Menu

Basis

Uiensoep

Bij de voordeur merk ik het al. In de jaren dat ik in het hospice werk, ben ik gewend geraakt aan de typische geurmelange van dit huis. Maar nu ruikt het anders. Ziltig, warm, zoet. De vrijwilligster die me opengedaan heeft, ziet me snuffelen en lacht. ‘Uiensoep voor de mevrouw op kamer vier.’

De bewoonster van kamer vier is getrouwd met een echte Breton. ‘Nee, geen Fransman’, legt ze uit. ‘Je moet Bretagne vergelijken met Friesland. Een Fries is ook geen Nederlander. Eigen gebruiken, een eigen taal.’ En een eigen keuken. De man – type ruwe bolster, blanke pit – kan koken als geen ander. Of hij nog iets voor haar kon maken, had hij gevraagd. Ze kreeg eigenlijk niets meer door haar keel, maar ja, hij wilde haar zo graag nog wat geven. ‘Doe maar je uiensoep’, had ze gezegd.

De pan staat in de keuken op het fornuis. ‘Doe mij open, doe mij open’, roept hij me toe. Als ik het deksel oplicht, zie ik een volle, gouden soep. De heerlijkste aroma’s prikkelen mijn neus en het water loopt me in de mond. ‘Hij heeft voor een weeshuis gekookt’, zegt de vrijwilligster terwijl ze een kom pakt. ‘Wil je een beetje?’ Zoiets heb ik nog nooit geproefd. Ik hoef er geen moment aan te twijfelen: deze soep is met veel liefde gemaakt. Hoeveel tranen zou hij vergoten hebben bij het snijden van de uien?

Marga Haas is theologe en redactielid van Open Deur (zie www.margahaas.nl).

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken