Menu

None

Troost

Troost

Dit artikel is een gratis introductie op het themanummer van Ouderlingenblad over troost (2022, nr. 9). Onderaan het artikel vind je de andere bijdragen uit het nummer. Ben je benieuwd naar andere nummers van Ouderlingenblad? Bekijk dan alle artikelen.

Dit themanummer over ‘Troost’ begint met een inleiding over wat troosten eigenlijk ís. We weten het – intuïtief – allemaal, maar breng het maar eens onder woorden. Hier enkele opmerkingen die behulpzaam kunnen zijn.

Wat is ‘troost’?

Het woordenboek omschrijft het als volgt: troost (de; m)1bemoediging bij verdriet 2(informeel) koffie: een bakje troost troos·ten (troostte, heeft getroost)1(proberen) verdriet (te) verzachten; = opbeuren Wat roept het woord ‘troost’ bij u op en hoe zou u het omschrijven? We zijn allemaal ervaringsdeskundigen. We weten hoe het is om troost te ontvangen en troost te ontberen. We hebben allemaal wel eens iemand getroost, of het althans geprobeerd.

De gemeente als plek van troost

Is de gemeente een plek van troost? In de kerk delen we als gemeenteleden het leven met elkaar. Dat betekent dat we vreugdevolle momenten vieren, zoals geboorte, doop, belijdenis, trouw. Een vreugdevolle kerkdienst, een bos bloemen of cadeau, een kaartje of een vriendelijk woord… Met elkaar meeleven op dit soort momenten gaat ons vaak makkelijk af. We delen in de vreugde.

Maar het leven kent ook verdriet, twijfel en angst. Die momenten delen we ook met elkaar. Niet alleen in de eredienst, maar ook in het pastoraat en in de onderlinge ontmoeting. Kun je daar troost bieden en welke troost is er voorhanden? Hoe kun je – ook als er zomaar geen woorden zijn – van betekenis zijn als ouderling, bezoekmedewerker of medemens?

…dat zonder de wil van mijn hemelse Vader geen haar van mijn hoofd vallen kan…

Geestelijke troost

‘Wat is uw enige troost in leven en sterven?’, luidt de eerste vraag in de Heidelbergse Catechismus. En het antwoord stelt: ‘(…) dat zonder de wil van mijn hemelse Vader geen haar van mijn hoofd vallen kan, ja ook, dat mij alle ding tot mijn zaligheid dienen moet.’ De reformator Luther had ook ervaren dat geloven in God het verdriet niet meer of minder maakte, maar wel ánders.

Hij schreef vijfhonderd jaar geleden een troostboekje, over ‘geestelijke troost bij het gewone lijden’. Daarin schreef hij: ‘Wij Christenen zijn gelijk anderen menschen, die ook lijden en sterven; het uiterlijke voorkomen is één, maar is bij hen toch anders als bij ons, want door en in Hem is ons lijden en onze dood geneesmiddel der zieken en aanvang des Levens, (…)’.

Het zijn prachtige woorden, maar hoe beleven we troost in het leven van alledag? Hoe ervaren – of missen – we dan Gods aanwezigheid? Zet ons geloof in de levende God het lijden en het troosten in een ander licht? Maakt ons geloof het lijden en het troosten lichter?

Ruimte maken

In dit themanummer zoeken we, kijkend door een hedendaagse lens, vanuit geleefd geloof, in alle openheid en kwetsbaarheid naar wat ons troost en waar we ook troost ontberen. Vanuit verschillende invalshoeken en vanuit diverse ervaringen van gemeenteleden ontdekken we hoe iedereen troost ook weer op eigen wijze ervaart. De één vindt troost in de natuur, een volgende in gebed, een ander in muziek.

Accepteren dat je komt met lege handen, maar er wel bij blijft, ook als het duurt

We lezen ook dat troosten eigenlijk altijd te maken heeft met ‘ruimte’. Ruimte maken voor de ander, of ruimte krijgen. ‘Troost is niet het wegnemen, maar juist het mogelijk maken van verdriet’, zult u lezen in één van de artikelen. Eén van de auteurs omschrijft het weer anders: ‘Troost is misschien wel het aanvaarden dat je niets te bieden hebt.’ Het is een accepteren dat je komt met lege handen, maar dat je wél komt, dat je erbij blijft, ook als het duurt. ‘Voelbare aanwezigheid’, staat weer elders in dit nummer.

Troost als trouw

U merkt het al: ‘troost’ laat zich moeilijk in woorden vatten. Het is wel te voelen. Dat zien we terug in de betekenis van het woord als we er taalkundig naar kijken. Het woord troost is met het achtervoegsel -st afgeleid van de Proto-Indo-Europese wortel van het woord ‘trouw’. Zit hierin een sleutel voor universele troost, dat we trouw moeten zijn aan elkaar? Elkaar niet loslaten, nabij blijven ook als het moeilijk is? En juist dat, die verbinding, is de belofte van Godswege. ‘Ik ben er, ik laat niet los wat mijn hand aan jou is begonnen…’ Kunnen we zeggen, dat de troost die wij kunnen delen, is: dat wij, in alle bescheidenheid, in navolging van die Naam nabij blijven?

Hoebe-de Waard is als gemeentepredikant verbonden aan de Protestantse Gemeente Wageningen. Zij is lid van de redactie van Ouderlingenblad.

Lees meer uit dit nummer van Ouderlingenblad

Erica Hoebe-de Waard


Dit themanummer over ‘Troost’ begint met een inleiding over wat troosten eigenlijk ís. We weten het – intuïtief – allemaal, maar breng het maar eens onder woorden. Hier enkele opmerkingen die behulpzaam kunnen zijn.


Lees verder

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken