Wederdopers. De drie stromingen zijn er vandaag nog.
Eenvoudig geformuleerd: voor alle christenen, die tot één van de katholieke stromingen behoren (van rooms-katholiek tot oosters-orthodox) gaat het ten diepste om het deelnemen aan de eucharistie. Daar wordt het heil bemiddeld. Voor de doperse bewegingen (van charismatisch tot vele soorten ‘evangelisch’) gaat het ten diepste om het innerlijk aangeraakt worden door de Geest, waardoor het nieuwe leven substantieel wordt gevoed. In dit aangeraakt worden speelt het bevlogen woord van de geestelijke leider ook een rol, maar zeker niet de enige.
De reformatie stelde dat God en zijn heil bemiddeld worden in de prediking van het Woord, de uitleg en de verkondiging. ‘Hoort en uw ziel zal leven’. Al spoedig bleek, dat het niet meeviel dit spoor vast te houden. Het protestantisme werd bedreigd door het rationalisme. En in later tijd weer door het moralisme. Woorden worden verstandelijke concepten of raadgevingen voor het goede leven. Maar woorden als heilsbemiddeling? Dan gaat het in al de woorden om de levende God zelf, dat de hoorders voor zijn aangezicht gesteld worden. Dan gaat het erom, dat de oude woorden van de Bijbel zó opnieuw verteld worden, dat de levende God ons daardoorheen in onze leefwereld van nu tegemoet komt, dat we gelijktijdig worden met het gebeuren in de tijd van de Bijbel, toen mensen Gods handelen in oordeel en genade daadwerkelijk ervoeren.
Wat vraagt dit niet allemaal van de prediker? Dat hij zelf de levende God kent, met Hem wandelt, zodat hij Hem in de Schriften kan herkennen. Dat hij heel bewust leeft in zijn tijd, de context van nu en de context van de Bijbel in elkaar ziet schuiven. Dat hij ervaringen van de hoorders en ervaringen van mensen in de Bijbel eveneens in elkaar ziet schuiven, maar dat hij dat voor de hoorders ook expliciet kan maken.
Omdat dit vaak niet echt lukt, ervaren de hoorders de preek als te verstandelijk en daarom zeker niet als heilsbemiddeling. Of ze worden wel geboeid door een levendige voordracht, pakkende voorbeelden, maar daarmee komen ze ook nog niet echt ‘het heiligdom binnen’ in de nabijheid van God, waar ze begenadigd worden. Ik schrik soms als ik merk, dat mensen een preek mooi vinden, wanneer ze vooral weer gehoord hebben wat ze concreet moeten doen of wanneer heel concreet zonden van de tijd zijn aangewezen. Rationalisme en moralisme waren en zijn de grote bedreigingen van het protestantisme. En degene, die deze bedreigingen wil ontgaan, kiest dan vaak of voor de katholieke of voor de doperse varianten van het christendom. Dat zien wij vandaag volop gebeuren.

Waarom Miskotte?
Wie het toch nog een keer met het concept van de reformatie – de preek als heilsbemiddeling – zou willen wagen, zou bij Miskotte in de leer moeten gaan. Zijn preken staan in de protestantse wereld op een eenzame hoogte wanneer het gaat om de preek als heilsbemiddeling. De preken van Miskotte zijn sacramenteel: altijd weer bidt hij om het wonder dat God zich openbaart, in het diepe besef dat dit genade is. Zo worden de hoorders van meet af betrokken bij het groot geheimenis dat er een sprekende God is, maar nooit vanzelfsprekend, altijd als een God, die uit vrije gunst het zwijgen doorbreekt. En als God dan gaat spreken, dan gaat het niet om een tijdloze boodschap vanuit een geestelijke wereld achter onze wereld, waardoor we loskomen van deze aarde. Nee, dan gaat het juist om een boodschap, die ons in onze aangevochten existentie, in onze wereld vol chaos doet volharden in de hoop, dat het anders wordt, omdat het in de opstanding van Christus definitief anders geworden is.
De preken van Miskotte zijn sacramenteel, actueel, bijbels en bevindelijk. Over elk van deze woorden zou veel te schrijven zijn. Dat kan hier niet. De lezer mag het zelf ontdekken. Wie deze vier woorden als een checklist meeneemt en zo de preken leest, zal steeds heel veel streepjes kunnen zetten.

Nieuwe toegang mogelijk?
In 2002 schreef ik een artikel in Kontekstueel naar aanleiding van de discussie, die in de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt was ontstaan door de uitlatingen van ds. Jasperse (pseudoniem). Ds. Jasperse was goudeerlijk over zijn existentiële twijfel als postmodern mens. Wat staat nog vast? De leer van vroeger niet meer. Maar ook een nieuwe vastheid in religieuze ervaringen kan mij niet bekoren, schreef hij.
Ik heb toen geprobeerd te laten zien waarom voor mij in de preken van Miskotte een antwoord ligt op deze nood. Daarna kreeg ik verschillende reacties waarvan me vooral dit is bijgebleven: wanneer je nooit iets met de traditie waarin Miskotte staat hebt gehad, lukt het eigenlijk na zestig jaar niet goed daar alsnog bij aan te haken. Het is in veel opzichten te moeilijk: de taal, de denkwereld. En bovendien: de aanpak van Miskotte heeft de kerken toch ook niet kunnen redden? Wat is er van zijn erfenis overgebleven in de Protestantse Kerk in Nederland?
Maar, om bij dit laatste te beginnen, we zeggen toch ook niet: we lezen Augustinus maar niet meer, omdat de kerk in Noord-Afrika is verdwenen? Integendeel, er is juist nu weer nieuwe belangstelling voor Augustinus, omdat we zijn vragen opnieuw herkennen. De vragen van Miskotte zijn ook helemaal onze vragen: hoe zullen wij standvastig en vol goede moed zijn in een tijd en een werelddeel, waarin de schaduwen van het nieuwe heidendom langer worden? Hoe zal de preek ons daarbij kunnen helpen?

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken