Menu

Premium

U vraagt, wij draaien

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Bij Johannes 16,16-24

De vader van Maaike roept het altijd als Maaike haar zin krijgt: ‘U vraagt, wij draaien.’ Het is iets van de radio, van vroeger of zo, maar Maaike kan er niet erg om lachen. Zeker vandaag niet, want haar vader gaat op reis. Heel ver weg, voor zijn werk. Hij blijft wel drie maanden weg en al die tijd kunnen Maaike en haar vader niet stoeien en knuffelen. Maaike baalt ervan.

Haar vader vraagt of ze een tekening voor hem wil maken. Eerst wil Maaike niet, want ze is boos. Maar dan besluit ze om haar vader te laten zien hoe ontzettend boos en verdrietig ze is.

Ze tekent een gezicht met heel veel tranen. Dat is zijzelf. Ze tekent een donderwolkje boven haar hoofd. En dan tekent ze een wond, met veel bloed. En dan weet ze het niet zo goed meer. Hoe moet je nou tekenen dat je boos bent en verdrietig?

Weten jullie nog meer dingen die je dan kunt tekenen?

Maaike laat de tekening aan haar vader zien. Die ziet wel hoe verdrietig en boos Maaike is. Dus hij vraagt of hij ook mag tekenen. Dat mag, en dan tekent hij zomaar door Maaikes tekening heen. Hij tekent een hand die haar tranen afveegt, en een vrolijk wolkje dat het donderwolkje wegblaast, en een pleister voor op de wond. En dan tekent hij ook nog een heleboel lieve kusjes en hartjes. En ineens is het toch een vrolijke tekening geworden.

‘Kijk,’ zegt Maaikes vader, ‘zo is het straks als ik weer terug ben. Nu ben je nog boos en verdrietig en doet het misschien pijn, maar als ik terug ben, kun je weer blij zijn en gelukkig. En tot die tijd kun je natuurlijk gewoon bellen.

Dan kun je alles zeggen en vragen en dan geef ik antwoord.

U vraagt, wij draaien.’

En dit keer moet Maaike er wel om lachen.

Bij Johannes 16:16-24

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken