Sanders – God-schaamte
Een eigentijdse expeditie op zoek naar God

Stephan Sanders (1961) verrijkte de taal met ‘God-schaamte’. De titel van het boek alleen al maakt nieuwsgierig. Ook legt de schrijver er meteen zijn kaarten mee op tafel: een openhartig boek over zijn tastende en groeiende geloof in God. Een Zuid-Afrikaanse vader en Nederlandse moeder en via ‘de nonnen’ (kindertehuis) in een liefdevol rooms-katholiek adoptief gezin opgegroeid. Zolang hij ‘iets praktisch’ kon ‘doen’ in de kerk voelde hij zich er thuis: zingen in kinderkoor, fluitspel. Secularisatie, de onstuimige jaren zeventig, met veel lawaai ‘uit de kast’ komen als homoseksueel: hij werd – mijn woorden – een evangelist van het ongeloof en seksuele vrijheid. Zo was dat vroeger.
Nu, gelovig geworden is hij de schaamte voorbij, maar voelt geen neiging ‘te verkondigen’. De schaamte, bang als hij was in de ogen van kennissen zijn intellectuele geloofwaardigheid te verliezen. Daarom begon hij eerst maar eens met een kerkgang en wat hij ‘proefgeloven’ noemde. Was er eerst het ongemak over seks (zijn homoseksuele geaardheid), dat werd ongemak over geloof. Je omgeving geen aanstoot geven. Hij verbaast zich erover bij atheïstische auteurs een zendingsijver te signaleren, die ze bij christenen niet pruimen. Wat liberale gelovigen achter zich hebben gelaten, komt voor hem als een openbaring. ‘Erfzonde’, ja, want het gaat in de kerk over kwaad dat echt bestaat! Daarom is de doop niet niks – vertel Stephan niet dat de doop onschuldig is of ongecompliceerd. Daarin wordt ons alles uit handen geslagen: niet ik heb het geloof, maar het geloof heeft mij gekozen. En het zijn juist de verlatenen, de vondelingen en de verguisde ‘bastaarden’ die de doop nodig hebben. We zijn allemaal uit het doopvont geboren.
In de kerk worden mannen en vrouwen, mensen van iedere kleur en seksuele oriëntatie aan elkaar gegeven. Daarom kan hij er niet over uit dat mensen zónder de kerk kunnen geloven. Wat heeft hij samen bidden tijdens coronatijd gemist! Want ‘met wie ik spreken kan, die bestaat’! Waarmee hij tegelijk met Augustinus van mening verschilt, die zegt dat het onrustige hart rust vindt bij God. Nee, het onrustige hart is de menselijke staat. Je gaat, zo citeert hij A.A. van Ruler, naar de kerk om kans op bekering te lopen.
Wij stotteren over God. We ‘reiken’, we zijn er niet. Het zal niet verbazen dat o.a. Christian Wiman (met Mijn heldere afgrond), Gerard Reve en Willem Jan Otten hem inspireren. Hij besluit zijn boek met overwegingen bij het ‘Apostolicum’. Mens, zelden heb ik het geloof zo contextueel, existentieel en gedurfd onder woorden gebracht gehoord. Veertig jaar buiten de kerk: het heeft hem het woord ‘genade’ nieuw leren spellen.
Deze recensie is geschreven door Rob van Essen.
Stephan Sanders. God-schaamte. Een eigentijdse expeditie op zoek naar God. Amsterdam: Van Oorschot, 2021. 208 pp. € 20,00. ISBN 9789028212244