Menu

Basis

Veelbelovend perspectief

Internationale kerken in Dordrecht

Aan tafel gebeurt het! Daar vinden we elkaar en daar vinden we God. Het veelbelovende perspectief dat Jesaja in hoofdstuk 25 beschrijft, heb ik vaak voor ogen gehouden gedurende mijn onderzoek naar internationale kerken in Dordrecht. Het beeld van de volken die feestvieren omdat hun God redding gebracht heeft, geeft fundament en richting voor de interculturele ontmoeting.

‘Op deze berg richt de HEER van de hemelse machten een feestmaal aan voor alle volken. … Op die dag zal men zeggen: ‘Hij is onze God!’ Jesaja 25:6-9

In 2014/2015 heb ik, in het kader van mijn opleiding Missionair Werk aan de Evangelische Theologische Academie en in opdracht van het Evangelisch Contact Dordrecht (ECD), onderzoek gedaan naar internationale kerken in Dordrecht. Binnen het ECD – een contactorgaan voor voorgangers en oudsten van kerken in Dordrecht – leefde al geruime tijd de wens om meer zicht te krijgen op de internationale kerken. Vanuit deze wens is een onderzoeksopdracht geformuleerd waarmee ik aan de slag ben gegaan.

Karakteristieken in kaart

De eerste doelstelling van het onderzoek was het in kaart brengen van de internationale kerken in Dordrecht en het beschrijven van karakteristieken. In navolging van SKIN-Rotterdam maak ik in het onderzoek bewust gebruik van de term ‘internationale kerken’ in plaats van de term ‘migrantenkerken’. De term is inclusiever en sluit beter aan bij de beleving van de diverse soorten gemeenschappen.

Het opsporen van deze kerken was een hele klus, aangezien velen van hen niet officieel geregistreerd staan en daarom lastig vindbaar waren. Veel kerken ben ik op het spoor gekomen via andere (internationale) kerken en via Dordtse organisaties en inwoners.

Vaak moest ik met summiere informatie op pad: ‘Volgens mij komt er zondagmiddag rond 15.00 uur een groepje bij elkaar in dit gebouw.’ Het was altijd een verrassing wat ik dan aantrof. Verschillende keren heb ik voor een gesloten deur gestaan, mezelf afvragend hoe lang ik nog zou wachten. Het is ook een keer gebeurd dat ik middenin het feestgedruis van een Afrikaanse kerk belandde, terwijl ik verwacht had te gaan bidden met vier mensen van de Braziliaanse gebedsgroep. Het tweede deel van het onderzoek richtte zich op het verkennen van de mogelijkheden voor contact tussen de autochtone en internationale kerken in Dordrecht. Om dit in beeld te krijgen, heb ik interviews afgenomen met voorgangers en contactpersonen van de Dordtse internationale kerken. Tijdens het onderzoek heb ik hulp gehad van een aantal vrijwilligers uit Dordrecht, die ook een aantal kerkdiensten bezochten en interviews afgenomen hebben.

Spannend proces

Gedurende het onderzoeksproces heb ik gemerkt dat het aangaan van interculturele contacten een spannend proces is, waarin eigen overtuigingen, (voor)oordelen en eerder opgedane ervaringen een grote rol spelen. Zo bespeurde ik in een van de eerste gesprekken met mijn opdrachtgever een wat sceptische houding jegens de internationale kerken. Het voornaamste struikelblok bleek de verhuur van (kerk)gebouwen te zijn.

Lang niet altijd werden gemaakte afspraken nagekomen, wat ertoe leidde dat de relatie onder druk kwam te staan. Kerken waren vooral bezig met het voorkomen of oplossen van conflicten, waardoor er geen ruimte meer was voor verdere uitbreiding of verdieping van het contact. Het werkte zelfs belemmerend om contacten met nieuwe internationale kerken aan te gaan.

Interculturele communicatie gaat dus niet vanzelf. De taalen cultuurverschillen spelen daarin zeker mee, maar in de interkerkelijke samenwerking zijn spanningen vaak ook een gevolg van het verschil in geloofsovertuiging en geloofsbeleving.

Dit merkte ik al snel toen we de afbakening van het onderzoek bespraken. Wanneer is er sprake van een kerk? Wat moet een kerk belijden om kerk te zijn? En wat als een kerk daarvan afwijkt? Moet deze dan wel meegenomen worden in het onderzoek? En is het dan mogelijk om samen op te trekken?

Het is vooral belangrijk dat kerken naar elkaar toegroeien

June Beckx, voormalig coördinator van SKIN, geeft aan dat het vanwege deze interkerkelijke verschillen niet reëel is dat kerken volledig samengaan, zeker niet op korte termijn. Het is vooral belangrijk dat kerken naar elkaar toegroeien (EO, 2015). Dit is een proces dat tijd kost en vaak anders verloopt dan vooraf gedacht werd.

Model van Schreiter

Er zijn boeken vol geschreven met tips en handvatten om de interculturele communicatie zo goed mogelijk te laten verlopen. Ik heb zelf veel gehad aan het model van Schreiter (2000, 4-12), theoloog aan de Catholic Theological Union in Chicago. Hij pleit voor de (door)ontwikkeling van internationale gemeenschappen in de RoomsKatholieke Kerk, in plaats van te focussen op het behoud van de parochies die ontstaan zijn tijdens de eerste immigratiegolf en gericht zijn op één taalen cultuurgroep.

Daadwerkelijk nieuwsgierig zijn naar wat de ander beweegt

De centrale vraag in zijn model: ‘Wat willen we eigenlijk?’, leidt tot drie doelstellingen die richting geven aan de bediening in internationale gemeenschappen en deze effectiever maken.

Omdat Schreiter veel aandacht heeft voor de houding waarmee je de ander tegemoet treedt, is het model breed toepasbaar en helpt het bij een stuk bewustwording en reflectie. Schreiter staat – voordat hij de drie doelstellingen uitwerkt – uitgebreid stil bij het belang van reflectie, het stilstaan bij het innerlijk conflict dat ontstaat als je met je eigen manier van denken en leven wordt geconfronteerd. Bewustwording hiervan helpt om oordelen uit te stellen en daadwerkelijk nieuwsgierig te zijn naar wat de ander beweegt. Zo’n houding geeft ruimte en openheid in het contact en opent de weg voor waardering van elkaars eigenheid.

Gastvrij zijn

Schreiter wijst vervolgens op het belang van de erkenning van de ander en de verschillen die er zijn. Dat is snel gezegd, maar het daadwerkelijk in de praktijk brengen hiervan vraagt veel tijd, geduld en een nederige, luisterende houding. Het is het betonen van gastvrijheid: het ‘vrij zijn voor je gast’ zodat je echt betrokken kunt zijn op de ander.

Het ‘vrij zijn voor je gast’ zorgt voor echte betrokkenheid

Een moeilijke opgave, zo bleek in de praktijk. Al in een vrij vroeg stadium merkte ik dat de insteek van het onderzoek erg resultaatgericht was en lang niet altijd aansloot bij een eerste of tweede contact, waarbij er vooral ruimte nodig was voor kennismaking en relatieopbouw.

Ook in een van de verslagen van vrijwilligers is te lezen hoe lastig het is om de eigen agenda en overtuigingen los te laten en af te stemmen op de ander. In het verslag beschrijft hij dat hij weinig concrete antwoorden kreeg op de vragen die hij stelde.

Om toch zoveel mogelijk informatie te verzamelen, vroeg hij door op datgene wat hem verteld werd. Echter, hoe meer vragen hij stelde, hoe meer hij het gevoel kreeg de ander kwijt te raken.

Toen hij na dit gesprek een vervolgafspraak probeerde te maken, werd de boot afgehouden. De sterke gerichtheid op de eigen agenda leidde ertoe dat hij voorbijging aan het relationele aspect.

In een nagesprek hebben we gesproken over de manier waarop we in de westerse samenleving naar relaties kijken en met relaties omgaan. Zijn relaties van waarde in zichzelf of zijn we zozeer met resultaten bezig dat de relatie met de ander ondergeschikt is en vooral als middel dient om ons doel te bereiken? Gastvrij zijn impliceert het kunnen bijstellen of zelfs loslaten van de eigen doelstellingen.

Vieren van diversiteit

Een volgend stadium in het model van Schreiter is het respecteren van culturele verschillen. Het is een houding waarbij verschillen niet gezien worden als iets wat afwijkt van een bepaalde norm, maar als iets wat toegevoegde waarde heeft voor de relatie met elkaar en voor de wereld waarin we leven. Ik noem dit het vieren van diversiteit – het besef dat we elkaar nodig hebben in het leren kennen van God (Efeziërs 2) en het vervullen van onze missie.

Internationale kerken hebben daarin veel te bieden. Allereerst zijn ze van grote betekenis voor hun eigen leden en bezoekers. De kerken fungeren als ‘een thuis ver van huis’. Het zijn warme gemeenschappen waar mensen materiële, emotionele en geestelijke steun ontvangen en een nieuwe identiteit vinden. Deze gemeenschapszin staat in schril contrast met de individualisering in de samenleving die ook in de autochtone kerken steeds verder doordringt. Tijdens mijn bezoeken aan kerken voelde ik me vrijwel altijd een welkome gast in een grote familie.

Intens betrokken

De invloed van deze kerken blijft echter niet beperkt tot de eigen leden of bezoekers, maar beslaat meerdere terreinen en niveaus. Zo hebben de kerken, net als veel andere religieuze organisaties, een bredere maatschappelijke betekenis. Uit diverse onderzoeken blijkt dat ze een scala van activiteiten organiseren, waarbij gedacht moet worden aan preventie, begeleiding, onderwijs en opvang voor diverse doelgroepen (Ferrier, 2002, 129). Ze leveren daarmee een belangrijke bijdrage aan de sociale cohesie in de stad en samenleving.

Daarnaast zijn de internationale kerken van grote betekenis voor het christendom in Europa en voor het christendom wereldwijd. In een samenleving waarin de kerk naar de rand van de samenleving wordt gedrongen en de verschijningsvorm van het christendom sterk verandert, is de opkomst van internationale kerken een hoopvolle ontwikkeling. Hun betrokkenheid op de omgeving is groot, zo merkte ik tijdens een gebedsdienst van de Braziliaanse groep. Het raakte me hoe intens ze baden voor ‘hun stad’ Dordrecht en voor alle inwoners. De gemeenschappen zijn – anders dan de meeste autochtone kerken – laagdrempelig van karakter en ze weten door hun specifieke (cultuur)achtergrond en charismatische karakter andere groepen in de samenleving aan te spreken (Van Laar, 2007).

Deze dynamische, transnationale netwerken sluiten vaak beter aan

Ten slotte ontdekte ik tijdens het onderzoek dat de internationale kerken niet alleen lokaal of landelijk hun invloed hebben, maar vaak ook deel uitmaken van wereldwijde netwerken en transnationale verbanden hebben met de landen van oorsprong. Philip Jenkins (Westerbeek, 2015) noemt in dit opzicht dat deze dynamische, transnationale netwerken veel beter aansluiten bij de wereld van nu in vergelijking met de traditionele landelijke kerkverbanden die institutioneel, star en versnipperd zijn en vaak bezig zijn met kerkelijke onderwerpen van eergisteren.

Gezonde interactie

Naast het belang van reflectie, de erkenning van de ander en het respecteren van culturele verschillen, noemt Schreiter ten slotte de gezonde interactie tussen culturen. De basis voor deze gezonde communicatie is het waarderen van de eigen identiteit en de bereidheid om van de ander te leren en elementen uit diens cultuur te integreren.

Uit de anonimiteit

In Dordrecht zijn de eerste stappen gezet: de internationale kerken zijn in kaart gebracht, de contacten zijn gelegd en er wordt gezocht naar mogelijkheden om het contact met elkaar te verdiepen.

Dat het een proces is van de ‘lange adem’ blijkt uit de reactie die ik kreeg van een van de voorgangers van het ECD op mijn vraag hoe het proces zich verder ontwikkeld heeft na de afronding van mijn onderzoek. De contacten met de internationale kerken zijn er, maar het blijft een voortdurend zoeken en afstemmen wat wel en niet haalbaar is in de samenwerking met elkaar.

Naast een aantal teleurstellende situaties beschrijft hij gelukkig ook een heel aantal positieve ontwikkelingen. Een aantal kerken heeft zich in 2016 aangesloten bij het ECD. Daarnaast zijn de kerken geattendeerd op al aanwezige missionaire en diaconale activiteiten en uitgenodigd om daarin een bijdrage te leveren. In diverse projecten draaien nu ook vrijwilligers mee vanuit de internationale kerken. De mail van de voorganger wordt afgesloten met de opmerking dat het onderzoek de internationale kerken uit de anonimiteit gehaald heeft en ze een plek gegeven heeft in het Dordtse (kerkelijke) landschap.

Waar vinden we elkaar? Aan tafel! Een voorproefje van de feestelijke maaltijd zoals beschreven in Jesaja 25, hebben we gehad op de ontmoetingsavond in 2015 waarbij een groot deel van de kerken in Dordrecht vertegenwoordigd was. We genoten van het goede wat God ons deze avond gaf en vonden elkaar in de aanbidding van onze God, de God die redding brengt.

Literatuur

– Kathleen Ferrier, Migrantenkerken, Serie Wegwijs, Kampen: Kok, 2002

– EO, Ieder volk zijn eigen kerk?, www.eo.nl/magazines/visie/artikel-detail/ieder-volk-zijneigen-kerk/, bezocht op 01-10-2015

– Wout van Laar, ‘Klimaatverandering in de wereldkerk: naar nieuwe wegen van zending en oecumene in Europa’, Sibiu-lezing, 25 mei 2007

– Robert Schreiter, ‘Just what do we want? Ministry in a multicultural world’, 2000, newtheologyreview.com/index.php/ntr/article/view-File/289/463, bezocht op 18-12-2016.

– Ronald Westerbeek, ‘Philip Jenkins: De charismatische vernieuwing van New Wine bereikt daadwerkelijk niet-kerkelijken’, 2015, ronaldwesterbeek7.blogspot.nl/2015/02/philipjenkins-de-charismatische.html, bezocht op 18-12-2016

— Ditta Westerbeke deed onderzoek naar internationale kerken in Dordrecht en werkt sinds 2016 namens de Baptistengemeente Den Haag (Mirtekerk) als gemeentestichter in de wijk Moerwijk-Noord.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken