Menu

Basis

‘Voor de toegewijden’ (liedboek 732)

Drs. P.H. Endedijk is predikant van de Protestantse Kerk in Nederland en verbonden aan de Grote Kerk te Almelo. Hij was als projectcoördinator en eindredacteur betrokken bij de ontwikkeling van Liedboek – zingen en bidden in huis en kerk. Hij is ook kerkmusicus en eindredacteur van het Compendium bij het Liedboek: www.liedboekcompendium.nl

In de maand november is het in veel gemeenten gebruikelijk om te gedenken wie ons in geloven zijn voorgegaan. De kerk heeft daarvoor een dag opzij gezet: Allerheiligen, 1 november, of de zondag daarop volgend.

In andere gemeenten vindt dit gedenken plaats op de laatste zondag vóór Advent. Die zondag krijgt dan het karakter van ‘Eeuwigheidszondag’.

Het lied ‘Voor de toegewijden’, Liedboek 732, is voor deze gelegenheid geschreven. Met dit lied kun je voorkomen dat de gedachtenis van de gestorvenen alleen een dodenherdenking is.

Stillen in den lande

Om wie gaat het?

Hebreeën 11 roept het beeld op van die lange stoet van geloofsgetuigen, om te beginnen de aartsvaders en aartsmoeders (11,8). Vele namen volgen, totdat het de schrijver te veel wordt (11,32). Nee, alle namen noemen kan niet, want die stoet loopt door tot in onze tijd. Ook wij moeten mensen loslaten die voor ons veelbetekenend zijn geweest, mensen die ons een weg, een geloofsweg hebben gewezen. Dat zijn de ‘Vaders die ons leidden, / moeders die ons droegen’. Niet alleen je eigen ouders. Het gaat om een ieder die als een vader of moeder voor je is geweest. Op Allerheiligen gaat het niet alleen om grote namen, mensen uit een ver of nabij verleden die iedereen kent. Er is geen verschil tussen Allerheiligen enAllerzielen, want niemand heeft bij onze lieve Heer een streepje voor. Alle zielen zijn heilig. Het gaat in het bijzonder om de ‘toegewijden, / stillen in den lande’. Mensen die in alle eenvoud hun geloof gestalte hebben gegeven in hun dagelijks leven.

 

Verleden – heden – toekomst

De liedtekst van Willem Barnard legt een fraaie verbinding tussen verleden, heden en toekomst. Gedenken is dat wat geweest is in het heden present stellen met de oog op de toekomst.

Het lied begint in de verleden tijd: ‘de stillen in den lande / die van binnen brandden / met een heilig vuur’. Maar aan het slot wordt het de tegenwoordige tijd: ‘danken wij U Heer’.

Nog sterker wordt dat in de tweede strofe gezegd: die vaders en moeders zijn niet alleen van vroeger, maar van nu.

De derde strofe begint in de toekomende tijd, dat is de tijd die ons toekomt: God zal de herders die ons weidden vergaren in zijn schuur. Om ten slotte weer in de tegenwoordige tijd te eindigen. Het ‘nu’ van eerder wordt ‘hier’. Zingend gedenken wij in het hier en nu.

Een veelzeggend lied, om in de kerk te zingen, zelf te lezen of te zingen, of voor iemand te lezen of te zingen. Op Allerheiligen, bij een uitvaart of de jaargedachtenis daarvan.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken