Menu

Basis

Toerusting van ambtsdragers en vrijwilligers

Wie als vrijwilliger, al dan niet ambtsdrager, in de gemeente aan de slag gaat, kan zich ‘zomaar in het diepe gegooid’ voelen… Hoe luister je naar dat gevoel? Hoe word je beter toegerust voor je taak?

Dit artikel gaat over de toerusting van ambtsdragers en vrijwilligers, met name in het pastoraat en diaconaat. Op beide gebieden heb je vaak te maken met het voeren van gesprekken. Daarom ga ik vooral op dat onderdeel van toerusting in.

Het blijft bij koetjes en kalfjes, terwijl ik wéét dat er meer aan de hand is…

Na het bespreken van verschillende vormen van toerusting ga ik kort in op een aantal trainingen voor ambtsdragers die vanuit de Protestantse Kerk in Nederland worden aangeboden. Ik sluit af met een paar tips voor de basis-gespreksvoering. Maar eerst een voorbeeld dat vást herkenning oproept.

Het is nog best een kunst

Ria (68) weet van aanpakken: als ergens iets speelt, stapt ze er makkelijk op af. Toen ze bezoekmedewerker werd voor haar kerkelijke gemeente, kreeg ze het aanbod om de eerste paar gesprekken met een ervaren ouderling na te bespreken. Dat aanbod sloeg ze af, want ‘een gesprek voeren kan iedereen!’ Toch kwam ze daar na een paar maanden in de vergadering op terug. ‘Het blijft bij koetjes en kalfjes, terwijl ik wéét dat er meer aan de hand is!’ De ervaren ouderling stelt voor om het er na de vergadering even over te hebben. Zij geeft Ria een paar tips over een eenvoudige manier van doorvragen om meer de diepte in te gaan. En tijdens haar eerstvolgende bezoek lukt het! Ria sluit zich enthousiast aan bij het intervisiegroepje van bezoekmedewerkers, en aan het einde van het seizoen meldt ze in de vergadering: ‘ik ga me opgeven voor een training gesprekken voeren.’

Als je je laat scholen of begeleiden, vergroot je de waarde van je vrijwilligerswerk

Het is nog best een kunst, het voeren van een goed (pastoraal) gesprek. In het Handboek voor de ouderling en de bezoekmedewerker, in de serie boekjes van het Ouderlingenblad, uit 2019, staat een aantal valkuilen genoemd. En Nynke Dijkstra-Algra noemde in haar boek Pastoraat voor iedereen ook een aantal voorbeelden, waardoor het mis kan gaan (‘De bezoekmedewerker zat vooral veel over zichzelf te vertellen en de kerk en zo. We kwamen er nauwelijks tussen.’) En Johan Smit gaf zijn boek over pastoraat, Tot de kern komen, als ondertitel mee: De kunst van het pastorale gesprek.

Toch is het meestal wel te leren, een goed gesprek voeren. En daar is lang niet altijd een formele training voor nodig. Toerusting is dan ook meer dan training.

Waarom zou je je laten toerusten?

Tussen twee haakjes: kun je het eigenlijk wel? Toen je ambtsdrager of vrijwilliger werd in de kerk, is je vast de vraag niet gesteld of je wel de nodige vaardigheden in huis hebt. Laat staan dat je verplicht op cursus bent gestuurd.

Eigenlijk is dat vreemd in de huidige tijd. Want wist je dat vrijwilligers overal waar ze werkzaam zijn, uitgebreide verplichte trainingen volgen? Denk bijvoorbeeld aan het Rode Kruis, de Luisterlijn, maar ook aan vrijwilligers in de zorg. Als je je laat scholen of begeleiden, vergroot je de waarde van je vrijwilligerswerk. Je leert trouwens ook waar je grenzen liggen en dat je die mag aangeven; ook in de kerk geen overbodige kwaliteit.

Vormen van toerusting

Je kunt elkaar in een kerkelijke gemeente op meerdere manieren helpen om je kerkenwerk makkelijker en beter te verrichten. Dat is heel prettig, want per persoon verschilt het natuurlijk welke vorm je prettig vindt. Ik noem hieronder een drietal vormen van toerusting. Toerusting in de vorm van training bespreek ik daarna.

Eén van de deelnemers brengt een probleem in, de anderen geven feedback

1. Het buddy-systeem

Sommige gemeenten koppelen een beginnende bezoek(st)er aan een meer ervaren bezoek(st)er. Regelmatig bespreken deze ‘buddy’s’ samen de ervaringen in het bezoekwerk. Het is heel prettig om samen van een afstandje naar de ervaringen te kijken en zo mogelijk van elkaar te leren. Voorwaarde bij deze vorm is dat er tussen de buddy’s een klik is.

2. Bespreken in de groep

Het gebeurt vaak dat in een overleg het werken in de wijk aan de orde komt. Zonder vertrouwelijke dingen te noemen, kunnen bezoek(st)ers delen waar ze zoal tegenaan lopen. Het kan een gevoel van ondersteuning geven als je de ervaringen van anderen herkent. En je voelt je opgelucht als je merkt dat anderen worstelen met dezelfde vragen, zoals het omgaan met mensen die vinden dat je ze niet genoeg aandacht geeft. Ook dit is een vorm van toerusting.

3. Intervisie

Als een bepaalde ervaring vaker op tafel komt, kan het goed zijn om deze een keer apart te agenderen. Onder leiding van een deskundige en in de vorm van intervisie praat je er dan uitgebreid met elkaar over door. Bij intervisie brengt één van de deelnemers een probleem in, en krijgt van anderen feedback. Het fijne is dat alle aanwezigen er iets van opsteken. Daarmee is het een goede investering in plaats van een training.

Trainingen

Een training is een vorm van toerusting waarbij je dingen leert die je ‘thuis’ niet kunt leren. Daarin verschilt een training van de meeste van de hierboven genoemde vormen van toerusting. Je komt bij elkaar met een groep en krijgt van een docent kennis waarmee je je kerkelijke werkzaamheden beter leert uitvoeren.

Het is van belang dat je op bezoek gaat met een ‘leeg’ hoofd

Binnen de Protestantse Kerk in Nederland kun je voor praktisch ieder terrein van het kerkenwerk wel een training volgen. Ik noem drie trainingen van het Landelijk Dienstencentrum en vul die aan met een vierde training Geestelijke Groei.

1. Het oefenen van vaardigheden voor ouderlingen en bezoekmedewerkers

Als je deze Training Pastoraat volgt, krijg je handvatten om betere pastorale gesprekken te voeren. Er wordt ook ingegaan op verschillende manieren van luisteren. Het kan in de training ook gaan over onderwerpen als werkdruk, kritiek op jou als bezoek-(st)er of over het bezoeken van ernstig zieke mensen.

2. Leren over het brede werkveld van de diaconie.

In de Training Diaconaat leer je wat er in de functie van diaken op je afkomt. Je leert hoe jouw werkveld eruit ziet binnen en buiten de kerk. Omdat de rol van diaken breed en per kerk verschillend is, is het waardevol deze training met de eigen diakenen te houden. Eigenlijk is deze training een must voor iedere nieuwe diaken.

3. Uitgebreid ingaan op alle taken van de ambtsdrager

Je leert in de Basistraining voor nieuwe ambtsdragers wat er zich in de kerk allemaal afspeelt, welke regels er zijn, bijvoorbeeld in de kerkorde, maar ook wat op plaatselijk niveau van belang is.

4. Geestelijke Groei

Ten slotte wil ik kort aandacht besteden aan de mogelijkheid die ds. Jelle de Kok biedt om als kerkenraad met hem in gesprek te gaan over de geestelijke groei als kerkenraad. Samen ontdek je wat het betekent om als kerkenraad te leven uit de Bron.

In deze cursus leer je:

  • De vruchtbare samenhang tussen geloofsopbouw en gemeenteopbouw
  • Luisteren naar en antwoorden op Gods bedoelingen, beloften en opdrachten voor geloofsen gemeenteopbouw
  • Het Evangelie vertalen naar beleid inzake pastoraat, liturgie, diaconaat, missionair werk en financieel beheer
  • Mogelijk ontwerp van een opbouwplan voor de eigen gemeente
  • Constructief omgaan met verschillen en geschillen
  • Aandacht geven aan de (missionaire) betekenis van een gemeente voor haar omgeving

Lezers van Ouderlingenblad hebben toegang tot de digitale informatiebron van de pastoraatwijzer. In deze wijzer staan nog veel meer tips en toerustingsideeën om je als ambtsdrager en vrijwilliger te ondersteunen. Zie voor alle trainingen van de Protestantse Kerk: https://www.protestantsekerk.nl/training/

Een paar praktische tips voor het voeren van een goed gesprek

Jezelf openstellen, leegmaken

Bij veel bezoekwerk komt de vraag naar voren: hoe kom ik op een goede manier in contact met de aan mij toevertrouwde gemeenteleden? In de eerste plaats (en ook in de tweede en derde) gaat het om: luisteren. Probeer bij het luisteren open te staan voor wat de ander zegt. Dat betekent dat je er helemaal voor die ander bent, dat je jouw meningen en gevoelens even opzij zet en luistert naar wat de ander zegt. Het is dus van belang dat je op bezoek gaat met een ‘leeg’ hoofd. Als dat niet lukt, omdat je te veel aan je hoofd hebt, verplaats dan de afspraak.

Werkelijk luisteren

Wanneer je bij een gemeentelid zit en luistert en in je opneemt wat de ander zegt, stap dan niet in de valkuil dat je ondertussen al de volgende vraag aan het bedenken bent. Probeer na een aantal zinnen die de ander heeft uitgesproken, even samen te vatten (liefst in de woorden van de ander) wat volgens jou het belangrijkste is dat die ander heeft verteld.

Daarmee geef je de ander te kennen dat je werkelijk geluisterd hebt. Vaak hoef je dan niet eens een volgende vraag te stellen, want het verhaal is nog niet af en er komt nog meer. Op een gegeven moment kun je, door een bepaalde vraag te stellen, een stapje dieper komen in het gesprek.

Je vindt dat soort vragen bijvoorbeeld in het eerdergenoemde boek Tot de kern komen van Johan Smit.

Wat past bij jou?

Hopelijk ben je enthousiast geworden om jezelf te laten toerusten voor je kerkenwerk. Kijk vooral welke vorm van toerusting voor jou het beste past, niet iedereen leert immers op dezelfde manier. Het is fijn en goed dat je kerkenwerk doet, dankjewel!

Met dank aan Kai van der Plas voor zijn ondersteuning. Zie voor de bijeenkomsten met ds. Jelle de Kok dit artikel.

Herman Ekenhorst heeft jarenlange ervaring met het trainen van gespreksen coachings-vaardigheden. Zo coacht hij predikanten rondom hun loopbaan. Hij staat op de landelijke PKN-lijst van gemeenteondersteuners.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken