Menu

Premium

Stilte

Wij kennen verschillende soorten stiltes. Bijvoorbeeld een stilte in de groep. Er gaat een dominee voorbij, zeggen we dan uit verlegenheid. Of de stilte tijdens een gesprek; we noemen dat wel een moeilijke of pijnlijke situatie. Maar ook kennen we de stilte door verlies van een geliefde; dat tragische gevoel van leegte. Verder spreken we van innerlijke stilte, als we in onszelf keren of mediteren. De laatste jaren hebben we de waarde van de stilte in de liturgie (her)ontdekt, als een reactie op lawaai en drukte. Er wordt de laatste jaren intensief nagedacht over de stilte en verstilling. Er zijn zelfs filosofieën en theologieën van de stilte ontworpen. Daarnaast kennen we de stilte in de natuur, met name de sfeer voor of na een storm of onweersbui. Wij richten ons hier hoofdzakelijk op dit laatste verschijnsel, hoewel andere stiltes daarmee samen kunnen hangen. Dit verschijnsel treffen we ook in de bijbel aan en we vragen ons af wat het in de context van het bijbelverhaal heeft te zeggen.

Grondtekst

Het Hebreeuwse woord demamah kunnen we het best weergeven met ‘stilte’; het is afgeleid van het werkwoord dmm, ‘stil staan, zich stilhouden, onbeweeglijk zijn’. Dit zelfstandig naamwoord treffen we driemaal aan: 1 Koningen 19:12 (qol, ‘geluid, stem’, ervoor); Psalm 107:29; Job 4:16 (qol, erna). Zie ook het Qumran-geschrift Rol der Lofprijzing 5:18 en het commentaar op Jesaja 33:18. Twee keer vinden we doemah, ‘het zwijgen’, dat wil zeggen, de stilte van het graf of dodenrijk: Psalm 94:17 en 115:17; vgl. het Qumran-gedicht De Verlokkingen van de Slechte Vrouw 1:17. Verder komen we doemijjah, ‘het zwijgen’, tegen; het duidt de stilte (van binnen) aan die ontstaat door het niet-spreken. Enkel in het Psalter komt het voor: 22:3; 39:3; 62:2; 65:2. Tot slot zij nog vermeld, dat sommige vertalingen hier en daar ‘stilte’ of ‘stilheid’ weergeven, terwijl het vertaalde Hebreeuwse woord meer het element ‘rust’ of ‘onbezorgdheid’ (bijna stiekem) bedoelt; zie onder meer Jesaja 30:15 en Psalm 76:9 in de Statenvertaling en de Vertaling-NBG 1951, en Prediker 9:17 en Daniël 11:21,24 in de Statenvertaling.

Het Nieuwe Testament kent het woord sigè als aanduiding voor uiterlijke stilte, in Handelingen 21:40 en Openbaring 8:1. Daarnaast is er hèsychia (in Handelingen 22:2 synoniem van sigè), dat in het algemeen meer nadruk legt op het aspect rust en zwijgen van mensen (zie 2 Tess. 3:12; 1 Tim. 2:11-12).

Letterlijk en concreet

a.Een ogenblik of periode van stilte valt vooral op door het contrast met een situatie van geluid en lawaai. Vaak zijn het sprekende stemmen die dit geluid voortbrengen. Door de stilte valt het spreken of het geluid daarna eveneens op. Stilte schept ruimte voor spreken (Hand. 21:40; 22:2).

b.In enkele teksten is de stilte ‘de stilte voor de storm’ of ‘de stilte na de storm’. Hoewel dat letterlijke, voelbare stilte kan zijn, heeft dit verschijnsel meestal meerwaarde. De mens in de oudheid hoorde en ervoer daarin meer dan een reactie van de natuur. Stilte is in de bijbel veelzeggend!

Beeldspraak en symboliek

a.God is de Schepper van de stilte, die zich manifesteert doordat Hij de storm tot zwijgen brengt, zoals de dichter van Psalm 107:29 zingt (vgl. Ps. 89:10; Mat. 8:26). Het kalmeren van storm en zee houdt hier in: bevrijding, overwinning op chaos en dood. Stilte na de storm en het woeden van de zee wil zeggen het ervaren van goddelijke bewaring.

b.Opmerkelijk en uniek is de stilte in de beschrijving van de theofanie, het komen van God, in 1 Koningen 19:12. Op de berg Horeb, dezelfde berg waar de Heer zich na de uittocht had geopenbaard aan Mozes, verschijnt Hij aan Elia. Noch in de storm noch in de aardbeving noch in het vuur was de Heer. Vreemd, want dit waren de gebruikelijke verschijnselen rond de goddelijke verschijning. Na het vuur was er ‘het suizen van een zachte koelte’ (NBG-1951), ‘het suizen van een zachte stilte’ (Statenvertaling), ‘het suizen van een zachte bries’ (Willibrord), ‘een ademloze stilte’ (Groot nieuws), ‘eine Stimme verschwebenden Schweigens’ (Buber). En dan, na deze qol demamah daqqah, letterlijk ‘stem van zachte stilte’, beseft Elia dat de Heer aanwezig is. Hij laat dat zien door zijn gelaat te bedekken. Welke betekenis heeft deze stilte? Wat heeft de verteller hiermee willen zeggen? Is het een esthetische uiting om het majestueuze van God te benadrukken? Betreft het een indirecte oproep aan Elia om zachtmoedig te worden? Of is er sprake van een bewuste verfijning van het godsbegrip? Of wil de verteller laten zien, als polemiek tegen de interne hang naar de natuurgoden van de volkeren rondom Israël, dat de Heer anders is en niet gebonden is aan de bekende natuurverschijnselen? Of gaat het om Elia’s stilte, opdat deze ontvankelijk wordt voor de openbaring? We weten het niet. Wel kunnen we dit zeggen: de stilte schept ruimte om te onthullen (van Gods zijde) en om te ontvangen (van Elia’s zijde). Het blijkt een keerpunt, een breekpunt te zijn, waardoor de toekomst voor de vervolgde zich opent en bevrijding in het verschiet ligt (vgl. Job 4:16; Wijsh. 18:14). c. In de apocalyptiek neemt de stilte een bijzonder plaats in. Nadat het Lam het zevende zegel heeft geopend, komt er een stilte in de hemel die ongeveer een half uur duurt (Op. 8:1). Aan de buitenkant is de onderbreking door de stilte een literaire stijlfiguur, die de lezer positief wil verrassen. Let op, de stilte vervult de hémel. Het hemelse koorgezang van de engelen galmt nog na (7:9-17) en het trompetgeschal van de engelen komt er aan (8-9). Nu verstomt de hemelse liturgie. De stilteperiode is het beeld van de overgang tussen het oude en het nieuwe; het oude dat vervalt tot chaos van voor de schepping en het nieuwe dat als een geschenk de opgejaagde getrouwen ten deel zal vallen (vgl. 4 Ezra 7:30). De stilte verwijst naar de oer-stilte van voor de schepping. Als alles en ieder zwijgt, zal opnieuw het spreken van de Eeuwige klinken. Het is een spreken dat door de crisis heen tot vernieuwing leidt. Zo is de stilte ontmaskerend en bemoedigend tegelijk.

d.Stilte veronderstelt geen passiviteit. Stilte is keuze: keuze om te zwijgen. Omdat men overweldigd, ontroerd, aangeraakt is (zie Luc. 9:36). Als reactie op en tegenstelling van spreken kan stilte als houding heilzaam zijn. Rabbi Josua ben Levi zei: ‘Een woord is een zilveren munt waard, maar stilte is er twee waard’, en een ander merkte op: ‘Geheel mijn leven groeide ik op onder de wijzen, en ik vond niets beters voor een persoon dan stilte’ (Midrasj Rabbah, Lev. XVI,5; Misjna, Aboth 1:17). Sommigen vertalen Psalm 65:2 met: ‘Stilte is uw lofzang…’, wat het (cultische) belang van stilte laat zien. e Met de uitdrukking ‘In de stilte zijn of te wonen’ geeft de bijbel het ‘dood zijn’ aan (Ps. 94:17; 115:17). Stilte staat hier tegenover leven.

Praxis

a.Liederen:

Liedboek: Psalm 29; 62; 65; 73; 94; 96; 107:13; Gezang: 245; 325; 329; 491; Droom: 8; Eerste: 8; Gezegend: 13; 279; 294; Hoop: 59; Land: 29; Liefde: 77; Psalmschrift: 39; Zingend V: 11:4; 73:2; VI: 43; Zolang: 79 (= Liturgie: 582); 85.

b.Poëzie:

Van der Graft, Mythologisch, Baarn 1997, blz. 487-493: ‘Een poging tot gelijktijdigheid’. Piet-Hein Houben, Stille sonnetten, Amsterdam 1998, blz. 8: ‘Stilte’. Kees Waaijman, Het leed doorleven, Hilversum 1989, blz. 35-42: ‘Goed de stilte’. Kees Waaijman, Laetitia Aarnink, Psalmschrift (3741), Kampen 1991, blz. 9-13: ‘Stilte, wees een wacht’ en ‘Dat de stilte ons bewaart’.

c.Verwerking:

Vanuit het spreekwoord ‘Spreken is zilver en zwijgen is goud’ en het gezegde ‘Stilte voor de storm’ kunnen we het begrip stilte aan de orde stellen. In beide zinnen zitten elementen van het bijbelse woord stilte. Ook kan men (in groepsverband) een inventarisatie maken van verschillende soorten stiltes en daarbij vragen, wat elke stilte oproept (positief en negatief). Thema’s zijn onder andere: oordeel, ommekeer, bezinning, openbaring en godverschijning.

Verwijzing

Het woord stilte heeft raakvlakken met de theo-fanie-verschijnselen als storm (‘wind‘), ‘vuur‘, ‘bliksem‘, ‘donder‘ en ‘aardbeving‘.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken