Menu

Premium

Sneeuwwit

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Bij Marcus 9,2-10

Sytze en Kees zijn in de zomer in Zwitserland geweest. Ze weten dat nog heel goed, want één vakantiefoto heeft mama uitvergroot en die hangt nu boven de bank. Het is een foto waarop Sytze en Kees allebei een hele grote sneeuwbal in hun hand houden, terwijl ze gewoon in hun korte broek staan. Dat was apart! De jongens weten het nog goed. Vanuit het dal gingen ze met een liftje een heel hoge berg op. Toen ze boven waren, lag daar sneeuw. Mama noemde het ‘eeuwige sneeuw’ of zoiets. De zon scheen fel en de sneeuw was heel erg wit en deed pijn aan hun ogen.
Sytze wilde graag een sneeuwbal mee naar beneden ne- men om aan de kinderen van de tent naast hen op de camping te laten zien, maar mama zei dat dat niet kon. ‘Maar dan zullen ze nooit geloven dat we echte sneeuw hebben gezien!’ zei Sytze. ‘En dat we het hebben vastgehouden!’ zei Kees.
‘Lieve jongens,’ zei mama toen, ‘als we beneden komen, zal er niets meer van die sneeuwbal te zien zijn. We kunnen beter een foto maken.’
Slim van mama, want die foto hebben ze nu mooi hangen.

Vandaag horen we over een heel bijzondere gebeurtenis op een berg. Drie leerlingen van Jezus zien Jezus op een manier die ze nooit eerder zagen. Een van de leerlingen, Petrus, wil iets van die bijzondere gebeurtenis vasthouden, maar hij ontdekt dat dat niet kan, net als met de sneeuw. Gelukkig hebben wij dit verhaal, net als Sytze en Kees die foto hebben, zodat we af en toe weer weten: o ja, dat was echt bijzonder: die sneeuw in de zomer en Jezus boven op die berg!

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken