< Terug

Ruzie

Profeet en conflict

De profetenmantel is geen mantel der liefde. Als profeet maak je volgens Wim Nusselder geen ruzie maar leg je al bestaande conflicten bloot, in woord en daad.

Dat doen profeten omdat ze niet anders kunnen. Omdat God het niet kan aanzien. Omdat de schepping lijdt. Als individu, ingebed in een geloofsgemeenschap. Ze komen in het nieuws. Mensen die in opstand komen tegen onrecht en misstanden. Mensen die de straat op gaan, die hun stem verheffen, die hun pen roeren, die demonstreren, die zelfs blokkeren, bezetten en andere acties uitvoeren.

Profeten zijn eenlingen en voorlopers eerder dan meelopers. Degenen die het tegen wil en dank doen. Omdat ze menen niet anders te kunnen. Omdat ze heilig overtuigd zijn dat het goed fout gaat als er niets verandert. Omdat ze conflicten zien, spanningen die anderen niet zien, waar veel mensen van wegkijken.

De Bijbel noemt ze profeten. Ze refereren aan de waarden van degenen die ze aanspreken en aan dat wat voor de aangesprokenen autoriteit heeft. ‘Zo spreekt de Heer!’ ‘De wetenschap zegt …’ ‘De meerderheid vindt …’ Ze spreken namens God, ‘de wetenschap’, ‘het volk’.

Ecologische ongerechtigheid

Voor mij als Quaker en kerngroeplid van de Klimaatwakers is ecologische ongerechtigheid het fundamentele conflict en belangrijkste spanningsveld van deze tijd. Het omvat het lijden dat we de schepping aandoen met onze levensstijl en ons economisch systeem. Het omvat het lijden dat rijken armen aandoen en machtigen machtelozen. Want zowel armoede als rijkdom en zowel machteloosheid als disproportionele macht dwingen, respectievelijk verleiden, tot verwaarlozing van onze zorg voor de rest van de schepping. Ecologische ongerechtigheid is ingebakken in onze moderne samenleving. Het is systematisch.

Profeten zien conflicten en spanningen waar veel anderen wegkijken

Ongerechtigheid is fundamenteler dan onrecht. Het impliceert naast conflict in onze relaties met medemensen en medeschepselen dat we bovendien tekortschieten als mens. Tekortschieten om ons potentieel waar te maken. Tekortschieten als kroon op de schepping en als medescheppers. Tekortschieten in onze Roeping – met een hoofdletter omdat het om goddelijke roeping gaat – om ons beperkte zelf te overstijgen. Tekortschieten in onze relatie met het goddelijke, met God.

Ongerechtigheid berust op egocentrisme, op de gerichtheid op eigen angst, zorgen, behoeften en begeerte. Ongerechtigheid baart oorlog en geweld: het zozeer voorop stellen van eigen angst en begeerte, dat doden en kwetsen van medemensen legitiem lijkt. Ecologische ongerechtigheid baart ecocide: ontaarding van ‘bewerken en bewaren’ tot exploiteren en uiteindelijk vernietigen van de ecosystemen waarvan we als mensheid afhankelijk zijn.

Ingevingen van liefde en waarheid

Als Quakers houden we elkaar bij tijd en wijle ‘overwegingen en vragen’ voor: het equivalent van een catechismus in andere kerken. De eerste overweging daaruit is om alert te zijn op ingevingen van liefde en waarheid, als vingerwijzingen van God. In onze ‘wijdingsbijeenkomsten’ kan iedere aanwezige spreken die zich daartoe Geroepen voelt. Zo oefenen we ons in het ons openstellen voor die ingevingen, in het onderscheiden daarvan (ook in wat anderen bijdragen) en in het gehoor geven daaraan, in ons hele leven. Een broedplaats voor moderne profeten.

In de Quaker geschiedenis hebben zich veel situaties voorgedaan waarin we ons Geroepen voelden om machthebbers de waarheid aan te zeggen. Als we initiatieven daartoe aan elkaar toetsen, herinneren we elkaar eraan om dat ‘in liefde’ te doen. Quakers staan en stonden dan ook aan de wieg van veel actiegroepen (bijv. Greenpeace) en vernieuwingsbewegingen (bijv. de strijd voor afschaffing van de slavernij).

God heeft mensen nodig

Zonder moderne profeten was de samenleving blijven steken in de inmiddels achterhaalde praktijken van tweeduizend jaar geleden. Vrouwen en slaven werden toen als minderwaardig behandeld. Misdadigers en psychisch afwijkende mensen werden toen mensonwaardig behandeld. Tot relatief recent was er nauwelijks oog voor het desastreuze effect van onze levensstijl en van ons economisch systeem op de rest van de schepping. Er was geen oog voor de beperkte milieugebruiksruimte die de aarde ons biedt, de ongelijke verdeling daarvan en de legitimatie die zowel armen als rijken daaraan ontlenen voor hun gedrag.

We redeneren wonderen tegenwoordig weg met een beroep op wetenschap. God moet zich dus wel kenbaar maken in mensen en menselijkheid. Met name in mensen die ‘meer dan het gewone’ doen en die hun beperkte zelf’ overstijgen. Zelfs wetenschap zetten we als het zo uitkomt weg als ‘ook maar een mening’. Dan telt nog slechts authenticiteit: woorden en symbolische daden die als evident en inherent ‘waar’ overkomen omdat ze afkomstig zijn van mensen en gemeenschappen ‘uit één stuk’.

Gemeenschap adresseren

Moderne profeten en de gemeenschappen waarin ze ingebed zijn, moeten – onvermijdelijke – conflicten kunnen hanteren en verzachten, intern en met de rest van de samenleving. Ook de mantel der liefde is onmisbaar. Een geloofwaardige claim dat je namens God spreekt en handelt, dan wel namens moderne morele autoriteiten, behoeft wortels in coherente moraliteit: in een samenhangend geheel van ethiek en praktijk. Effectiviteit vereist dat die moraliteit weerklank vindt in de wijdere gemeenschap die aangesproken wordt. Profetisch spreken en handelen moet bovendien feilloos de fundamentele conflicten en spanningen in die wijdere gemeenschap adresseren om op de geadresseerden over te komen als evident profetisch.

Als buitenbeentjes moeten profeten in een geloofsgemeenschap ingebed zijn

Moraliteit vereist oefening. Geloofwaardige vertolking daarvan vereist onderscheidingsvermogen van de juiste woorden en symbolische handelingen. Hoezeer profeten ook buitenbeentjes (moeten) zijn om te zien wat anderen nog niet zien, ze moeten óók met één been in een geloofsgemeenschap staan. Waar geloof in God tekortschiet, maakt het plaats voor geloof in wetenschap en in democratie. Waar elk geloof tekortschiet, maakt moraliteit plaats voor cynisme en nihilisme.

Wie eenmaal de conflicten ziet die ingebakken zijn in onze samenleving, kan moeilijk meer wegkijken. Je kunt – en mag – twijfelen of je het goed ziet. Je kunt dat ter toetsing voorleggen aan de gemeenschap waarmee je je identificeert. Voor de meeste Nederlanders, de ontkerkelijkten, is dat tegenwoordig de wetenschap of zijn dat mensen die je in heel diverse verbanden regelmatig tegenkomt, steeds vaker via internet.

Zodra je ziet wat je te doen staat en wat je te zeggen hebt, kun je die Roeping nog slechts volgen of verzaken. Je kunt, mag én moet wel blijven twijfelen in hoeverre die Roeping – onvermijdelijk óók – voortkomt uit eigen angst, zorgen, behoeften en begeerte. Bijsturen en inperken van de manier waarop je je Roeping volgt, blijft nodig. Ook daarvoor heb je een gemeenschap nodig die je geloof deelt.

Wim Nusselder is Quaker en kerngroeplid van de Klimaatwakers. Meer informatie is te lezen op de website van de Quakers en op de website van de Klimaatwakers.

Woord & Dienst 2022, nr. 11: Ruzie

Dit nummer over ruzie gaat eigenlijk over hoe we conflicten kunnen oplossen. Jan de Visser stelt voor om mediation te gebruiken bij ruzie in de kerk. Wim Moehn schrijft over een bezinningsuur als voorbereiding op het avondmaal, dat in de plaats komt van de censura morum. Piet de Jong vermoedt dat Paulus zich in ieder geval met Johannes Marcus verzoend heeft. Profeten komen in opstand vanwege conflicten, onrecht en ongerechtigheid waar anderen van wegkijken, volgens Wim Nusselder. Want als het niet belangrijk was, zou er geen ruzie over gemaakt worden, zei iemand ooit. Zelfs Jezus noemde zijn tegenstanders ‘addergebroed’ (Matteüs 23:33). Soms kunnen vredestichters zich het felste verzetten. Hopelijk leiden de bijdragen in dit nummer toch meer tot verzoening dan tot ruzie.

< Terug