Menu

Basis

Tot ik gewend ben

Mus loopt door het bos.
Daar zit Slak op een tak. Slak is verhuisd. Sinds kort woont ze in een nieuw huisje in het bos.
‘Hoi Slak, wat ben je aan het doen?’ vraagt Mus.
‘Hoi Mus. Ik ben aan het wachten tot ik gewend ben,’ zegt Slak.
‘Wennen? Hoe moet dat?’
‘Dat weet ik juist niet zo goed,’ zegt Slak. ‘Alles is anders voor mij. Ik ken niemand, het ruikt hier anders en het eten is anders. Ik wil dat alles normaal wordt.’
‘Ik denk dat het niet hetzelfde normaal wordt als daar,’ zegt Mus.
‘Nooit meer?’
‘Nooit meer. Dit hier wordt je nieuwe normaal.’

Slak en Mus zeggen een tijdje niets.
‘Wanneer is iets het nieuwe normaal?’ vraagt Slak. ‘Ik wacht al even, maar het is nog allemaal vreemd.’
‘Door het vaak te doen, denk ik,’ zegt Mus. ‘Gewoon alles.’
‘Daar zit hem het probleem,’ zegt Slak. ‘Ik weet de weg hier niet goed. En ik ben nogal langzaam.
Dus ik kan dingen niet zo vaak doen. Zo duurt het heel lang voor het normaal is.’
‘Ik help je!’ zegt Mus. ‘Klim in mijn kruiwagen.’
Dat duurt even, maar als Slak eenmaal zit, rennen ze de rest van de middag door het bos.
Ze drinken koffie bij Vos, eten nootjes bij Eekhoorn en praten met Zwaluw en Duif.
En dat daarna allemaal nog een keer. En nog een keer.

‘En?’ vraagt Mus aan het eind van de dag. ‘Ben je al een beetje gewend?’
‘Alles heb ik nu zeven keer gedaan,’ zegt Slak. ‘Het is helemaal normaal geworden. Dank je wel Mus.’

Tekening: Iris Boter

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken