Menu

Premium

Verlost van slavernij – ‘… dat volk van Gids zijn wij …’

Bij Exodus 12,1-20 en Johannes 13,1-15

Hier begint het Paasfeest mee. Het begint met dat steeds opnieuw doordringende en wakker geroepen besef dat de gemeenschap rond de Ene, de Eeuwige, de Barmhartige, de Rechtvaardige, de gemeenschap rond deze God boven-alle-goden-uit, dat die verlost is van de slavernij. Het begint met de verkondiging dat de dood, die slavendrijver aan wie iedereen onderhorig is, op een totaal onverwachte manier maar wel definitief de mond is gesnoerd. Dat viert de liturgie, gaandeweg, stap voor stap. Zij is de om geving waar deze diepe inzichten worden gedeeld, de dagelijkse praktijk ervan schoorvoetend maar beslist wordt be oefend en de moed daartoe gevoed.

Op de avond van Witte Donderdag, het begin van het Paasfeest anno Domini 2013, worden we daartoe opnieuw gevormd, je zou bijna zeggen: gezalfd. Met messiaanse geur omgeven, in de geur van de Messias gezet. En dat het Paasfeest elk jaar opnieuw met Exodus 12 begint, dat beginselprogramma voor de uittocht, de bevrijding, geeft aan hoe fundamenteel deze ervaring in het leven van mensen is. Het is de alef en de taw van de joodse geschiedenis (van a tot z), en in haar en uit haar – door de Messias Jezus – van alle geschiedenissen van alle volken van alle tijden.

Egypte zit in ons bloed, niet als een gezonde, levendmakende geest of kwaliteit, maar als kwaal, als ziekte, als systeem van onderdrukking. We hebben zelfs de mentaliteit van Egypte aangenomen, de vleespottengeuren in onze neuzen als de ultieme vorm van vrijheid. De ballingschap aldaar en de onderdrukking door de generaties heen zijn, door ons geheugenverlies en ons wonderlijk vermogen tot aanpassing aan alle onvrijheid, uit ons bloed, uit ons besef weggesijpeld. En juist hier, hoe wonderlijk en tegen alle logica in: bloed maakt vrij!

Déze maand

Deze maand is het beginsel van de maanden geworden. Deze maand is voorop geplaatst als een tijdsaanduiding, een memorie tafel of verjaardagskalender, een teken dat hiermee alles, heel het leven, ja de wording van een volk van vrije mensen is begonnen. Merk ook op dat deze tijdsaanduiding, waarmee Exodus 12 begint, het doorlopende verhaal onderbreekt, doorbreekt (vgl. de opbouw van het boek Openbaring, o.a. het interimmoment voor de opening van het zevende zegel, Op. 7). Midden in het grote verhaal van de plagen, van de onderhandelingen tussen Mozes en Farao, wordt er een nieuwe tijdseenheid aangekondigd: déze maand! Want de tijd moet worden aangekondigd waarin alles op zijn kop gezet wordt. De hoogste (Farao) wordt de laagste, de slaaf wordt vrije. De macht van de onderdrukking heeft geen toekomst: de troonopvolger, de eerstgeborene van de Farao vindt de dood. Maar de uitvoering van deze tiende plaag, de definitieve genadeklap, wordt opgehouden door een opdracht tot herinnering. Dat gaat vooraf! En het zijn de genadige liturgische handelingen die de herinnering actualiseren. De liturgie bereidt de verlossing voor, telkens nieuw en telkens opnieuw.

Vier bekers en vier woorden

Rond de joodse wortels van de christelijke eredienst (R. Boon) nog het volgende. Tijdens de viering van Pesach worden er vier bekers wijn gedronken. Dit aantal verwijst naar de vier woorden van bevrijding: uitleiden, redden, verlossen, nemen (Ex. 6,5-6). De christelijke liturgie rond de bevrijdingsmaaltijd in de nacht van de overlevering kent ook vier kernwoorden: nemen, zegenen/danken, breken, delen.

Door water en door bloed

Johannes, de apostel, de evangelist, mediteert in zijn eerste brief over het bewaren van de geboden. Het bewaren, het doen van de geboden is een teken van liefde tot de kinderen van God, tot Jezus Christus en tot God zelf, deze drie. Van Jezus Christus zegt hij, dat deze gekomen is door water en door bloed (1 Joh. 5,6).

In zijn evangelie begint hij de laatste en grootse meditatie van Jezus, diens toespraak aan tafel aan zijn leerlingen, met het teken – het gebod – van de voetwassing (Joh.13,1). Met water. Het is niet het teken van de reiniging, nee, want ‘wie gebaad heeft, is al rein’, zegt Jezus tegen Petrus (13,10), maar van de dienstbaarheid. Een dienstbaarheid die bevrijdend werkt. Het is de houding van de slaaf, van de dienstknecht die de verlossing van de toekomende wereld mogelijk maakt. Het is een gebaar van liefde, een gebod dat telkens nieuw zich zal bewijzen. Daarom heet het ook een ‘nieuw gebod’, een mandatum novum. De slaaf is heer geworden, juist door zijn dienstbaarheid, omdat de heer slaaf is geworden, in zijn dienstbaarheid. In een wederzijdse diensthouding staan zij elkaar ten dienste, worden ze wie ze zijn: vrije partners. Johannes kent geen Pesachmaaltijd, geen Laatste Avondmaal. Hij heeft al eerder uitgebreid over het sacrament van het brood gemediteerd rond het wonderlijke teken van de broodvermenigvuldiging (Joh. 6). En het sacrament van de wijn fonkelde al in de beker te Kana (Joh. 2). Een nieuw verbond. In mijn bloed. Johannes is ook de evangelist die Jezus zo goed als identiek laat worden aan het paaslam dat in de nacht van de bevrijding zijn bloed laat uitstrijken ‘aan de beide deurposten en de bovendorpel’ (Ex. 12,7).

Niet alleen Johannes laat het passieverhaal (18-19) voorafgaan door een grootse toespraak, uitlopend in een persoonlijk gebed van Jezus (13-17), ook Matteüs doet dat. De laatste grote rede (de vijfde) die Jezus daar houdt (Mat. 23-25) gaat direct vooraf aan zijn passie, zijn lijden. Daarin zal Hij ‘al deze woorden volbrengen/vervullen’ (26,1). Johannes mediteert in de afscheidsrede van Jezus rond de wijnstok en de ranken, rond het huis van de Vader, het zenden van de Trooster, het (grootste) gebod van de liefde – een magnifiek groots tafelgesprek met zijn leerlingen, hoewel, een gesprek, het is meer ‘heilig onderricht’. En het lijkt wel of dat alles door de leerlingen alleen op de juiste manier begrepen wordt door het teken van de voetwassing, die aan het begin staat. Dat is zichtbaar zijn laatste wilsbeschikking. En her en der nog liturgische praktijk. Ons tot getuigenis. Het sacrament van de dienstbaarheid.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken