Menu

Basis

Trendbericht diaconaat 2014-2016

Kerkzijn in lokale en regionale samenleving

In dit trendbericht wordt een selectie gepresenteerd van verschenen publicaties over diaconaat vanaf 2014 tot eind 2016. Er zijn ook nog enige publicaties opgenomen uit 2013, die niet meer in het vorige bericht 2010- 2013 (Handelingen 2014/2 en handelingen.com) opgenomen konden worden. In dit bericht wordt het protestantse woord ‘diaconaat’ (roomskatholiek: ‘diaconie’) aangehouden ter aanduiding van activiteiten van kerken en daarmee verbonden groepen en organisaties ter bestrijding van materiële en sociale noden.

Participatiesamenleving

In zijn eerste troonrede (2013) sprak koning Willem Alexander over de overgang van de verzorgingsstaat naar de participatiesamenleving. Het werd ‘het woord van het jaar’ in 2013. Hoe deze eruit gaat zien en invulling krijgt, moet nog bezien worden en zal afhangen van het politieke en maatschappelijke krachtenveld. Wel is duidelijk dat in vergelijking met de klassieke verzorgingsstaat er meer nadruk ligt op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid en de inzet van mantelzorgers en vrijwilligers (sociale netwerken). Deze verschuiving wordt verder gekenmerkt door decentralisatie van rijk naar gemeenten en door bezuinigingen.

Hoewel de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) al in 2007 werd ingevoerd, kregen deze ontwikkelingen nog een scherper profiel door invoering van de Wmo 2015, de Participatiewet (die mede met de tussenfase van de Wet werk en bijstand de opvolger is van de Algemene Bijstandswet) en de Jeugdwet.

Al deze ontwikkelingen stellen kerken op indringende wijze voor de vraag hoe zij kerk willen en kunnen zijn in de lokale en regionale samenleving. Kerken bevinden zich wat dat betreft – net als overigens de burgerlijke gemeenten en maatschappelijke organisaties – in een zoeken leerproces. Daarom is het van belang om onderzoek te doen naar opgedane ervaringen.

Franken en Noordegraaf deden twee jaar achtereen onderzoek naar de pilotprojecten die de Protestantse Kerk in Nederland in het kader van haar project Zorgzame Kerk in achttien plaatsen ondersteunde (Franken & Noordegraaf 2015/2016). Het blijkt mogelijk om tot zinvolle, kleinschalige projecten te komen die vooral betrekking hebben op het creëren van ontmoetingsplekken en het ondersteunen van mensen die zorgafhankelijk zijn. Kerken zijn daarbij interessant voor de burgerlijke gemeenten en organisaties vooral vanwege hun potentieel aan vrijwilligers. Het opzetten van dergelijke projecten vergt een intensieve voorbereiding en een positionering van lokale kerken in relevante netwerken in de lokale samenleving.

Over kerken in relatie tot de Wmo verschijnt in toerustingsmateriaal allerlei praktische informatie gericht op het diaconale handelen. Dat geldt ook voor de kaderbladen zoals Diakonia (Protestantse Kerk in Nederland), Diakonie & Parochie (rk) en Diacoon (christelijk-gereformeerd). Als een instructief voorbeeld noem ik het boekje over het project Voor Mekaar in het Statenkwartier in Arnhem. De opbouwwerker in de wijk en de diaconaal consulent van de Protestantse Gemeente Arnhem, Margriet Kok, zetten een enquête uit om er achter te komen wie in de wijk behoefte heeft aan welke zorg en wie die hulp zou kunnen bieden. Op grond van de reacties konden allerlei activiteiten ontwikkeld worden en verbindingen tussen bewoners gelegd worden (Kok & Kooistra 2015).

Diaconale praktijken

Helpen

Helpen behoort tot de kern van het diaconale handelen. Bestaat er daarbij zoiets als ‘christelijk helpen’ dat zich onderscheidt van helpen door niet-christenen? Dat is geen onschuldige vraag, omdat de beantwoording van deze vraag invloed heeft op de wijze waarop men het profiel van diaconale instituten en organisaties bespreekt en invult.

In Duitsland is dat een actuele discussie. De Zwitserse diaconiewetenschappers Christoph Sigrist en Heinz Ruegger bepleiten een scheppingstheologische benadering van het diaconaat (dus niet of in ieder geval niet primair bijvoorbeeld een christologische). Hiermee zeggen zij dat helpen een algemeen menselijk verschijnsel is. Daarmee willen zij een zakelijke benadering van diaconaat bevorderen, theologisch pretentieus spreken tegengaan en openheid voor samenwerking met anderen stimuleren.

In een door hen geredigeerde bundel wordt deze stellingname vanuit bijbelse, onderscheiden confessionele en ethische benaderingen bediscussieerd (Sigrist/Rüegger 2014). Deze discussie leidt in deze bundel tot een aanscherping van waarin het bij het helpen gaat (motivaties, doelen, relatie helper-geholpene en dergelijke). Daarbij blijft het een discussiepunt hoe deze scheppingstheologische benadering zich verhoudt tot de in de diaconale theologie lang dominante christologische invalshoek.

Naar mijn mening is helpen inderdaad universeel menselijk, maar wie, hoe, waartoe men helpt, varieert wel degelijk al naar gelang cultuur en religie. Vanuit het christelijk geloof is daarbij een eigen benadering te vinden die niet exclusief is en overlappingen kan vertonen met andere benaderingen en die ook kritisch hoort te zijn naar christenen, kerken en diaconale instituties zelf.

Armoede

Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn kerken en diaconaat intensief betrokken bij vragen van (nieuwe) armoede. Dat leidde in 1987 tot de oprichting van de landelijke kerkelijke werkgroep De Arme Kant van Nederland. Deze droeg eraan bij dat er een geprofileerde kerkelijke anti-armoedebeweging ontstond met lokale en regionale vertakkingen, die werkte aan bewustwording, ondersteuning van mensen in armoede en hun organisaties en pleitbezorging. Bij gebrek aan financiële middelen werd de werkgroep in 2014 opgeheven. Wel is er in een afgeslankte vorm een landelijk steunpunt gekomen in de vorm van het Knooppunt Kerken en Armoede, dat gedragen wordt door een breed scala van kerken.

Op de startbijeenkomst van het Knooppunt op 22 januari 2016 vond de presentatie plaats van een boek waarin een veelheid aan kerkelijke activiteiten op het terrein van armoede is te vinden (De Bie & Floor & Crijns 2016). Hoezeer armoede verworteld is in Nederland en hoezeer kerken daarbij in allerlei vormen van materiële en immateriële ondersteuning betrokken zijn, blijkt uit het onderzoek dat met steun van een brede alliantie van kerken en kerkelijke en oecumenische organisaties voor de zevende keer plaatsvond (Armoede in Nederland 2016. Onderzoeksrapport 2016).

Voedselbanken

Hoewel de meeste voedselbanken geen kerkelijke organisaties zijn, zijn kerken daar in de vorm van vrijwilligers, materiële ondersteuning en de beschikbaarstelling van kerkelijke gebouwen als uitdeelpunt wel sterk bij betrokken, zoals ook het zojuist genoemde onderzoek laat zien.

Dat het bij de voedselbanken om een internationaal verschijnsel gaat dat in alle delen van de wereld voorkomt en ook in de rijke landen, laat de bundel First World Hunger Revisited (Riches & Silvasti (2014) zien. De redacteuren constateren een toename van voedselbanken, een verdere institutionalisering en verbinding met andere hulpverleningsinitiatieven, een positieve verwelkoming in de media en in de samenleving en een onvermogen om de ineffectiviteit van het ‘food charity model’ te onderkennen en de politieke onwil om collectieve maatregelen gebaseerd op publieke verantwoordelijkheid te nemen.

Ook in Nederland zijn voedselbanken niet meer weg te denken en nemen zij een plaats in het armoedebeleid van vele burgerlijke gemeenten in. De voormalige wethouder van Sociale Zaken in Groningen Peter Verschuren schreef een boek over ‘de onstuitbare opmars van de voedselbank’, waarvan hij de waarde onderkent, maar die hij terecht met ambivalente gevoelens beziet (Verschuren 2015).

Ouderen

Er is geen lokale kerkelijke gemeenschap die niet aan ouderenwerk doet. De relevantie en de vraag hoe dit moet gebeuren, zal met wat men noemt ‘de vergrijzing’, die zich in vele kerken nog in versterkte mate voordoet, alleen maar toenemen. Daarom zijn studies van belang waarin onderzoek gedaan wordt naar praktijken in deze, die demografisch en gerontologisch goed geïnformeerd zijn en die bijbels-theologische gegevens daarbij betrekken. Al deze elementen vindt men in de oorspronkelijk (Groningen, PThU) als proefschrift verdedigde studie van Timo Jahnke over ‘waardig ouder worden binnen lokale kerken’. De auteur slaagt er in deze verkennende studie in om bouwstenen voor beleid in deze te formuleren (Jahnke 2014).

Mensen met een beperking

Jean Vanier is de grondlegger van de internationale beweging van L’Arche, gemeenschappen waarin mensen met en zonder verstandelijke beperkingen samenwonen. In het boekje Zalig de zachtmoedigen beschrijft hij deze gemeenschappen en hun functioneren.

De bekende Amerikaanse theoloog Stanley Hauerwas geeft hierop een theologische reflectie (Hauerwas & Vanier 2015). Zoals te verwachten van deze theoloog van ‘de kerk als tegencultuur’ beklemtoont Hauerwas hoezeer een anders omgaan met de tijd en daarmee met relaties en met zwakheid, verschilt van de in de samenleving dominante nadruk op efficiëncy, snelheid en kracht.

Vanier en Hauerwas stellen daarmee op inspirerende wijze kritische vragen naar het functioneren van kerken en samenleving. De uitwerking naar het politieke beleid krijgt daarbij weinig aandacht. Dat hangt ook samen met Hauerwas’ positie van een tegencultuur. De vraag is of hij daarbij geen afbreuk doet aan de doorwerking van zijn waardevolle inzichten.

Personen

Laurentius

Als er een diaconale canon zou bestaan, dan zou Laurentius, diaken te Rome in de derde eeuw, daarin een prominente plaats innemen. Overbekend is dat hij de keizer de armen als de schatten van de kerk toonde en daarom een gruwelijke marteldood stierf. In Nederland en Vlaanderen dragen heel wat kerkgebouwen zijn naam. Vooral het diocees Rotterdam, dat Laurentius als beschermheilige heeft, moet in dit verband genoemd worden.

In het boek Door het vuur voor de armen (Reisen 2015) is na een introductie een aantal teksten opgenomen over Laurentius, waaronder een zestal preken van Augustinus, die een bewonderaar was van Laurentius. Zo wordt de betekenis van Laurentius alsook de legendevorming die plaatsvond, duidelijk.

Augustinus

Bart Koet, hoogleraar Nieuwe Testament en Vroegchristelijke Letterkunde aan de Tilburg School of Theology, schreef over Augustinus’ visie op het ambt en op dat van het diaconaat in het bijzonder. Hij doet daarbij zoals hij het zelf aanduidt aan ‘literaire archeologie’, omdat Augustinus geen systematische verhandelingen hierover schreef. Brokstukken moeten uit zijn teksten opgedolven worden. Koet onderschrijft de visie van de Australische nieuwtestamenticus John Collins dat een diaken niet iemand is van nederige dienst, maar iemand met een mandaat met een verbindende functie.

Uit het onderzoek van Koet komt inderdaad naar voren dat dienstbaarheid niet alleen met het diakenschap verbonden is maar ook met andere ambten. De diaken vervulde tevens een rol bij de geloofsinitiatie en trad op als bode en gezant. Zo bracht hij brieven over, een onmisbaar communicatiemiddel in die tijd tussen de verschillende bisdommen. De invulling van de taken tonen overigens regionale verschillen. Koets studie laat zien hoe het ‘terug naar de bronnen’ ontstane beeldvorming, in dit geval van het ambt van diaken, kan doorbreken.

Paus Franciscus

Dat paus Franciscus een hoog diaconaal gehalte heeft, blijkt uit zijn levensstijl, zijn publieke optreden en schriftelijke boodschappen. Ook de encycliek Laudato Si’ (Paus Franciscus 2015) is doortrokken van diaconaat. De openingswoorden komen uit het Zonnelied van degene wiens naam hij draagt. Franciscus van Assisi, die zich het lijden van mensen en van de hele schepping aantrok, is zijn voorbeeldfiguur.

Deze sociale encycliek geeft vanuit een diepe spiritualiteit een integrale benadering te zien, waarbij economie en ecologie met elkaar verbonden worden. Paus Franciscus keert zich tegen het economisch systeem van het doorgeslagen neoliberalisme. We vinden er voorstellen voor structurele veranderingen en een verandering van levensstijl. Dat alles onder het voorteken van de grote urgentie van een daadwerkelijke aanpak van economische en ecologische vraagstukken. Ook het door hem afgekondigde Heilig Jaar van Barmhartigheid (2015-2016) toont de diaconale gerichtheid van deze paus, zoals ook blijkt uit het boekje dat hij hierover publiceerde (Paus Franciscus 2016).

Jurjen Beumer

Op 4 juni 2013 overleed na een slopende ziekte, 65 jaar oud, Jurjen Beumer. Hij is voor het diaconaat van grote betekenis geweest. Van 1986 tot 2013 was hij pastor-directeur van het bekende oecumenisch-diaconaal centrum Stem in de Stad in Haarlem. In het werk van dit centrum verbond hij diaconaat met liturgie en diaconaal handelen met spiritualiteit. Voorts werden in Stem in de Stad verschillende vormen van diaconaal handelen op elkaar betrokken: opvang en materiële en immateriële ondersteuning, gemeenschapsvorming, pleitbezorging, bezinning en publiek debat.

Tevens was Beumer een vruchtbaar publicist, die zo’n twintig boeken publiceerde. In wisselwerking met de diaconale praktijk ontwikkelde hij daarin inzichten over de onlosmakelijke band tussen diaconaat en spiritualiteit, mystiek, het uithouden met mensen ook als er geen ‘oplossing’ is, de betekenis van meditatie en nog meer. Hij introduceerde Henri Nouwen in Nederland.

Wie meer informatie wil over leven en werk van Jurjen Beumer, kan goed terecht bij de biografie die Karel Blei over hem schreef (Blei 2013), het herdenkingsboek dat over hem verscheen (Beumer & Van Maris 2013) en het boek over mystiek dat Bras schreef en dat een uitvoerig hoofdstuk over Beumer bevat (Bras 2013). Inmiddels is er een website opgezet waarin veel gegevens over hem te vinden zijn alsmede boeken en artikelen (www.jurjenbeumer.nl).

Kerken

Rooms-Katholieke Kerk

In 2013 was het vijftig jaar geleden dat het Tweede Vaticaans Concilie het permanent ambt van diaken in de kerk herstelde. Een van de eerste diakens in Nederland was Rob Mascini. Hij was meer dan dertig jaar lid van het bestuur en voorzitter van het International Diaconate Centre, een door de kerk erkende organisatie van permanente diakens. In die hoedanigheid reisde Mascini veel en ontmoette hij diakens uit de hele wereld.

Hij schreef daarover een boeiend en informatief boek, dat grotendeels bestaat uit interviews met bisschoppen en diakens in Noorden Zuid-Amerika en alle delen van Europa (opvallenderwijs niet uit Azië) (Mascini 2013). De auteur voorziet elk interview van een inleiding met gegevens over de geschiedenis en positie van de Rooms-Katholieke Kerk en de diaken in het desbetreffende land.

Het wordt duidelijk dat de invoering van dit ambt de nodige weerstanden heeft opgeroepen en dat vooral naar gelang de inzichten van de bisschop, het ambt al dan niet werd ingevoerd. Ook de taakinvulling (liturgisch, pastoraal, sociaal) varieerde alsook de verhouding tot andere ambten (assistent van priester of een meer zelfstandig ambt met verantwoording aan de bisschop).

De onduidelijkheid over het ambt komt mede voort uit een onvoldoende uitgekristalliseerde theologische visie op dit ambt en zijn plaats in de kerk. Mascini laat zien hoe meer dan eens diakens in moeilijke omstandigheden hun werk moesten doen, bijvoorbeeld onder het communisme en in situaties van geweld zoals in Columbia. Vandaar de titel van zijn boek.

Internationale oecumenische beweging

Carlos Ham, predikant van de Presbyteriaanse Kerk in Cuba, was van 2001 tot 2013 werkzaam bij de Wereldraad van Kerken voor onder meer diaconaat. Thans is hij hoofd van het Protestants Theologisch Seminarie in Matanzas, Cuba.

Op 9 november 2015 promoveerde hij aan de Vrije Universiteit op een proefschrift over Empowering Diakonia (Ham Stanard 2015). Hierin heeft Ham veel van zijn ervaringen en de kennis en inzichten die hij opdeed bij de Wereldraad verwerkt. Hij richt zich op empowerment en diaconaat in de oecumenische beweging, zoals te vinden in conferentieverslagen, documenten en in de dagelijkse praktijk. Daartoe geeft hij een overzicht van de historische ontwikkeling in het diaconaat in de Wereldraad en behandelt hij enige consultaties over diaconaat. Daarna analyseert Ham diaconale praktijken in vier landen (Cuba, Colombia, Zuid-Afrika en Armenië). Hij baseert zich daarbij vooral op de inzichten van ‘reflective practioners’. De analyse levert de bouwstenen voor een model van empowerment voor lokale kerkelijke gemeenschappen bouwstenen.

Wie geïnteresseerd is in de ontwikkelingen in het oecumenisch diaconaat en het concept van empowerment kan bij de studie van Ham heel wat van zijn gading vinden.

Evangelisch-Lutherse Kerk

De Lutherse Wereld Federatie ondersteunt actief de reflectie op het diaconaat door mede via consultaties praktijkverhalen en ervaringen te beschrijven, te analyseren en te bereflecteren. De inzet is daarbij om op het lokale vlak ‘community diakonia’ verder te ontwikkelen vanuit het concept van ‘conviviality’. Dit Spaanse woord doelt op de kunst en de praktijk van het solidair samenleven (Lutheran World Federation 2013). ‘Conviviality’ blijkt een vruchtbaar zoekconcept te zijn.

Kleinere protestantse kerken

Op diaconaal terrein werken drie kleinere protestantse kerken steeds meer samen. Het betreft de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv). Op landelijk niveau gebeurt dat in het Platform Diaconale Samenwerking.

Op verzoek van dit Platform deed Jeannette Slendebroek-Meints een uitgebreid survey-onderzoek naar wat er aan diaconaat vanuit deze kerken gebeurt en naar wat er in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen zou moeten gebeuren om tot een bloeiend diaconaat te komen (Slendebroek-Meints (2014). Zij is verbonden aan het Centrum voor Samenlevingsvraagstukken van de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle (nu Viaa geheten).

Het is een nuttig onderzoek dat laat zien dat vooral het punt van belang is hoe tot een meer extern gericht diaconaat gekomen kan worden. Daarvoor is onder meer nodig dat diakenen de aanwezige gaven van kerkleden benutten, dat zij werken aan bewustwording onder de kerkleden dat diaconaat een roeping is voor de hele kerk, dat er signalering van hulpvragen plaatsvindt, dat er een goede coördinatie is van de hulpverlening en dat diakenen netwerken met andere organisaties, waaronder de lokale overheid, ontwikkelen.

Geschiedenis

Er verschenen verschillende historische studies. Voor Nederland wijs ik op drie studies, die alle gebaseerd zijn op gedegen archiefonderzoek en een goed beeld geven van de armenzorg in haar vele facetten. De eerste is het meest diepgaand en bestrijkt de geschiedenis van de Haagse diaconie gedurende maar liefst vijf eeuwen (Vis 2017). Als tweede vinden we in Het Arme Roomse Leven de geschiedenis van de katholieke armenzorg in de stad Utrecht, die eind vijftiende eeuw begint. Ook hier een rijke geschiedschrijving, waarin we de nodige significante details vinden (Van Schaik & StrengersOlde Kalter 2016). Te noemen is ten slotte de geschiedschrijving van armenzorg/diaconaat in een niet-grote plaats: Ede (Bruggen 2015).

Toerustingsboeken en -tijdschrift

Tot slot wijs ik nog naar twee publicaties, die ondersteunend materiaal bieden voor mensen in de diaconale praktijk (Wijma (red.) 2014; Geluk & Peters 2015). Voor tal van terreinen van diaconaat vindt men nuttige instructieve bijdragen op praktijkniveau. De voornaamste kanttekening die ik daarbij wil maken is dat de politieke en maatschappelijke aspecten meer kritische aandacht hadden verdiend.

Ten slotte moet nadrukkelijk vermeld worden, dat het enige internationale diaconaalwetenschappelijke tijdschrift dat bestaat, Diaconia. Journal for the Study of Christian Social Practice, vanaf 2017 een open-access-publicatie is geworden, die voor een ieder toegankelijk is. Voorts kan men alle nummers vanaf het begin, in 2010, downloaden. De toegang is te vinden via de website van de uitgever Vandenhoeck & Ruprecht

Literatuur

Armoede in Nederland 2016. Onderzoeksrapport 2016. Onderzoek naar hulpverlening door diaconieën, parochiële caritasinstellingen en andere kerkelijke organisaties in Nederland (2016). Utrecht: Kerk in Actie e.a. Beumer, S. & Maris, W. van (2013). Jij bent geliefd. Jurjen Beumer in interviews, teksten en foto’s. Haarlem: Stem in de Stad & Familie Beumer-van Maris.

Bie, P. de & Floor, M. & Crijns, H. (2016). Betrokkenheid troef. Inspirerende diaconale initiatieven tegen armoede in Nederland. Z.p.: Knooppunt kerken en armoede.

Blei, K. (2013). Zonder mystiek houden wij het niet vol. De spiritualiteit van Jurjen Beumer. Gorinchem: Narratio.

Bras, K. (2013). Een met de Ene. Protestantse mystiek van Abraham Kuyper tot Maria de Groot. Vught: Skandalon, 244-266.

Franken, J. & Noordegraaf, H. (2015). Zorgzame Kerk.

Kerkzijn in een participatiesamenleving. Evaluatief verslag van proefprojecten 2014-2015 in de Protestantse Kerk / Kerk in Actie. Utrecht: Kerk in Actie 2015. Franken, J. & Noordegraaf, H. (2016). Zorgzame Kerk.

Kerkzijn in een participatiesamenleving. Vervolgonderzoek 2016. Utrecht: Kerk in Actie. De rapporten zijn ook te vinden op de website van Kerk in Actie: www.kerkinactie.nl/diakenen-zwoGeluk, M. & Peters, A. (2015). Diaconaat, hoe doe je dat? Handvatten voor startende diakenen. Zoetermeer: Boekencentrum.

Ham Stanard, C.E. (2015). Empowering Diakonia: A Model for Service and Transformation in the Ecumenical Movement and Local Congregations. Dissertation defended on 9th November 2015, VU Amsterdam.

Hauerwas, S. & Vanier, J. (2015). Zalig de zachtmoedigen. Het profetisch getuigenis van zwakheid. Zoetermeer: Boekencentrum.

Jahnke, T. (2014). In Würde altern und alt sein. Praktischtheologische Bausteine zu einem wurdevollen Alterungsprozess im Kirchenund Gemeindekontext. Berlin: Lit Verlag.

Koet, B. (2014). Augustinus over diakens. Zijn visie op het diakonaat. Almere: Parthenon.

Kok, M. & Kooistra, J. (2015). Statenkwartier Voor mekaar. Voorbeeld van een participatiesamenleving? Arnhem: Diaconaal Bureau Arnhem.

Lutheran World Federation (2013). Seeking Conviviality.

Re-forming Community Diaconia in Europe. Geneva: The Lutheran World Federation.

Mascini, R. (2013). Helden, heiligen en pioniers. Diaconie in de kerken. Een rondreis. Baarn: Adveniat.

Paus Franciscus (2015). Laudato Si’. Encycliek over de zorg voor het gemeenschappelijk huis.

Paus Franciscus (2016). De naam van God is genade. Een gesprek met Andrea Torniella. Amsterdam: The House of Books.

Reisen, H. van (red.) (2015). Door het vuur voor de armen. Oudste getuigenissen over Laurentius. Budel: Damon.

Riches, G. & Silvasti, T. (eds.) (2014). First World Hunger Revisited. Food Charity or the Right for Food? Second Edition. Basingstoke: Palgrave Macmillan.

Sigrist, C. & Rüegger, H. (Hg.) (2014). Helfendes Handeln im Spannungsfeld theologischer Begründungsansätze. Zürich: Theologischer Verlag Zürich.

Slendebroek-Meints, J. (2014). Help! Onderzoek binnen de CGK, NGK en GKV naar huidig en gewenst diaconaat en wat daarvoor nodig is. Zwolle: Gereformeerde Hogeschool. Centrum voor Samenlevingsvragen.

Verschuren, P. (2015). Genadebrood. De onstuitbare opmars van de voedselbank. Groningen: Uitgeverij Passage.

Wijma, H. (red.) (2014). Handboek voor diaken. Amsterdam: Buijten & Schipperheijn.

Herman (prof.dr. H.) Noordegraaf is bijzonder hoogleraar en universitair docent voor diaconaat aan de Protestantse Theologische Universiteit in de vestigingen Amsterdam en Groningen. 

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken